Cultuur & boeken

Ontmoeten in plaats van verafschuwen

Luc Ferry, oud-minister van Onderwijs in Frankrijk, bepleit in zijn boek ”Beginnen met filosofie” een „verruimd denken.” „Het spoort ons aan in een belangrijk wereldbeeld dat het mijne niet is telkens te ontdekken wat juist is.”

Jan-Kees Karels
13 February 2008 10:08Gewijzigd op 14 November 2020 05:32

De 56-jarige Luc Ferry behoort tot de intellectuele voormannen van Frankrijk. Hij is een van de weinige filosofen in het land die diepgravende beschouwingen over Heidegger afwisselt met populariserende boeken over politiek en filosofie. Van zijn boek ”Apprendre à vivre”, onlangs vertaald in het Nederlands, gingen 100.000 exemplaren over de toonbank.Ferry studeerde filosofie in Parijs en Heidelberg. Zijn doorbraak bij het grote publiek ligt in het begin van de jaren negentig. Voortdurend zoekt hij het debat met de milieubeweging en schuwt daarbij de media niet. Politiek links beschouwt hem als een reactionair en hekelt zijn mediagenieke optreden. Maar Ferry weet dat je, om progressief te zijn, tegenwoordig reactionair moet zijn. „Dan pas ben je echt een vrije geest.”

Van 2002 tot 2004 is hij minister van Onderwijs. Zijn moeizame verhouding met de politiek schrijft hij van zich af in een in 2005 verschenen geschrift „over de regeerbaarheid van democratieën.” De Franse president Sarkozy, die Ferry aanduidt als goede vriend, heeft de conservatief-liberale filosoof gevraagd zitting te nemen in een commissie die de mogelijkheid van staatsrechtelijke hervormingen onderzoekt.

Filmster
Ferry vindt het belangrijk dat de staatsrechtelijke hervormingen op het juiste niveau worden aangepakt. In een ontmoeting in Amsterdam geeft hij daarvoor een aanzet, gebruikmakend van ervaringen uit zijn politieke carrière. Als minister had Ferry een brede portefeuille, met Jeugd, Educatie, Cultuur en Wetenschap. Het leidde tot tal van ontmoetingen in Brussel met collega-ministers. „Ik ging heel vaak naar Brussel. Het is zo raar wat je daar ziet. Zo’n bijeenkomst met de ministers van andere landen lijkt net een komische film. Ieder spreekt vijftien minuten, en zegt precies niets in die tijd. Je weet niet wat je in zo’n bijeenkomst doet en wie het voorbereidt. En wat je zegt heeft geen effect. In de huidige constructie van de Europese Unie kunnen geen beslissingen worden genomen. Mogelijk dat dit gaat veranderen met het nieuwe verdrag, ik hoop het. Wat moet veranderen is de mogelijkheid beslissingen te nemen door een meerderheid, en niet door een unanimiteit. We moeten de structuur van de EU veranderen. Er moet een Europees, politiek lichaam komen, een democratisch model.”

De vraag naar de regeerbaarheid van democratieën is een belangrijke voor Ferry. „Als minister heb ik ervaren dat je niet kunt doen wat je wilt doen. Daarvoor zijn twee redenen aan te wijzen. De eerste is: globalisering. Kijk, veertig jaar geleden konden politici iets uitrichten, ze konden écht iets veranderen in het land. Dat is nu veranderd. De economische markt heeft in feite de macht overgenomen. En niet alleen de markt, ook de techniek. Economie en techniek hebben een eigen autonome ontwikkeling gekregen, waaraan politici niets kunnen veranderen. Het is een proces zonder subjecten, zonder actoren.”

Een tweede ontwikkeling die Ferry noemt, is het oprukken van de media. „De ontwikkeling van de media werkt op dezelfde manier als de globalisering: er is niets of niemand die de media aanstuurt. Politici worden geacht sterren te zijn, zoals in films. Als politicus word je erop getraind je te gedragen als een filmster. Politiek is voor 99 procent communicatie geworden.”

Ferry ziet wel een oplossing voor deze problemen, „maar niet op nationaal niveau. Op nationaal niveau kun je niets uitrichten. Het is de kunst om het juiste niveau te vinden, om de macht te herstellen, om zo weer dingen te kunnen bereiken. In de jaren zestig hadden politici te veel macht. De revolutionairen vroegen hen om die macht te delen met het volk. Vandaag gebeurt precies het tegenovergestelde: het hoofdprobleem is dat politici helemaal géén invloed hebben. Let wel, ik ben niet tegen globalisering. Maar dan nog denk ik dat we een staat nodig hebben die burgers kan beschermen tegen de negatieve effecten van globalisering. De belangrijkste vraag voor alle staatshoofden, of je nu Brown of Sarkozy heet, is dan ook dezelfde: hoe kunnen we ons land aanpassen aan een geglobaliseerde wereld?”

Liefde
Tegelijk beseft Ferry dat ”aanpassen aan” niet het enige is in de politiek. „We moeten natuurlijk ook de vraag stellen wat voor beschaving we willen opbouwen. We moeten ook iets anders tegenover de globalisering blijven stellen. En daar ligt een taak voor de filosofie: waarden opsporen die van blijvende betekenis zijn.”

Dat opsporingsonderzoek gaat niet zonder het lezen van grote werken uit de wereldliteratuur, onderstreept Ferry. „Om jezelf en de wereld te begrijpen, heb je de filosofie nodig. Dan begrijp je de wereld veel beter dan wanneer je alleen het nieuws van de dag tot je neemt.”

Zijn boek ”Beginnen met filosofie” helpt mensen op weg in de wereld van de grote boeken. ”Beginnen met filosofie” wil vooral een „oefening in levenskunst” zijn. Op eenvoudige manier, helder formulerend en zich direct tot de lezer wendend, zet Ferry uiteen wat filosofie behelst en wat je eraan kunt hebben. Hij beoogt daarbij zowel de volwassene die globaal wil weten wat filosofie is, als de jongere die wil beginnen met het lezen van filosofen.

Evenals het filosofisch handboekje dat Epictetus ooit schreef, tutoyeert Ferry zijn lezers. Met grote stappen wandelt hij door de geschiedenis: van de stoïcijnen via het christendom uit de middeleeuwen en het humanisme van de moderne tijd naar het postmodernisme van tegenwoordig.

Vertrouwen
Intussen ontvouwt de oud-minister zijn eigen filosofie, waarin het begrip „verruimd denken” een centrale plaats inneemt. Daarmee doelt hij op het onderzoeken van een wereldbeeld dat het jouwe niet is, om te ontdekken of er mogelijk iets juist aan is. Ferry verwijst naar een boek dat hij schreef met zijn vriend André Comte-Sponville, een materialistisch filosoof. Aanvankelijk hadden beiden „niets gemeen.” De één communist, de ander republikeins-rechts en gaullist. De één geïnspireerd door Spinoza, de ander door Kant en het christendom. Ferry: „En toch ontmoetten we elkaar. En in plaats van elkaar te verafschuwen, wat heel eenvoudig was geweest, begonnen we met elkaar te vertrouwen. Ik bedoel: er niet bij voorbaat van uit te gaan dat de ander te kwader trouw was, maar uit alle macht proberen te begrijpen wat het aantrekkelijke en overtuigende was van een wereldbeeld dat het mijne niet was.”

Hoewel Ferry het christelijk geloof graag zou vervangen door een niet-metafysisch getinte ”wijsheid van de liefde”, bevat zijn boek aanbevelingen die ook voor christenen van belang zijn. Verruimd denken geeft immers een volgorde aan die bij elke communicatie met andersdenkenden van belang blijft: eerst luisteren, dan denken, dan even niets, en misschien ooit nog eens oordelen.

Mede n.a.v. ”Beginnen met filosofie. Met andere ogen kijken naar je leven”, door Luc Ferry; uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen, 2007; ISBN 978 90 295 6522 6; 272 blz.; € 19,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer