Moderne techniek vraagt ander onderwijs
De huidige leerlingen in onze klassen zijn anders dan vroeger, stelt ir. P. Jansen . Dat heeft consequenties voor het onderwijs.
Als we kijken naar de techniek in de huidige samenleving, dan valt op dat de verschillende technologieën nauw met elkaar verweven zijn. De mensheid is op een tweesprong beland. Blijft de techniek namelijk een werktuig van de mens, zoals het vanaf het begin af aan geweest is, of gaat de techniek ingrijpen in de kern c.q. denkpatronen van de menselijkheid zelf?Het is een moeilijk te beantwoorden vraag. Feit is wel dat we het stadium van wel of geen gebruikmaken van bepaalde technieken en middelen al voorbij zijn. Dat dwingt ons na te denken in hoeverre we ons door deze technieken laten sturen in ons denken, omdat de techniek ons handelen al bepaalt. Over dat eerste zou veel te schrijven zijn, maar het laatste is voor dit artikel interessant. Het stelt de vraag wat dit voor praktische consequenties heeft voor de inrichting van onze school en onze visie op leren.
De leerlingen van nu zijn van jongs af gewend uit de overdaad van informatie te selecteren en deze informatie naar hun hand te zetten. De jeugd die rond of na 1990 is geboren is een generatie die binnen de wetenschap wel wordt aangeduid als de snel communicerende en associërende generatie, de zogenaamde Einsteingeneratie. Het is een generatie die meer in digitale termen en relaties denkt dan welke generatie daarvoor dan ook. De generaties daarna zullen, zo is mijn inschatting, nog digitaler denken en de moderne techniek tot hun lifestyle maken.
Onderwijsvorm
Is het een utopisch beeld dat ik schets als ik stel dat we als reformatorische scholen ook over een aantal jaren geconfronteerd worden met interactieve leercentrums, online lesmogelijkheden en virtuele kennisomgevingen? Steeds meer hogescholen en universiteiten werken al met elektronische leeromgevingen. De generatie die nu voor ons in de klas zit, wordt na de zomervakantie bij wijze van spreken hiermee geconfronteerd. Zijn ze daar klaar voor? En vooral: wat doen wij eraan om hierbij aan te sluiten?
In essentie komt het erop neer dat we er niet onderuit kunnen om onze onderwijsvormen opnieuw in te richten. Het is in wezen een verregaande consequentie van het nieuwe leren. Het nieuwe leren zoekt aansluiting bij de leerling en dat vraagt om continue aanpassingen van onze onderwijsvormen.
Ik leg hierbij de nadruk op de onderwijsvorm, omdat ik denk dat dit niet per definitie betekent dat het om aanpassing van de onderwijsinhoud gaat. De kern van ons onderwijs blijft vanuit reformatorisch gedachtegoed de leerling tot Gods dienende persoonlijkheden te vormen. Het zal binnen ons onderwijs vanuit een eigen paradigma moeten blijven gaan om diepgaande kennis en bruikbare vaardigheden.
Gezonde mix
Maar willen we de aansluiting met de huidige en opkomende jeugd niet missen en onszelf niet uit de markt prijzen, dan zullen we serieuze onderwijskundige stappen moeten zetten. De moderne techniek vraagt om aanpassing van ons onderwijs.
Bepleit ik dan een afschaffen van boeken en klassikale lessituaties? Nee, want het onderwijs moet zich niet op hol laten brengen door de grillen van de dag en het daadwerkelijke contact met de docent blijft nodig en essentieel. Vanuit mijn optiek vooral essentieel omdat de docent een vormende taak heeft en dat is iets wat de moderne techniek nooit zal kunnen overnemen. Verder werkt een bevlogen en goede gekwalificeerde docent inspirerend en motiverend. Wel denk ik dat er een gezonde mix mogelijk en ook noodzakelijk is. Bij een dergelijke ontwikkeling kan media-educatie niet gemist worden om de jongeren te leren juist en principieel met media om te gaan.
De auteur is onderwijskundige en voormalig docent. Hij bereidt een proefschrift voor over de invloed van techniek op ons denken.