De kunst van het loslaten
Ze belde dat ze later kwam. File voor de tunnel. Maar het begon weer een beetje te rijden. Haar systeem zei tegen haar dat ze er om vijf voor drie kon zijn.
Een uurtje later zat ze tegenover me. Een vrouw van middelbare leeftijd. Renske. Ze had een belangrijke functie bij de vakbond. In de metaal. Een vrouw in een mannenwereld.Iedere twijfel of deze vrouw zich in deze gestaalde omgeving kon handhaven verdween als sneeuw voor de zon wanneer je haar hoorde spreken: beschaafd, maar vooral zelfverzekerd. Het was een vrouw die wist wat ze wilde en daarvoor ging. Deze morgen nog was ze afgereisd naar het concern waar ze een adviserende functie had.
Vakantie
Uit haar verhaal kreeg ik vaag een beeld. Ze had enveloppen opengemaakt. Degene die dat eigenlijk had moeten doen, was op vakantie gegaan. Renske had nog met haar gesproken vorige week. „Geef me in ieder geval je telefoonnummer, als het fout gaat wil ik je kunnen bereiken.” Maar de leidinggevende had haar schouders op gehaald. „Vakantie is vakantie, dan ga ik de mobiel niet aanzetten.”
En het ging fout. Er zouden gevaarlijke situaties ontstaan. Anderen konden de dupe worden. Daarom was Renske vanmorgen vroeg in de auto gestapt. Ze had de brieven uit het postvak gevist.
Toen de inhoud tot haar was doorgedrongen, was ze zonder kloppen binnengestapt bij de topmanager. „Ga jij dit nu maar regelen, want het gaat fout.” Vervolgens was zij zonder omkijken de deur uitgestapt. „Arme Tom”, lachte ze. „Nu zit hij ermee. Hij krijgt het maar weer op zijn bordje. Maar hij gaat het doen.” Haar ogen, die net nog twinkelden, stonden weer even zelfverzekerd als anders. En ik wist: „Hij doet het, omdat Renske de brieven op zijn bureau had gegooid.”
Renske. Daadkrachtig en met een ontembare energie. Moedig. Ontzettend vindingrijk: de ideeën borrelen vanzelf op, en ze zijn werkbaar. De telefoon pakken en ideeën omzetten in beweging, daarover hoeft ze niet na te denken. Bij dit alles een sterk ontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel en oog voor de medemens.
Ergernis
Het hele pakket samen vormde het probleem. Ze wilde leren loslaten. De dingen laten gaan zoals ze gaan. Die manager, die alles uit haar handen liet vallen, daar is ze ongelooflijk jaloers op. Dat je dat kunt! Ze begrijpt het niet. Dat zou zij ook moeten leren.
Ik: „Je kijkt bewonderend naar mensen die de boel de boel laten en de deur achter zich dichttrekken.”
Nee, Renske werd daar bij nader inzien buitengewoon kwaad over. Ze kon het niet uitstaan. Ze ergerde zich geweldig aan dit soort types. Maar ja, tegelijk moest ze zichzelf uit kunnen zetten. „Ze worden ook wel eens heel moe van me”, vertrouwde ze me toe.
Het gesprek kreeg een andere dimensie. Renske was 55. En dan zou je toch eens moeten kunnen leren om het rustiger aan te doen. Op weg naar de ouderdom. Ze wist niet hoe het moest. Al die actie en energie putte haar uit. Ze kreeg er een kick van, maar tegelijk trok het een sterke wissel op haar spankracht.
De oplossing lijkt te zijn: een beetje rustiger aan doen. Wat korter werken, wat minder dingen tegelijk doen. Vaker nee zeggen. Een tandje lager. Maar dat werkte helemaal niet. Die geweldige energie bij het werk, het nemen van je verantwoordelijkheid, en het steeds opnieuw in beweging zetten van je omgeving, leverde Renske veel op. Respect, bewondering en waardering, en succeservaringen. De kick dat je het verschil maakt. Zelfrespect. Een identiteit. En laten die bewondering en die kick nu net samen hangen met die laatste 10 procent van de prestatie. Sneller, daadkrachtiger en vindingrijker zijn dan je omgeving. Met een beetje rustiger aan doen, ontneem je je de totale winst. Iets minder hard werken werkt dus niet. De prijs is te hoog.
Zoon
Wat dan? Ik vroeg Renske naar uitzonderingen. Kon ze zichzelf nooit uitzetten? Had ze de dingen in het verleden wel eens uit de handen laten vallen?
Jawel, ze kon het: als haar zoon ziek was. Dan bleef ze gewoon thuis om voor hem te zorgen, wat er ook op het programma stond. Als ze op reis ging. Op het moment dat ze wegging, dacht ze nergens meer aan. En ze was een hele tijd ziek geweest en had genoten van de rust, de vogels en het niets hoeven doen. We waren verrast over deze voorbeelden. Ze kon het dus al!
Ze wilde meer en vaker. Ze wilde ervoor kunnen kiezen. Ze wilde op de schaal van één tot tien van een drie naar een acht. Nu hing het nog vaak samen met p&p: plicht: je zoon verzorgen, en planning: een reis afspreken. Je zou moeten kunnen kiezen voor twee ritmes in je leven. De ”flow” ervaren van overal tegelijk aan werken, en alles tegelijk in beweging zetten. Maar ook dat andere ritme. Ze gaf er peinzend en pratend vorm aan. Rustig mediteren, leegte, niet invullen. Rondhangen, praten met de poes, kijken naar de vogels, en toch aan het einde van de dag een goed gevoel. Een hele middag gewoon op een bankje bij de Linge zitten. Het nergens over hebben. Luisteren naar muziek. Ont moeten.
„Wat is je eerste stap?” vroeg ik.
„Ik ga eraan denken”, zei ze. „Elke dag een poosje. Mediteren over dit verlangen. Zo werkt het bij mij. Daarmee ga ik het groter maken.”
De auteur is zelfstandig coach, mediator, interim manager en organisatieadviseur.