Brok vol natuurkruiden voor kat en hond
DRACHTEN - De afnemers van het natuurlijke honden- en kattenvoer van Biofood zijn niet alleen geitenwollensokkentypes. „Het zijn ook stadsmensen met een behoorlijke r”, zegt manager Wim Huizinga. „Ze zeggen: „Ik eet zelf gezond, ik wil ook voor m’n hondje het allerbeste.”
Het grootste industrieterrein van Noord-Nederland, De Haven in Drachten, is vooral bekend om die ene vreemde eend in de bijt. Sinds eind 2004 herbergt het terrein de megakerk van baptistenpredikant Bottenbley.Niet ver van het machtige complex is Biofood gehuisvest: een kleine honden- en kattenvoerfirma. Behalve directeur Henk Bijlsma en manager Wim Huizinga werken er zes mensen.
In de kamer van Huizinga prijkt een hondenhandboek op het bureau, in een hoek staat een kolossale zak met 10 kilo kattenbrokjes. Zo is in haast elke ruimte van het gebouw zichtbaar dat Biofood zich op de huisdierenmarkt richt, ook al herbergt het Drachtense pand geen fabrieksruimte. De producten, behalve de hondenkluiven die uit Uruquay komen, worden elders in Nederland geproduceerd. Bij welke bedrijven, dat wil Huizinga niet kwijt.
Biofood werkt behalve vanuit Drachten nog vanuit drie depots, in Holten, Someren en Nijkerkerveen. Het magazijn in Drachten ligt vol met droogvoer in allerhande soorten en maten, schapenvet -goed voor huid en darmen-, anti-vlosnoepjes en kluiven, van mini tot ruim een meter groot. ”Met smaakvolle natuurkruiden”, staat prominent op veel van de verpakkingen.
Juist daarin onderscheidt Biofood zich van ander huisdiervoer. Alles is natuurzuiver. Chemische toevoegingen zijn uit den boze, de natuurkruiden zorgen voor smaak en hebben bovendien geneeskrachtige eigenschappen, aldus een promotiefolder. Biofood controleert grondstoffenleveranciers zelf en geeft zijn producten het eigen ”groengarantielabel”.
Het vlees -de brokken bevatten zo’n 30 tot 40 procent vlees- komt van dieren die een goed leven achter de rug hebben en de granen zijn geschoond, voor zover ze niet van biologische herkomst zijn. Want veel grondstoffen zijn dat, al is het merk niet 100 procent biologisch.
Daarmee zit Biofood op de diervoedermarkt zo’n beetje tussen een merk als Royal Canin en volledig biologisch voer in, zegt Huizinga. Concurrentie ondervindt het bedrijf vooral van Yarrah, die 100 procent biologische brokken levert. „Zij gaan een stap verder, maar liggen redelijk dicht bij ons.” Ook Smolke, ’gewoon’ kwaliteitsvoer, is een concurrent.
De geschiedenis van het bedrijf begint met Wiebe Bijlsma, de vader van huidig directeur Henk Bijlsma. Huizinga: „Hij werkte bij een groot diervoedingsbedrijf. „Waarom al die chemische goedhouders?” dacht hij. „Waarom geen natuurlijke ingrediënten?” Daarom begon hij voor zichzelf.” Dat was in 1989. Aanvankelijk liet de geboren en getogen Fries het voer maken in Stiens. De samenstelling ontwikkelde hijzelf. In de loop der tijd is die aangepast en verder verbeterd, aldus Huizinga.
De zakken hondenvoer van Biofood ogen beduidend strakker en moderner dan die van het kattenvoer en de overige producten. De hondenlijn kreeg kort geleden een facelift. In de toekomst moeten alle verpakkingen een vergelijkbare uitstraling hebben. Inzet is dat dan ook de productinformatie in het Engels en Duits op de artikelen komt, want het bedrijf wil zich meer richten op de buitenlandse markt.
Blikvoer verhandelt Biofood niet. „Het bevat vaak veel vocht, is erg zout en dieren gaan ervan stinken.” Om enige afwisseling in het dagelijkse menu van viervoeters te brengen, adviseert Huizinga een combinatie van het eigen droogvoer en puur (orgaan)vlees. De firma laat hiermee principe voorgaan op commercie. „Anders zouden we niet eerlijk zijn.”
Het bedrijf draait stabiel, met een licht stijgende lijn, terwijl veel collega’s in de branche vorig jaar 10 à 12 procent minder omzet draaiden, aldus Huizinga. De omzet bij Biofood lag in 2007 tussen de 1 en de 2 miljoen euro. Vetten, kluiven en brokken staan garant voor de grootste verkoop. Op het gebied van schapenvet noemt de manager het bedrijf zelfs „marktleider.”
Maar niet alles loopt zo voorspoedig. Ecofood Krokant Ferro voor de hond, tot voor kort de enige biologische Biofoodbrok, verloor ongeveer een jaar geleden het EKO-keurmerk. De ingrediënten zijn nog even biologisch als altijd, probleem is alleen dat de tussenpersoon die de kip verpulverde ermee ophield en een betaalbare vervanger onvindbaar was. Het zat eerder ook al tegen met de ecotak van Biofood: twee smaken moesten wegens tanende belangstelling al langer geleden het veld ruimen.
Jammer, maar niet onoverkomelijk, vindt Huizinga. „Ik heb liever dat de brokken niet biologisch zijn, maar dat de samenstelling goed is dan andersom. Zou ik de kip uit Ecofood gooien en er meer granen in stoppen, dan kan ik er weer ”100 procent biologisch” opzetten, maar heb ik in feite geen beter product.”