Een dergelijke regeling voorkomt dat topmanagers in de verleiding komen hun optiepakketten te ”cashen” met behulp van opgepompte winstcijfers of dat zij profiteren van hoge beurskoersen die niets te maken hebben met de staat van het bedrijf.

Volgens De Vries is het bovendien gezond dat bestuursvoorzitters en andere managers aandelen in hun eigen onderneming bezitten. Een zaterdag gepubliceerd onderzoek van NRC Handelsblad toont dat de meeste topmensen van de grote beursgenoteerde bedrijven in Nederland dat niet hebben. Volgens De Vries een typisch Nederlands verschijnsel. „Als je in Angelsaksische landen als verantwoordelijk manager geen aandelen in je eigen bedrijf bezit, heb je wel wat uit te leggen.”

Het vasthouden van de optiewinsten in aandelen van het eigen bedrijf zou volgens De Vries moeten gelden voor een periode van drie jaar. Hij ziet een dergelijke maatregel op korte termijn totstandkomen via fiscale prikkels dan wel een wettelijke regeling. „Minister Heinsbroek (Economische Zaken) heeft ook toegezegd werk te zullen maken van de exorbitante zelfverrijking van topmanagers via grote optiepakketten. En het is ook logisch dat er iets gebeurt na de reeks incidenten van de afgelopen tijd.”

Daarbij doelt De Vries vooral op tal van her- en opwaarderingen die tot hogere winstcijfers leidden en meer geld bij het verzilveren van de opties. De Vries geeft als voorbeeld de optiewinst van oud-Philips-topman Boonstra. „Boonstra incasseerde zijn opties toen Philips een winst maakte van 9 miljard euro. Die winst was deels zo hoog door het herwaarderen van deelnemingen in buitenlandse bedrijven. Boonstra vertrok en een jaar later noteerde het bedrijf rode cijfers.”

Volgens de VEB-directeur is de invoering van een nieuwe regeling vooral nu nodig, omdat de aandelenkoersen zo laag staan. „Want als de beurs aantrekt, kunnen via goedkope opties opnieuw enorme winsten worden geboekt.”