Cultuur & boeken

De kunst van het oud worden

Titel: ”Hoe wij oud worden. Overpeinzingen van een arts over de kunst van het oud worden”
Auteur: Sherwin B. Nuland
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam, 2008
ISBN 078 90 234 2289 1
Pagina’s: 270
Prijs: € 18,90.

W. van Hengel
12 March 2008 08:25Gewijzigd op 14 November 2020 05:37

Is oud worden een kunst? De subtitel van het boek ”Hoe wij oud worden” wekt wel die suggestie. Een christen weet op grond van een ander Boek echter beter. Daarin staat geschreven: Mijn tijden zijn in Uw hand. Het is de wens van menig mens: een hoge leeftijd bereiken, zo lang mogelijk gezond blijven, een beperkte periode van achteruitgang mits die niet gepaard gaat met ernstig lijden en dan sterven. Anderen geven er de voorkeur aan „in één klap dood te gaan”, zo schrijft de Amerikaanse chirurg Sherwin B. Nuland in zijn boek ”The art of aging”, waarvan bij uitgeverij De Bezige Bij half februari een Nederlandse vertaling is verschenen onder de titel ”Hoe wij oud worden”.

De snelheid van het verouderingsproces verschilt per persoon. „Het verschil is grotendeels afhankelijk van het aangeboren, genetisch bepaalde gestel. Iemand die afstamt van een aantal negentigers heeft een grote kans op een lang leven, maar dat is niet gegarandeerd”, aldus Nuland in het eerste gedeelte van zijn boek waarin hij beschrijft hoe het verouderingsproces zich voltrekt.

In het tweede deel passeren diverse ouderen de revue inclusief de manier waarop ze in het leven staan, wat sommigen tijdens ziektes hebben meegemaakt en hoe ze die periode en eventuele beperkingen die daarvan het gevolg waren, hebben verwerkt. Nuland heeft ze allen persoonlijk gesproken en hun relaas opgetekend. Hij versiert de opgetekende verhalen hier en daar met verwijzingen naar uitspraken van filosofen of bekende schrijvers.

Een van de geïnterviewden is de voormalige Amerikaanse hartchirurg Michael DeBakey, inmiddels 98 jaar oud, maar nog zeer vitaal. Wat heeft eraan bijgedragen dat hij deze hoge leeftijd heeft mogen bereiken? Allereerst zijn sterke gestel, veronderstelt Nuland. Maar er is meer. Volgens de vrouw van DeBakey is het liefde. „Mijn man wordt gedragen door de liefde van zijn patiënten.” DeBakey zelf: „Het gevoel dat je als arts iets belangrijks voor mensen doet, geeft voldoening.”

Nuland trekt daaruit zijn conclusies: „Mannen en vrouwen die zich wijden aan het goeddoen aan anderen, leven binnen een voedend aura van waardering dat zelfvertrouwen en motivatie stimuleert. In Handelingen staat: het is gezegender te geven dan te ontvangen. Die oude stelregel is veelzeggend.”

Leven na de dood
DeBakey gaat niet naar de kerk, maar heeft wel een algemeen religieus besef. Aan een leven na de dood denkt de beroemde hartchirurg niet. „Daar weet ik niets van en ik houd me er niet mee bezig. Ik ben zeker van mijn relatie met God en ik heb er geen behoefte aan me te bekommeren over een leven na de dood en ik heb geen behoefte aan een gevoel van onzekerheid over wat er met me zal gebeuren. Dat heeft volgens mij te maken met een stuk volgroeidheid.”

Het boek is goed geschreven, stemt tot nadenken, maar is tegelijk sterk horizontalistisch en op de mens gericht. Dat de mens pas echt gelukkig wordt als de Heere uit genade het hart inneemt en de mens tot Zijn eer begeert te leven en het heil van de naaste probeert te bevorderen, komt helaas niet aan de orde. Ook niet dat het bereiken van een hoge leeftijd een zegen is die de Heere schenkt.

Dat een regelmatig leven, gezonde voeding, matigheid, dagelijks voldoende beweging, ontspanning en het vermijden van langdurige stress en frustratie belangrijk zijn voor een goede gezondheid en jaren van leven, komt in het boek duidelijk naar voren.

Interessant is wat Nuland heeft genoteerd over het belang van beweging voor ouderen om spierkracht te behouden. Bij de oudste ouderen is het verlies van spierkracht de factor die maakt dat het individu minder kans heeft om tot zijn dood een zelfstandig leven te leiden. Die zwakheid is volgens Nuland, door het doen van de juiste oefeningen, niet alleen te voorkomen, maar ook ongedaan te maken, waardoor de hoogbejaarden voor zichzelf kunnen blijven zorgen. Hij wijst daarbij onder meer op onderzoek waarbij 64 senioren, gemiddeld 84 jaar oud, in drie groepen werden verdeeld: een groep zonder lichaamsbeweging, een groep die tweemaal per week wandelde en een groep die tweemaal per week de spieren trainde. „Na 16 weken waren de twee actieve groepen er niet alleen in spierkracht op vooruitgegaan, ze reageerden ook beter in tests waarbij hun beweeglijkheid, hun evenwicht en hun coördinatie werden gemeten”, aldus Nuland. Ook achteruitgang van de hersenen kan volgens hem worden tegengegaan door ze te gebruiken, bijvoorbeeld door te lezen.

Verantwoordelijkheid
Dat de zorg voor het lichaam een Bijbelse verantwoordelijkheid is, maar geen doel in zichzelf, klinkt in zijn boek niet door en dat de Heere uiteindelijk onze levensdagen bepaalt is een notie die eveneens ontbreekt. Het bereiken van een hoge leeftijd is voor Nuland het belangrijkste doel. Daarvoor heeft hij zich als zeventiger nog „tot de sportschool bekeerd”, die hij drie keer per week bezoekt om „fanatiek te oefenen.” Voor bezinning op de toekomst, onze eeuwige bestemming, is in dit boek helaas geen plaats. Alles is gericht op het hier en nu.

Dat lag anders bij een oude predikant die vele jaren geleden met de tram reisde in een van de grote steden. Het instappen ging wat moeizaam. Eenmaal binnen zei een medepassagier met een glimlach: „U hebt uw beste tijd gehad.” Waarop de predikant vriendelijk antwoordde: „Nee hoor, mijn beste tijd komt nog.” Wie zó oud mag worden, heeft door genade het goede deel uitgekozen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer