Dat heeft Plasterk woensdag gezegd bij de ondertekening van een convenant met de vier grote steden over de acceptatie van homoseksuelen. Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag krijgen voor hun inzet elk 200.000 euro.Het is de eerste keer dat het kabinet vertegenwoordigd zal zijn tijdens de Gay Pride. Wel liep oud-staatssecretaris Van der Knaap van Defensie vorige zomer al mee in de optocht van roze zaterdag. Hij gaf daarmee steun aan homoseksuele en lesbische militairen.

Bij de ondertekening van het convenant in een kerk in Den Haag was prinses Màxima aanwezig. „Het is voor het eerst dat een lid van het koninklijk huis zo nadrukkelijk steun betuigt aan de homobeweging”, aldus Plasterk. Hij noemde Máxima „our future queen”.

Frank van Dalen, voorzitter van homo-organisatie COC, noemt de aanwezigheid van Màxima „historisch”. „Ik hoop dat de relatie tussen de homobeweging en het koninklijk huis zich in de toekomst verder ontwikkelt en versterkt”, zegt hij.

Volgens minister Plasterk is ongeveer één op de vijftien mensen homoseksueel. Hoewel 85 procent van de Nederlanders zegt homo’s en lesbiennes te dulden, is „die acceptatie flinterdun”, aldus Plasterk. Met het convenant gaan de vier grote steden beter samenwerken om dit te bereiken en om geweld tegen homo’s tegen te gaan.

Zo kondigt de Amsterdamse wethouder Herrema aan dat de hoofdstad een onderzoek gaat uitvoeren naar de achtergrond van jongeren die homo’s in elkaar slaan. Op die manier wil hij dit geweld beter gaan voorkomen.

Rotterdam gaat onder meer de strijd aan met eerwraak tegen homoseksuelen. Verder doen de vier steden veel aan voorlichting, bijvoorbeeld op scholen.