Vraagtekens bij nieuwe wapenwetgeving VS
NEW YORK - De 61-jarige Amerikaan Joe Horn moet binnenkort voor de rechter verschijnen. Aanleiding is een schietpartij, waarbij Horn eind vorig jaar twee inbrekers doodde. Die inbrekers hadden het overigens niet voorzien op Horns huis in Pasadena in Texas, maar op het huis van zijn buren.
Vorig jaar werd in Texas een nieuwe wet van kracht. Die wet geeft mensen het recht van hun vuurwapen(s) gebruik te maken niet alleen wanneer zij bedreigd worden, maar ook wanneer hun „have of goed bedreigd wordt.” Nu werd Hórns have of goed niet bedreigd, maar het huis van z’n buren. Wat heeft dat met zelfverdediging te maken? Is Horn een ordinaire moordenaar of een held, zoals sommigen in Texas beweren?Ter illustratie een uiterst beknopte samenvatting van het gesprek van Horn met iemand van de alarmcentrale die hij belde. Hij meldt dat er twee inbrekers uit het huis van de buren komen met een grote zak. „Blijf in huis, meneer Horn!” De man van de alarmcentrale herhaalt dit advies een paar keer. „Ze gaan ervandoor; daar komen ze niet mee weg”, roept Horn opgewonden. De man van de alarmcentrale dringt er opnieuw op aan dat hij niets onderneemt, maar met het nodige gevloek kondigt Horn aan „dat hij het er niet bij laat zitten.”
Korte tijd later komt hij terug en meldt de alarmcentrale dat hij de twee inbrekers heeft doodgeschoten. „Er zat niets anders op.” „Walgelijk”, zegt Diamond Morgan, de vrouw van een van de inbrekers. Uit die opname van de alarmcentrale blijkt duidelijk dat Horn niet schoot uit zelfverdediging, maar dat hij uit was op een schietpartij. „Hij doodde twee mannen -inbrekers, toegegeven- maar beiden waren ongewapend en Horn schoot ze lafhartig in de rug”, aldus Morgan.
Heeft Horn gebruikgemaakt van de nieuwe wetgeving van Texas of heeft hij die nieuwe wetgeving misbruikt en het recht in eigen hand genomen? Die vraag is niet moeilijk te beantwoorden voor Peter Hamm, woordvoerder van de Brady Campagne die pleit voor strengere wapenwetgeving in Amerika. De groep is genoemd naar James Brady, de woordvoerder van wijlen president Ronald Reagan. Op 30 maart 1981 pleegde John Hinckley een aanslag op Reagan. De president werd getroffen, maar overleefde de aanslag. Brady werd ook getroffen en raakte voor het leven verlamd. Deze gebeurtenis was voor Brady en z’n vrouw Sarah aanleiding om een campagne voor striktere wapenwetgeving te beginnen.
Striktere wapenwetgeving betreft volgens Hamm niet alleen het bezit van wapens, maar ook het gebruik ervan. „Texas was niet de eerste staat die het gebruik van vuurwapens heeft verruimd. Florida ging daarin voor. Daar werd enkele jaren geleden een wet aangenomen die mensen niet alleen het recht geeft van vuurwapens gebruik te maken als men concreet wordt bedreigd, maar daar mag men nu ook schieten als men zich bedreigd voelt. Die toevoeging is natuurlijk zo rekbaar, dat daarmee elk wapengeweld gerechtvaardigd kan worden”, meent Hamm.
Veel buitenlanders verbazen zich in Amerika over het gemak waarmee men hier wapens kan kopen. Wie toevallig in een van de weinige staten woont waar het wapenbezit wat strikter is geregeld, kan altijd uitwijken naar een staat waar men veel soepeler is. Virginia is hierom bijvoorbeeld bij veel bestuurders berucht. „Maar elke keer wanneer schietpartijen zoals vorig jaar op Virginia Tech en onlangs weer op een universiteit in Illinois oproepen tot bezinning op het wapenbezit, komen de voorstanders met het tweede amendement op de grondwet aanzetten”, zegt Ed Nowicki van het Cato Research Instituut in Washington.
Geeft dit roemruchte tweede amendement elke burger het recht op het bezit van vuurwapens, zoals voorstanders beweren? Of slaat het amendement op de pioniertijd van Amerika toen men het recht kreeg „gewapende milities” te vormen om gemeenschappen te verdedigen en te beveiligen? Die vraag staat momenteel op de agenda van het hooggerechtshof in Washington. Uitspraak komende zomer. Hoe de beslissing ook uitvalt, het persoonlijk wapenbezit blijft een heet hangijzer in de VS. „Dat blijkt wel uit het feit dat geen enkele serieuze presidentskandidaat dit onderwerp durft aan te snijden, uit vrees daarmee te veel wapenliefhebbers onder de kiezers van zich te vervreemden”, besluit Nowicki.