Dat stellen de MO-groep (de brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening) en de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) in een rapport dat dinsdag is overhandigd aan staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken.Volgens de organisaties valt 80 procent van de mensen met problematische schulden (120.000 burgers) „buiten de boot” en raakt in de problemen wanneer schuldeisers proberen de schulden in te vorderen.

Door de vaak strikte invorderingsmaatregelen dalen de inkomens van de schuldenaren dikwijls tot onder het bestaansminimum en nemen de schulden eerder af dan toe, aldus de organisaties. „Huisuitzetting, afsluiting van water en energie of opschorting van de dekking van de zorgverzekering” zijn dan vaak onvermijdelijk. De MO-groep en de LOSR noemen dit „onwenselijk en moreel onacceptabel.”

De organisaties doen in het rapport 34 aanbevelingen om de rechtsbescherming van burgers in problematische schuldsituaties te verbeteren. Zo zouden incassobureaus voor deze groep schuldenaren lagere incassokosten in rekening moeten brengen en moeten deurwaarders grenzen in acht nemen bij de beslaglegging op hun bezittingen.

Schuldeisers gaan nu soms „in grove mate” over de grens bij invordering, stellen de organisaties die verder ook knelpunten constateren bij de schuldinning door overheidsorganisaties als de Belastingdienst en gemeentelijke sociale diensten.