Opinie

Injecteren niet enige mogelijkheid in mestbeleid

Het injecteren van mest is een manier om het milieu te sparen. Maar er zijn meer manieren om dat doel te bereiken, betoogt dr. ir. M. Stuiver.

4 March 2008 11:07Gewijzigd op 14 November 2020 05:35
Het bovengronds verspreiden van mest is een alternatief dat verder onderzocht en uitgebouwd dient te worden.” Foto ANP
Het bovengronds verspreiden van mest is een alternatief dat verder onderzocht en uitgebouwd dient te worden.” Foto ANP

De discussies van de laatste jaren over het mestbeleid kenmerken zich door controverses en strijd. Boerenverenigingen roepen bijvoorbeeld om zelfregulering, terwijl milieucoöperaties pleiten voor een van bovenaf opgelegd beleid. Ook de wens tot bovengronds verspreiden van mest en de wettelijk verplichte mestinjectie staan in de discussie tegenover elkaar. In het huidige beleid moet mest worden geïnjecteerd, omdat dit voor alle boeren een goede methode lijkt.In mijn kennissociologische onderzoek naar vernieuwende manieren van omgaan met mest in de melkveehouderij betoog ik dat de overheid zou moeten overwegen om methodes die door boeren zelf worden ontwikkeld meer ruimte te geven. Boeren die goede mest maken, moeten de kans krijgen hun vakmanschap te laten zien. In de Friese Wouden zijn ervaringen met veldlaboratoria waaruit de overheid kan putten. Als deze groepen in de toekomst verder ondersteund worden, kan dat leiden tot een kringloop in het bedrijfssysteem waarbij meer mogelijk is dan alleen de huidige toegelaten methode van mestinjectie.

Het gaat dan niet om de klassieke drijfmest met een hoog gehalte aan stikstof, maar om ”goede” mest: mest met een lager stikstofverlies (weinig uitlek naar lucht, bodem en water). Deze mest komt tot stand door keuzen van de veehouder vanuit de kringloopgedachte. De mest is het product van aanpassingen in het gehele bedrijf: van het voer van het melkvee tot een eiwitarm en vezelrijk dieet (dat minder stikstof bevat), van bodemmanagement tot bemestingstechnologieën.

Uit onderzoek dat de laatste jaren is gedaan komen sterke aanwijzingen naar voren dat zulke aanpassingen vanuit het kringloopdenken in combinatie met uitrijden ook de beoogde reductie van de ammoniakuitstoot teweeg kunnen brengen en een goed alternatief bieden voor de huidige mestinjectie van stikstofrijke drijfmest. Ook wijzen onderzoeksgegevens erop dat deze laatste huidige, verplichte methode als nadeel heeft dat de samenstelling van het bodemleven wordt geschaad.

Verloren kennis
Bovengronds verspreiden is daarom een alternatief dat verder onderzocht en uitgebouwd dient te worden voor boeren die willen investeren in bodemleven en bodemstructuur. Laat het duidelijk zijn, we moeten niet terug naar vroeger. We weten ook dat het bovengronds verspreiden van slechte mest in het verleden veel schade heeft veroorzaakt aan het milieu. Er zijn meer mogelijkheden van mestverspreiding waarbij het milieu wordt gespaard.

De overheid kan de verzamelde inzichten uit de bodemkunde, veevoerwetenschappen en biologische bedrijfssystemen gebruiken voor het maken van een mestbeleid. De komende jaren dient er ingezet te worden op het inzichtelijk maken en het monitoren en certificeren van deze alternatieve routes naar duurzaamheid. Wetenschappers, boeren en beleidsmakers moeten zich hiervoor gezamenlijk inspannen. Op die manier kan na ruim anderhalf decennium uitrijverbod de verloren kennis voor een duurzamer beheer van bodem en bemesting worden teruggehaald.

De auteur promoveerde vorige week aan Wageningen Universiteit op een onderzoek naar vernieuwende manieren van omgaan met mest in de melkveehouderij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer