Familienetwerken in Groningen
Titel: ”Spinnen in het web. Groningse regenten in relatie tot het omringende platteland tijdens de Republiek”
Auteur: Hidde Feenstra
Uitgeverij: Van Gorcum, Assen, 2007
ISBN 978 90 232 4377 9
Pagina’s: 389
Prijs: € 27,-.
Politieke functies zijn vandaag voor allerlei soorten mensen toegankelijk. In vroeger eeuwen moest een burgemeester of regent echter tot de juiste familie behoren. Dat wordt fraai zichtbaar in het boek ”Spinnen in het web”, waarin de elites van de stad Groningen tussen 1600 en 1800 beschreven worden. De democratische bestuursvormen zoals wij die kennen en waartoe leden van alle sociale groeperingen toegang hebben, zijn van betrekkelijk recente datum. Tot ver in de negentiende eeuw was het politieke bestuur voorbehouden aan een kleine groep mannen die afkomstig waren uit de hogere lagen van de samenleving.
Dit gold in heel Nederland. Zo ook voor de politieke elites van de stad Groningen waarvan Hidde Feenstra in het boek ”Spinnen in het web” voor wat betreft de periode 1600-1800 een overzicht geeft. Het is, aldus de auteur zelf, in zekere zin een aanvulling op zijn dissertatie uit 1981, ”De bloeitijd en het verval van de Ommelander adel 1600-1800”. Deze opmerking ligt voor de hand: de geschiedenis van Stad en Ommelanden zijn nauw met elkaar verweven.
Prosopografie
Voor nader inzicht in de Groningse politieke elites heeft de auteur gebruik gemaakt van de methode van prosopografie. Een prosopografie is een collectieve biografie. Dat wil zeggen dat van een groep mensen de gegevens over geboorte, huwelijk, gezin, dood, sociale achtergrond, woonplaats, godsdienstige opleiding, beroep/carrière, vermogens en dergelijke per persoon overzichtelijk bij elkaar worden gezet; deze gegevens vormen de ingrediënten voor de reconstructie van de politieke elites. Vervolgens wordt het dan mogelijk middels horizontale koppelingen ook schoonouders, zwagers en schoonzusters in beeld te brengen. Daartoe is per persoon een rubriek familie (= verwantschap) opgenomen. Zo ontstaat wat de auteur een ”familienetwerk” noemt, een min of meer compleet overzicht van een bepaalde familie of groepen van families, netwerken die bedoeld waren tot handhaving en uitbreiding van gemeenschappelijke politieke belangen.
Verschillende familienetwerken en hun geschiedenis passeren de revue. Een hiervan is dat van de familie Julsingha, met als belangrijkste vertegenwoordiger Johan van Julsingha (1674-1703), die meerdere malen het burgemeestersambt bekleedde, nauwe contacten met de latere koning-stadhouder Willem III onderhield en sinds zijn energiek optreden in 1672 -toen de stad belegerd werd door de Munsterse en Keulse troepen- de onbetwiste politieke leider van Groningen was. Rondom hem stond een groep (in vaktermen een ”factie”) van meer of minder verwante familieleden die eveneens belangrijke functies in de stadsregering bekleedden.
Van de familie Julsingha liep weer een lijn naar het familienetwerk Wolthers, een van de wijdst vertakte familienetwerken waaraan een hele rij regeringsfamilies van Stad en Ommelanden verbonden was en waarvan de geschiedenis, dankzij een ruim voorzien familiearchief, uitvoerig kan worden bestudeerd; dit vooral aan de hand van de grote verzameling familieberichten van raadsheer Herman Wolthers over de periode 1746-1787.
Schortinghuis
Interessant is dat het Wolthersnetwerk in hoge mate samenviel met een rechtzinnig netwerk met piëtistische inslag in de eerste helft van de achttiende eeuw; meerdere netwerkleden sympathiseerden met de bekende bevindelijke predikant Wilhelmus Schortinghuis (1700-1750). Voor het overige valt er over het persoonlijke geloofsleven van de Groninger regenten weinig te zeggen, al kan wel worden geconstateerd dat men uiterlijk in het algemeen een gematigde orthodoxie aanhing.
De stad Groningen bestuurde, en dit op tamelijk krachtdadige wijze, ook de Ommelanden en vormde zodoende, zo merkt de auteur op, tot ver in de achttiende eeuw een autonome (stads)staat, een voor de Republiek unieke situatie. Maar in tegenstelling tot de elite in de Ommelanden was de Groninger regeringselite voornamelijk van burgerlijke herkomst en pas na omstreeks 1750 begon het gesloten bolwerk van de Ommelander adel zich voorzichtig te openen voor de Groningse patriciërs. Daarvóór had die geslotenheid van de adel altijd in contrast gestaan met de relatief grote sociale openheid van de stedelijke elite die ook mensen uit de subelites (juristen, ambtenaren, artsen en (grote) kooplui) in zich wist op te nemen.
De levensstijl van deze burgerlijke stedelijke elite (waarbij burgerlijk betrekking heeft op de hogere lagen van de burgerij) wordt door de auteur getypeerd als ”deftige eenvoud”, een aardige omschrijving die recht doet aan de gewoonten en zeden van deze burgerij, die weliswaar welvarend was, maar dit niet graag opzichtig tentoonspreidde. Zo had men bijvoorbeeld een afkeer van gedrag zoals dat van een rijk geworden Indiëganger die vanuit zijn rijtuig muntgeld op straat wierp. Meer passend bij de Groningse aard was de eenvoudige levenswijze van burgemeester Wiardus Siccama, met een minimum aan huispersoneel en altijd rijdend in een koets met twee paarden.
Cultuurschok
De culturele verschillen tussen het westen en Groningen waren groot, en vermoedelijk, aldus de auteur, was de kennismaking ter Staten-Generaal van de nog overwegend orthodox-gereformeerde Groningse deputaten met de als lichtzinnig ervaren wereld van de Haagse aanzienlijke kringen niets minder dan een cultuurschok. Het liefst bleven de Groningers dan ook thuis, mede vanwege het tijdrovende reizen.
De auteur beschrijft dit alles en vele andere aspecten van het dagelijks leven -bijvoorbeeld huwelijk, onderwijs, opvoeding, muziek en boeken- op een onderhoudende manier, terwijl hij tevens aandacht besteedt aan het kerkelijk leven dat na de Reductie van 1594 (de overgang van de Spaanse koning naar de Republiek) een calvinistisch stempel droeg.
Deze voorbeeldige en fraai uitgegeven bronnenstudie is een waardevolle bijdrage aan de geschiedenis van de stad Groningen. Afzonderlijke vermelding verdienen de mooie portretten waardoor het verleden ook visueel naderbij komt.