Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken heeft dit maandag gezegd in zijn jaarlijkse rapport over de internationale stand van zaken met betrekking tot de godsdienstvrijheid.

In China houden de autoriteiten niet-erkende religieuze en spirituele bewegingen nauwlettend in het oog en is in sommige gevallen sprake van regelrechte onderdrukking, aldus het rapport. Godsdienstuitoefening wordt in principe alleen toegestaan op erkende, geregistreerde locaties.

In Birma blijft de regering religie vooral zien als een mogelijke bedreiging van de nationale eenheid. In Cuba houdt de staatsveiligheidsdienst zelfs de leden van erkende kerken in het oog. In Laos is iedere godsdienstbeoefening buiten het traditionele boeddhisme verboden.

Mensenrechtenactivisten in Noord-Korea hebben melding gemaakt van incidenten waarbij leden van ondergrondse kerken zijn mishandeld, gearresteerd of zelfs om het leven gebracht. Lokale autoriteiten in het noordwesten van Vietnam zouden de afgelopen jaren protestantse christenen hebben gedwongen hun geloof af te zweren.

Andere landen die volgens het rapport tekortschieten ten aanzien van religieuze minderheden zijn Iran, Irak, Pakistan, Saudi-Arabië, Sudan, Turkmenistan en Oezbekistan. Alleen Afghanistan wordt genoemd als een land waar in het afgelopen jaar sprake is geweest van een positieve ontwikkeling, met meer tolerantie ten aanzien van godsdienstige groeperingen.

Duitsland en Frankrijk noemt het ministerie als voorbeeld van landen waar de overheid religieuze sekten als Scientology in het oog houdt. Daardoor kan een klimaat van discriminatie ontstaan, waarin de leden van dergelijke bewegingen minder makkelijk aan werk komen of bedrijven financiële schade lijden door het mislopen van orders, waarschuwen de rapporteurs. Zo zou in Duitsland het ministerie van Financiën tegen de verkoop van onroerend goed aan Scientology hebben geadviseerd.