Ontspoord
Uit alles is wel duidelijk geworden dat de veelbesproken Joran van der Sloot een ongebonden leventje leidt. Hij gebruikt softdrugs, beweegt zich veelvuldig in het uitgaansleven, verdient een hoop geld met pokeren, geeft het met hetzelfde vaartje weer uit in het casino en iedere twee weken slaat hij wel een leeftijdsgenote aan de haak met wie hij dan gemeenschap heeft (voor de goede orde: de dames stellen zich daarvoor vrijwillig beschikbaar). Als we infiltrant Patrick van der Eem mogen geloven, is Joran zelfs bezig af te glijden richting criminaliteit. Veelzeggend is dat hij hevig geïnteresseerd was in het opzetten van een wiethandel en kickte op de contacten die Van der Eem zei te hebben in de onderwereld.
Je zou denken dat de ouders van Joran zich grote zorgen om hun zoon maakten (en maken). Dat hij tijdens de ontmoetingen met de infiltrant van De Vries zo respectloos over meisjes en vrouwen praatte, zal toch niet de eerste keer zijn geweest. Je kunt je ook bijna niet voorstellen dat zijn ouders onbekend waren met zijn moraal. Of beter: het ontbreken daarvan.Niets wijst er echter op dat ze door deze zorgen werden gekweld. Eerder gaven ze Joran het slechte voorbeeld. Althans, als het waar is dat zijn vader een mobieltje wist binnen te smokkelen toen Joran de eerste keer in het gevang zat. Joran verklaarde dat in de gesprekken met informant Van der Eem en was op dit punt zo gedetailleerd dat hij dat nauwelijks kan hebben verzonnen. Let wel: Pa van der Sloot was in die tijd rechter in opleiding en heeft -afgaand op de uitlatingen van Joran- zijn positie misbruikt om zoonlief een handje te helpen.
Ook de wijze waarop zijn ouders het in de media voor hem opnamen, geeft te denken. Dat ze hem niet meteen bij de eerste verdenking lieten vallen, kan iedereen vatten. En dat ze hem zo goed mogelijk probeerden te begeleiden, valt ook te begrijpen. Het blijft tenslotte wel je zoon. Maar dat pa hem adviseerde vooral geen verklaring bij de politie af te leggen, is andere koek. Dat de ouders zich naderhand vanuit Aruba lieten invliegen om bij Pauw en Witteman te benadrukken dat Joran zo’n aardige jongen was die „zoiets” nooit zou doen, is ook van een andere orde. In combinatie met het zojuist genoemde zwijgadvies ontstaat dan toch een bedenkelijk beeld.
Is dat niet symptomatisch, ouders die hun kinderen per definitie in bescherming nemen? Een oudere schooldirecteur vertelde eens op een congres hoe hij vroeger maar naar de telefoon hoefde te grijpen om ouders te informeren over het gedrag van hun kind of er werd ingegrepen. Het hoofd van de school had zich gemeld. Dan was er vast iets aan de hand. De laatste jaren vervoegde hij zich persoonlijk bij de leerling thuis en moest hij praten als Brugman omdat hij anders niet werd geloofd. Zoiets deed zoon of dochter immers niet. Een collega had al eens een vuistslag moeten incasseren omdat pa zich beledigd voelde toen hij op het gedrag van zijn kind werd aangesproken.
En dan nog iets. De moeder van Natalee Holloway heeft een boek over haar verdwijning geschreven waarin we haar leren kennen als een deugdzaam, braaf meisje. Naderhand is gebleken dat deze voorstelling van zaken veel te rooskleurig is. Uit serieus journalistiek onderzoek komt ze naar voren als een puber die op drift was geraakt. Volgens diverse verklaringen van omstanders drong ze zich indertijd zelf bij Joran op en was ze zwaar beschonken.
Dat rechtvaardigt uiteraard op geen enkele manier hoe Joran naar zijn zeggen met haar is omgegaan. Maar dat is nu even het punt niet. De vraag is of we hier met een trend hebben te maken. Het lijkt er wel op. Iemand vertelde me deze week dat hij tijdens de uitgezonden biecht van Joran had moeten denken aan een gesprek van een viertal jongens in een treincoupé. Zonder enige gêne brachten ze elkaar op de hoogte van hun recente avontuurtjes met vrouwelijke leeftijdsgenoten. „Het was in precies hetzelfde, respectloze taaltje”, zei de kennis, die heus wel wat gewend is. „We wisten als medepassagiers niet waar we kijken moesten. Het was meer dan schunnig.”
Onderwijl onderneemt Rouvoet als minister voor Jeugd en Gezin manmoedige pogingen om ouders van losbandige en ontspoorde jongeren aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Hij verdient bewondering. Tegelijk mogen we hem wel veel wijsheid en sterkte toewensen. Ik zal zeker niet zeggen dat we terug moeten naar de autoritaire opvoeding van weleer, maar wat we ervoor in de plaats hebben gekregen dreigt volgens mij te ontaarden in een janboel.