Buitenland

Rebellen plunderen dorpen Zuid-Sudan

KAMPALA - Dorpen in Zuid-Sudan worden geteisterd door aanvallen van groepen zwaarbewapende strijders - mogelijk behorend tot rebellen van het beruchte Verzetsleger van de Heer (LRA). Ontvoering van jongeren hebben er met grote regelmaat plaats. Hulporganisatie ZOA-Vluchtelingenzorg heeft zijn medewerkers inmiddels uit het gebied teruggetrokken.

Van onze correspondent
22 February 2008 10:39Gewijzigd op 14 November 2020 05:34

Jan Huls, landendirecteur van ZOA in Zuid-Sudan, benadrukt zijn aarzeling als het gaat om het bestempelen van de aanvallers als leden van het verzetsleger. „Wat we weten is dat veel strijders dezelfde talen als de LRA-rebellen spreken en dat ze dezelfde brute tactieken toepassen. Het zou dus heel goed kunnen dat het LRA-rebellen zijn, maar we weten het op dit moment niet zeker.”De angst grijpt om zich heen onder de bewoners van het dunbevolkte gebied, dat bijna net zo groot is als Nederland. Niet het gehele gebied is in gevaar, want de gewapende groepen kunnen niet overal tegelijk zijn. Huls: „Het grote probleem is dat alles onduidelijk is. De ene keer wordt er een dorp hier aangevallen, dan weer een dorp daar. Je hoort veel verhalen en geruchten: daar zijn drie kinderen ontvoerd, hier vijf, weer ergens anders is iemand vermoord. Van een predikant in de buurt van ons centrum in Katigiri hoorden we dat zijn drie kinderen zijn ontvoerd. We weten niet waar de volgende aanval zal zijn en we weten zelfs nog steeds niet wie de aanvallers zijn.”

Wat wel duidelijk is, is dat het de aanvallers in de eerste plaats om voedsel is te doen. Daarnaast zijn er blijkbaar nieuwe rekruten nodig, want er worden opvallend veel jonge mensen ontvoerd. Ten slotte valt het Huls op dat ze het vaak op medicijnen gemunt hebben - in dat geval zijn kleine medische posten vaak het doelwit.

Het Verzetsleger van de Heer is geen onbekende in het zuiden van Sudan. De rebellen vechten sinds 1986 tegen de regering van buurland Uganda. Daarbij zijn tienduizenden mensen gedood. Duizenden inwoners zijn ontvoerd en zo’n 2 miljoen ontheemden woonden lange tijd in vluchtelingenkampen. Sinds anderhalf jaar voeren de partijen vredesbesprekingen, die moeizaam verlopen.

De strijd speelde zich aanvankelijk af in het noorden van Uganda, maar de rebellen zochten ook een veilig heenkomen over de grens in Zuid-Sudan. Daar waren ze relatief veilig, want aanvankelijk mocht het regeringsleger van Uganda niets tegen hen ondernemen.

Toen in 2003 het Ugandese leger toestemming kreeg om ook in Zuid-Sudan te opereren, vluchtten de LRA-rebellen de grens over, naar Congo. Daar richtten ze in het grote natuurpark Garamba in 2005 een hoofdkwartier in.

Twee van de plaatsen in Zuid-Sudan waar ZOA mensen heeft gestationeerd, Katigiri en Limbe, liggen op de route van de rebellen van het Garambapark naar het noorden van Uganda. Voordat de vredesbesprekingen tussen de LRA en de Ugandese regering begonnen, reisden er geregeld groepen van tientallen rebellen via deze route van Uganda naar Congo en in omgekeerde richting. De afgelopen anderhalf jaar was het rustiger geworden, totdat de activiteiten van gewapende groepen begin deze maand toenamen.

„Het verschil met twee jaar geleden is dat deze groepen veel gewelddadiger zijn”, zegt Huls. „Voordat de vredesbesprekingen begonnen, was ons deel van Zuid-Sudan duidelijk alleen doorvoergebied. Er liepen wel geregeld rebellen en die voerden ook wel eens aanvallen uit, maar ze doodden geen mensen. Nu gebruiken ons gebied niet als route, maar ze blijven er hangen. Ze overvallen dorpen, vermoorden mensen en ontvoeren voornamelijk jongeren. De rebellen zijn zwaarbewapend met nieuwe wapens.”

Twee weken geleden voerden de VN in het gebied de alarmfase op van niveau 2 naar 3. Dat betekent dat medewerkers van hulporganisaties sterk wordt aangeraden alleen nog op pad te gaan onder begeleiding van een militair escorte.

Huls: „In de gebieden rond Katigiri en Limbe waren echter nauwelijks militairen van de SPLA (het leger van de regering van Zuid-Sudan) aanwezig. Daarom besloten wij om direct onze enige Nederlandse medewerker in het gebied, de Rotterdamse Corine Verdoold, drie Ugandezen en 35 Sudanese medewerkers te evacueren. Ze hebben computers en andere waardevolle spullen meegenomen, zodat ze snel weer aan de slag kunnen als het rustiger wordt.”

ZOA heeft ruim vijftig lokale medewerkers in het gebied achtergelaten omdat ze daar wonen. Deze mensen zitten nu thuis. Al het werk ligt stil.

ZOA zet zich in Zuid-Sudan in voor de opbouw van de basisgezondheidszorg, basisonderwijs, sanitaire voorzieningen en het beter laten functioneren van kleine gemeenschappen. Zodra het mogelijk is, wil ZOA weer terug naar Katigiri en Limbe. Huls: „Het leger heeft beloofd in te grijpen en daar heb ik ook wel vertrouwen in, maar het is een heel groot gebied. De gewapende groepen kunnen zich overal verschuilen.”

Het laatste nieuws is dat een groep van zo’n 400 strijders het gebied zou hebben verlaten. Ze zouden een dorp hebben overvallen op de route naar het Garambapark in Congo. Dat zou opnieuw een aanwijzing zijn dat het om rebellen van de LRA gaat.

In november vorig jaar vermoordde LRA-leider Joseph Kony zijn tweede man, Vincent Otti. Die zou te veel op de voorgrond treden bij vredesbesprekingen en hierbij te veel de show stelen. Verder zouden de twee van mening verschillen over de inzet bij de besprekingen. Sinds de moord op Otti is het onrustig in het kamp van de LRA. De rebellen zouden onderling verdeeld zijn geraakt en commandanten zouden zelfs met groepen strijders zijn vertrokken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer