Nederland laat kansen liggen in Midden-Europa
Steeds meer ondernemers overwegen zaken te gaan doen in Midden-Europa. Maar als het eropaan komt, laat de Nederlandse handelsgeest behoorlijk verstek gaan. Om succes te boeken, is samenwerking met Duitse ondernemers geboden.
Op een bijeenkomst donderdag van de Nederlands-Duitse Kamer van Koophandel bleek dat Nederlandse ondernemers nog onvoldoende de weg weten in de aanstaande lidstaten van de Europese Unie. „Wie klaar wil zijn voor de uitbreidingsgolf van 2004-2005, moet als een haas aan de slag”, zei directeur van de divisie informatie Ellen Visser van de EVD, het exportagentschap van het ministerie van Economische Zaken.
Met investeringen zit het wel snor, maar in vergelijking met Duitsland blijft de Nederlandse export naar Midden-Europa achter. Duitsland is voor Polen, Tsjechië, Hongarije en Slovenië veruit de belangrijkste handelspartner. Ook afgemeten aan het verschil in grootte tussen beide landen, is het verschil behoorlijk. Visser adviseert ondernemers op zoek te gaan naar „partners die bij u passen.” „Lift mee met het Duitse bedrijfsleven.”
De voornaamste oorzaak voor het gegeven dat Duitsland het beter doet in Midden-Europa is snel gevonden. Waar Nederland vanouds meer naar markten overzee kijkt, hebben de Duitsers veel ervaring met zakendoen in de landen ten oosten van hun grens. Visser: „Ook Nederland kan die sprong maken, want met zakendoen in Duitsland bestaat veel ervaring. Maar de kost gaat voor de baat uit. Succes op lange termijn vergt een gedegen voorbereiding.”
Voorzitter H. de Boer van MKB-Nederland, de organisatie voor het midden- en kleinbedrijf, onderstreepte de waarde van Duitsland als springplank voor Midden-Europa. „In landen als Polen en Hongarije bestaat groot respect voor de degelijke Duitse aanpak en vakmanschap. Tegelijkertijd is er waardering voor de Nederlandse handelsgeest. Het nadenken over combinaties van Duitse en Nederlandse bedrijven heeft een absolute meerwaarde. We kunnen over en weer goed gebruik maken van elkaars aanvullende specialisaties.”
Rond de verschillende handelsmissies die De Boer in het buitenland leidde, viel hem op dat er in Nederland amper belangstelling is voor de trips in Europa. Op een missie naar China zit het vliegtuig geheid vol journalisten. Een geslaagde reis naar de Duitse deelstaat Beieren, een van de grootste economieën van Europa, krijgt amper aandacht.
„In plaats van dat wij onze relaties met Duitsland systematisch koesteren, verwaarlozen wij die. Minister Heijnsbroek (Economische Zaken) zou zich eens moeten afvragen wat hij zou kunnen doen om de verhouding te optimaliseren.”
De aanstaande uitbreiding van de EU heeft voor het Nederlandse bedrijfsleven ook schaduwkanten, waarschuwde De Boer. „Sommige bedrijven kunnen op onaangename gevolgen rekenen.” Zo kunnen bedrijven die als toeleverancier fungeren van grote bedrijven hun borst natmaken. Al verzuimen ze zelf over de grens te kijken, hun afnemers zullen dat zeker niet nalaten. „Op termijn is het onontkoombaar. Ook de bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf moeten de drempel over.”