Diep teleurstellend
Frank van Dalen, de voorzitter van de homobelangenorganisatie COC, heeft groot gelijk. Het besluit van prinses Máxima om volgende week woensdag aanwezig te zijn bij een bijeenkomst die de sociale acceptatie van homoseksualiteit in Nederland een forse aanzet moet geven, is „van historische betekenis.” Nog niet eerder was een lid van het Koninklijk Huis aanwezig bij een bijeenkomst waarop homoseksualiteit centraal stond. Van Dalen heeft hier dus een punt.
Met deze aanwezigheid wil de prinses volgens de Rijksvoorlichtingsdienst duidelijk maken dat zij de gelijke rechten van alle groepen in de Nederlandse samenleving een warm hart toedraagt. Dat klinkt heel reëel. Het optreden van de leden van ons Koninklijk Huis dient immers samenbindend binnen het geheel van onze bevolking te zijn. Logisch dus dat het vorstenhuis ook belangstelling heeft voor mensen met een homoseksuele geaardheid.Toch is met deze formele redenering bepaald niet alles gezegd. Vooropgesteld: niemand kan en mag homoseksuelen afschrijven. Dat is niet democratisch, dat is niet Bijbels.
Maar dat uitgangspunt wil bepaald niet zeggen dat alles wat homoseksuelen zeggen en doen goedgekeurd moet worden. Ook daarover is de Bijbel duidelijk. Kwaad moet worden benoemd.
Wanneer de prinses inderdaad samenbindend wil zijn, dan zal ze zich moeten realiseren dat zij met haar aanwezigheid volgende week woensdag vele Nederlanders in de steek laat; mensen die ons Oranjehuis een warm hart toedragen maar die in hun geweten grote moeite hebben met de homoseksuele levenspraktijk.
Dat geldt temeer omdat de overeenkomst die minister Plasterk van Emancipatie en de vier grote steden volgende week onder het toeziend oog van de prinses tekenen, bedoeld is om homoseksualiteit meer bespreekbaar te maken onder jongeren en in kringen waar dit nog een taboe is. Met die laatste groep worden onmiskenbaar ook orthodoxe christenen bedoeld die op grond van de Bijbel de homoseksuele levensstijl afwijzen.
Daarbij zal de prinses zich wellicht niet gerealiseerd hebben dat haar aanwezigheid een geweldige opsteker is voor de homobeweging. Niet voor niets toonde COC-voorzitter van Dalen zich opgetogen. Hij kan nu stellen dat de leden van het Koninklijk Huis openlijk hun steun betuigd hebben aan het emancipatiestreven van zijn beweging.
Dat zal het COC uitbuiten, net zoals de organisatoren van een kerkdienst op Roze Zaterdag -vorig jaar in Bergen op Zoom- deden toen ze een bericht van verhindering van de vorstin ontvingen. De koningin liet weten het gedachtegoed waarvan de Roze Zaterdag een expressie is, een warm hart toe te dragen en het jammer te vinden niet aanwezig te kunnen zijn. Daardoor werd duidelijk dat de Oranjes sympathiek staan tegenover „roze praktijken.”
Nog steeds verdient ons vorstenhuis waardering en steun. Maar deze koers van de Oranjes stelt diep teleur. Daarmee brengt het niet alleen een grote groep christenen in een isolement, maar maakt het vooral duidelijk een eigen, libertijnse interpretatie te willen geven aan de duidelijke regels die in de Bijbel worden gesteld.