Einde nadert voor ”drugsguerrilla” FARC
BOGOTA (ANP) - De bevolking van Colombia is de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) meer dan zat. Dat was begin vorige maand de boodschap van de grootste demonstratie ooit in het land. Meer dan 1 miljoen mensen kwamen opdagen bij de via internet georganiseerde betoging.
Het initiatief tegen de FARC ontstond nadat de FARC opnieuw politieke spelletjes had gespeeld met zijn ontvoerde slachtoffers door vrijlatingen te beloven.Het getouwtrek rond de gijzelaars heeft de FARC geen goed gedaan. De Venezolaanse president Hugo Chavez prees de rebellen als een „waarachtig leger.” Colombianen die nog begrip voor de FARC konden opbrengen, keerden zich nu tegen de ”narcoguerrilla”.
De laatste glans van marxistische arme boeren die met een riek en een geweer het onrecht te lijf gaan, is verdwenen. Waarnemers zien voor de FARC het einde naderen.
De FARC begon in 1964 als een marxistische boerenmilitie. Het was slechts een van de gewapende groepen in het vrijwel anarchistische land, dat sinds april 1948 werd verscheurd door sociale ongelijkheid en onrecht.
In mei 1964 begon het regeringsleger met Amerikaanse hulp een groot offensief tegen subversieven in de Latijns-Amerikaanse Veiligheidsoperatie (LASO). Dit werd in de streek Marquetalia de vuurdoop van de boeren die zich in 1966 FARC gingen noemen.
De FARC telde bij de oprichting ongeveer 350 leden. Dat aantal zou oplopen tot naar schatting 12.000 tot 16.000 strijders in 2001.
De Colombiaanse regering stelde onlangs dat het ledenaantal snel afneemt. Er zijn nu tussen de 6000 en 8000 FARC-leden. In de afgelopen twee jaar zijn veel strijders gedeserteerd. Circa een vijfde van hen is door de FARC als tiener geronseld of ontvoerd.
In 1966 verspreidden ze zich onder druk van de regeringstroepen in zes kleine groepjes. Een van de commandanten was Manuel Marulanda Vélez, de huidige leider ”Tirofijo”. De FARC wordt nog steeds geleid aan de hand van deze opdeling en telt een ”secretariaat” van zeven man.
Vanaf begin jaren zeventig groeide de beweging en kreeg steeds meer gebied onder controle. Daarmee kreeg de FARC ook te maken met het belangrijkste exportproduct van het land, cocaïne. Tot 1980 ontkende de FARC iets met de drugssmokkel te maken te hebben. Maar daarna werd bekend dat de beweging belasting hief op de productie en het transport van coca.
In de jaren tachtig groeide het aantal leden van de FARC snel, toen de beweging zich meer richtte op drugssmokkel en andere criminaliteit. Met het geld kon de groep zich steeds betere uitrustingen veroorloven. De FARC zou zeker 600 miljoen dollar per jaar innen dankzij drugs, ontvoeringen en andere misdaden. De misdaden hebben de FARC gedwongen ook politiek actief te worden om het aanzien op te vijzelen.
In 1992 fuseerde de groep met andere linkse groepen. In 1984 kwam het zelfs tot een bestand met de regering, dat geen vruchten afwierp. In 1990 stortte de FARC zich weer op de guerrillastrijd en vanaf 1993 ook op de stadsguerrilla.
In 1998 leek een nieuw vredesproces te beginnen, maar bij de ondertekening in 2002 liet commandant Marulanda verstek gaan. De huidige president Alvaro Uribe wil vooralsnog geen rechtstreekse onderhandelingen met de FARC, die internationaal als terroristische beweging staat geregistreerd.