De twee oprichters van het concern, David Filo en Jerry Yang, begonnen Yahoo! in 1994 om een eigen gids te hebben voor het wereldwijde web. Ze studeerden toen nog elekrotechniek aan Stanford University.Al snel besteedden de heren meer tijd aan het bijhouden van lijsten met hun favoriete links op het internet dan aan hun studie. Uiteindelijk werden hun lijsten te lang om het overzicht te houden, waarna ze de lijsten in categorieën verdeelden. Toen er te veel categorieën waren, maakten ze subcategorieën. Zo werd de kern van het concept achter Yahoo! geboren.

Yahoo! staat voor Yet Another Hierarchical Officious Oracle, een verwijzing naar een figuur uit Gullivers reizen van Jonathan Swift. Maar ze selecteerden de naam Yahoo! vooral vanwege de definitie van yahoo: onbeleefd, ongeraffineerd, onbeschaafd.

Al snel merkten de twee studenten dat ze niet de enigen waren die behoefte hadden aan één plek om de juiste websites te vinden. Honderden mensen begonnen gebruik te maken van hun ’gids’. In de herfst van 1994 vierde Yahoo! zijn miljoenste ”hit” op één dag. De site had toen 100.000 unieke bezoekers.

In maart 1995 bereikten Filo en Yang een overeenkomst met de investeringsmaatschappij Sequoia Capital, die al meer technologiebedrijven als Apple, Atari en Oracle had geholpen met de financiering. De investeringsmaatschappij leende hun bijna 2 miljoen dollar. De oprichting van het bedrijf Yahoo! was een feit.

Een jaar later ging Yahoo! naar de beurs, wat een opbrengst van 33,8 miljoen dollar opleverde. De populariteit van de zoekmachine steeg snel en het bedrijf breidde zijn activiteiten uit naar webmail en ”instant messaging”.

Inmiddels maken maandelijks wereldwijd meer dan 500 miljoen mensen gebruik van Yahoo!. Het bedrijf heeft kantoren in Europa, Azië, Latijns-Amerika, Australië, Canada en in de Verenigde Staten.

De laatste jaren liep de Amerikaanse zoekmachine een steeds grotere achterstand op op rivaal Google. Inmiddels heeft Google in de Verenigde Staten ongeveer de helft van de markt in handen. Yahoo! moet het doen met ongeveer een kwart van de markt.

Volgens critici zou Yahoo! onvoldoende hebben ingespeeld op de concurrentie van Google en de populariteit van vriendennetwerksites als MySpace.

In mei 2007 kwamen de eerste geruchten naar buiten dat Microsoft zou azen op een overname van het internetbedrijf. Een maand later stapte topman Terry Semel op onder druk van investeerders, die niet tevreden waren over de resultaten van Yahoo!. Oprichter Jerry Yang nam de dagelijkse leiding weer over.

De goede verstaander zag het een week geleden al aankomen. Bij de presentatie van de kwartaalcijfers maakte Microsoft bekend op korte termijn meer bijzonderheden te zullen geven over zijn strategie.

Zakenbank Goldman Sachs wist genoeg en speculeerde openlijk op een overname van zoekmachine Yahoo!. Vrijdag was de kogel door de kerk en maakte de softwarereus bekend 44,6 miljard dollar (29,9 miljard euro) over te hebben voor het bedrijf.

Samen met Yahoo! hoopt het concern nu een vuist te kunnen maken tegen Google, die op de markt van zoekmachines veruit de grootste is. Als de overname slaagt, verlost Microsoft zich in een klap van een groot probleem. Het concern wist kwartalen achtereen geen winst te genereren uit zijn onlinediensten, waar onder meer de zoekmachine en de chatfunctie van MSN onder vallen. Dit in tegenstelling tot activiteiten als besturingssysteem Windows en de XBox, waar Microsoft miljarden mee verdient.

Voor Microsoft biedt de overname duidelijk voordelen. Yahoo! heeft als zoekmachine een vaste kring van goede adverteerders om zich heen, waaronder computerfabrikant Hewlett-Packard, internetprovider AOL en Bank of America. Door zoekopdrachten en advertenties beter te laten ’matchen’, kan er nog meer worden verdiend. Dat laatste vormde bij Yahoo nog wel eens een probleem.

Of de overname van Yahoo! uiteindelijk veel zoden aan de dijk zal zetten, valt nog te bezien. Zoekmachine Google blijft met een marktaandeel van 63 procent oppermachtig. Microsoft en Yahoo! moeten het samen doen met een schamele 15 procent. Vast staat wel dat Google er een „geduchte concurrent” bij krijgt. „Samen hebben Microsoft en Yahoo! een behoorlijke massa.”