Nobelprijs geneeskunde naar twee Britten en Amerikaan
De Nobelprijs voor Geneeskunde is dit jaar toegekend aan de Britten Sydney Brenner en John E. Sulston en de Amerikaan H. Robert Horvitz.
Zij krijgen de prijs voor hun ontdekkingen over de manier waarop genen organen en de dood van cellen beïnvloeden. Daardoor hebben zij nieuwe inzichten verschaft over de ontwikkeling van vele ziekten, aldus het Nobelprijscomité. De drie wetenschappers delen een bedrag van 1 miljoen dollar (iets meer dan 1 miljoen euro).
Apoptose, ofwel geprogrammeerde celdood, is het voornaamste begrip in het werk van de onderscheiden onderzoekers. Daarmee wordt het natuurlijke proces van cellen bedoeld om zichzelf te vernietigen. Het functioneert bij mensen, dieren en planten. Apoptose zorgt ervoor dat overtollige of beschadigde cellen zichzelf vernietigen, voordat zij schade kunnen aanrichten. Raakt dit mechanisme in het ongerede, dan kunnen cellen zich ongebreideld delen. Dat kan leiden tot kanker of andere ziekten.
Voor het voorkomen van ziekten is apoptose erg belangrijk. Geïnfecteerde of beschadigde cellen plegen zelfmoord en beschermen mens, dier en plant tegen ziektes. Veel wetenschappers die kanker onderzoeken, richten zich ook op apoptose.
De drie onderzoekers gebruikten voor hun onderzoek een één millimeter lange worm, de Caenorhabditis elegans. Dit door Sydney Brenner als modelorganisme uitgekozen dier is in korte tijd het meeste gebruikte laboratoriumdier geworden. Ruim 1500 onderzoekers buigen zich inmiddels over het troeteldier van de wetenschap. Het heeft slechts 959 lichaamscellen, waarvan de taak en het ontstaan al bekend zijn. Het beestje, dat bijna geen geheimen meer kent, heeft zelfs een eigen website (elegans.swmed.edu) en is door een beeldhouwer vereeuwigd.
De Nobelprijswinnaars gebruikten de rondworm als een experimenteel modelorganisme en ontdekten nieuwe methoden om celdeling en differentiatie te volgen van het bevrucht eitje tot het volwassen stadium.
John Sulston stelde de stamboom op, die de herkomst van individuele cellen beschrijft. Hij toonde ook aan dat de dood van een cel behoort tot het normale ontwikkelingsproces van het dier. Ook bij mensen is dat zo. Sulston ontdekte bovendien de eerste mutatie in een gen dat een rol speelt bij de apoptose. Zijn medewerker Horvitz ontdekte het gen dat de celdood stuurt. Hij beschreef ook hoe de genen samenwerken.
Brenner is nu verbonden aan het Moleculair Wetenschappelijk Instituut in Berkeley (Californië). Sulston werkt voor de Britse Wellcome Trust in Cambridge en Horvitz verricht onderzoek voor het Massachusetts Institute of Technology in het Amerikaanse Cambridge.
Vorig jaar waren eveneens twee Britten en een Amerikaan onderscheiden. Toen stond de kennis van celdeling centraal. De Nobelprijs voor de Natuurkunde wordt dinsdag toegekend; die voor de Scheikunde volgt woensdag.