Menselijk geluk als richtsnoer voor marktwerking
Geluk is een populair thema. Wie een willekeurig magazine opslaat, treft al gauw een artikel aan dat de lezers de weg wijst naar meer geluk. Ook onder economen is er toenemende aandacht voor onderzoek naar de relatie tussen economische factoren en menselijk geluk. Zelfs ook van het Centraal Planbureau, die in zijn recente Macro Economische Verkenningen een uitgebreide paragraaf aan de ”ins en outs” van gelukonderzoek besteedt.
Een opmerkelijke bevinding van dit type onderzoek is dat de invloed van economische groei op geluk betrekkelijk gering is. Dat roept de vraag op of de doelstelling van economische groei -een van de klassieke doelstellingen van het economische beleid- niet herijkt moeten worden. En daarmee ook het pleidooi voor marktwerking, dat immers steunt op de gedachte dat dit de economische groei bevordert.Alhoewel een stijging van inkomen het geluk van mensen wel bevordert, is het effect niet zo groot. Uit onderzoek blijkt dat het hebben van een baan (in plaats van werkloos zijn), zekerheid over de continuïteit van de baan, een goed huwelijk, goede gezondheid en de mate waarin God als belangrijk wordt ervaren in het persoonlijke leven er meer toe doen. Opvallend is ook dat het vertrouwen in andere mensen en de eigen moraal een even grote invloed heeft als een relatieve stijging van het gezinsinkomen van maar liefst 50 procent. Eigenlijk passen al deze factoren heel goed bij een christelijke ethiek.
Invloed markt
De klassieke doelstellingen van het economische beleid zijn economische groei, volledige werkgelegenheid, redelijke inkomensverdeling, prijsstabiliteit en betalingsbalansevenwicht. Marktwerking wordt vooral verdedigd op grond van de eerste twee doelstellingen. Economisch onderzoek toont aan dat marktwerking positief samenhangt met welvaart. Economische groei op zijn beurt wordt weer als een van de belangrijkste oorzaken van werkgelegenheidsgroei beschouwd. De invloed van marktwerking op geluk via deze twee doelstellingen is dus positief.
Maar wanneer concurrentie op de markt erg fel is, is de kans groot dat de markt het menselijke geluk ook negatief beïnvloedt. Het zal gevoelens van onzekerheid bevorderen en relaties met andere mensen schaden. Een hoge mate van flexibiliteit en geografische mobiliteit die een dynamische markt vergt, verzwakt intrinsieke gemeenschapsbanden. Dit leidt tot een grotere kans op scheiding, hetgeen volgens geluksonderzoek een grote aanslag doet op het menselijk geluk. Op stations wordt momenteel reclame gemaakt voor de scheidingsbeurs, alsof het een economisch product is.
Ook de sterke prikkel die de markt biedt om te werken -in de VS is het aantal gewerkte uren per persoon beduidend hoger dan in Europa - doet een aanslag op de gemeenschapsbanden in de familie. De individualisering leidt voor degenen die succesvol zijn tot een netwerk van plezierige maar zwakke banden in het verlengde van de persoonlijke activiteiten. Maar dit lijkt niet weggelegd voor de klasse aan de onderkant van de markt.
Gezondheid
Felle concurrentie schaadt ook de gezondheid, omdat het streven naar maximale prestaties werknemers onder druk zet en daarmee een belangrijke stressfactor is. Bovendien leert de sterk geprivatiseerde gezondheids- en verzekeringsmarkt in de VS dat mensen eerder grote risico’s met hun gezondheid (moeten) nemen als collectieve voorzieningen afwezig zijn.
Marktwerking is tot slot ook van invloed op vertrouwen en de moraal. Concurrentie is noodzakelijk voor een goed functioneren van het reputatiemechanisme en dit komt de deugd van de prudentie en daarmee het verantwoordelijkheidsbesef ten goede. Indien bedrijven onder zeer felle concurrentie moeten werken, kan dit evenwel omslaan in het tegendeel. Elk kostenvoordeel dient dan te worden aangegrepen om de concurrentiepositie te versterken. Dit vergroot de verleiding om tot oneigenlijke praktijken over te gaan. Er ontstaat derhalve een druk op de integriteit en dit zal eveneens zijn weerslag hebben op het onderling vertrouwen. Deugden als trouw en loyaliteit lijden onder veelvuldige schaalvergroting en reorganisaties omwille van vergroting van efficiëntie.
Daling vertrouwen
Dat kan wellicht mede een verklaring zijn waarom het onderlinge vertrouwen in landen als de VS en Engeland zo’n sterke daling heeft vertoond in de afgelopen decennia. Relaties worden instrumenten en er is minder reden tot vertrouwen dat mensen zullen helpen (in de eigenlijke zin van het woord, namelijk uit solidariteit en niet uit berekendheid). Uit een onderzoeksrapport blijkt bijvoorbeeld dat een grote meerderheid van de jongeren in de VS gelooft dat zij zelf eruit moeten halen wat erin zit, omdat niemand haar iets zal gunnen. Onder ouderen is van een dergelijk gebrek aan vertrouwen in de hulp van anderen veel minder sprake.
Anno 2007 gaat de discussie niet over wel of geen marktwerking, maar over de mate ervan in verschillende segmenten van de economie. Maar op de weg naar meer marktwerking is het ook van belang te realiseren dat er substantiële indirecte negatieve effecten kunnen uitgaan van te sterke concurrentie op geluk via andere factoren dan vervat in de klassieke doelstellingen van economisch beleid. Dat maant tot behoedzaamheid bij het implementeren van meer marktwerking. Het siert het kabinet dat het zich daarvan bewust lijkt. Nederland kent internationaal gezien een relatief hoog gelukspeil en dat moeten zo blijven.
De auteur is hoogleraar economie, onderneming en ethiek. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.