Vader wil niet op missie om zorg voor kind
UTRECHT - Vrouwen bij de krijgsmacht hoeven niet op missie naar een uitzendgebied als zij kinderen hebben onder de vijf jaar. „Discriminatie”, vindt piloot J. Steen die als huisvader voor zijn kind wil zorgen, zodat zijn vrouw haar handen vrij heeft voor haar baan.
De Commissie Gelijke Behandeling boog zich dinsdag over de zaak.Het ministerie van Defensie voert het vrijstellingsbeleid voor vrouwen met jonge kinderen allereerst om de moeder met jonge kinderen te beschermen, zo voerde een woordvoerder van het ministerie dinsdag aan.
Daar komt bij dat defensie er volgens hem al jarenlang naar streeft meer vrouwen voor de krijgsmacht te werven en ze ook te behouden. Het vrijstellingsbeleid kan eraan bijdragen dat het streefpercentage van 12 procent wordt gehaald. Momenteel ligt het percentage vrouwen binnen de krijgsmacht op niet meer dan 9 procent.
Een vrijstellingsbeleid voor alleen vrouwen werkt echter discriminerend, vindt Steen. „Defensie moet niet alleen rekening houden met vrouwelijke militairen, maar zou ook de vrouwelijke achterblijvende partners van militairen tegemoet moeten komen. Voor hen is het geestelijk en lichamelijk erg zwaar om hun partner in een oorlogsgebeid te hebben, thuis zelf voor de kinderen te moeten zorgen en soms ook nog een baan erbij te hebben”, aldus Steen.
De militair verlaat binnenkort de krijgsmacht, omdat hij en zijn vrouw het niet zien zitten om hun beider baan te combineren met de zorg voor hun kinderen. Een vrijstellingsbeleid dat ook voor vaders van jonge kinderen zou gelden, had hem mogelijk voor de krijgsmacht kunnen behouden, zei hij dinsdag.
Volgens defensie maakt een vrijstellingsbeleid voor zowel mannen als vrouwen het onmogelijk om de taken zoals de krijgsmacht die momenteel heeft uit te voeren. „Het leger bestaat uit 48.000 militairen. Door grote missies in Afghanistan hebben we ze allemaal hard nodig, omdat eenheden elkaar moeten afwisselen. De rotatie van troepen brengt met zich mee dat je constant een groot aantal manschappen nodig hebt. Een groep komt terug uit Uruzgan, een ander deel moet de taken in het gebied overnemen en de volgende groep militairen moet alweer getraind worden voor een uitzending. Dat gaat maar door.”
Volgens hem blijkt uit onderzoek van defensie dat ze rekening moet houden met 4300 mannen die van de vrijstellingsregeling gebruik zouden willen maken. „Dat is een substantieel veel te grote groep om onze operationele taken naar behoren te kunnen uitvoeren.”
Steen meent echter dat het argument van de operationele inzetbaarheid niet in verhouding staat tot het feit dat defensie een regeling in stand houdt die discriminerend en niet grondwettelijk is.
Uitspraak volgt binnen acht weken…