Opinie

Godsdienstvrijheid beter verdedigen

Godsdienstvrijheid is een hoog goed. Christenen moeten daar meer voor opkomen, vindt mr. J. van der Vlies. Christenen moeten daarbij samenwerken met moslims en joden.

25 January 2008 20:34Gewijzigd op 14 November 2020 05:29
Christenen moeten samenwerken met moslims als het over godsdienstvrijheid gaat, vindt mr. J. van der Vlies. - Foto RD
Christenen moeten samenwerken met moslims als het over godsdienstvrijheid gaat, vindt mr. J. van der Vlies. - Foto RD

Het wordt tijd dat christenen pal staan voor de godsdienstvrijheid. Dat zij opkomen voor de rechten die ze als christenen hebben gekregen in de diverse wets- en verdragsteksten. Maar wat voor christenen geldt, geldt ook voor de ander.Zoals de Nederlandse wetten groepen burgers beschermen zonder onderscheid, zo beschermen de wetten ook groepen rechten zonder onderscheid. De klassieke grondrechten zoals bijvoorbeeld het recht op vrijheid van godsdienst en het recht op vrijheid van meningsuiting, hebben lange tijd op gelijke voet gestaan. Om al te veel botsingen te voorkomen zijn er regels die de reikwijdte van zowel het ene als het andere recht aan banden leggen. Godsdienstvrijheid houdt niet in dat ik onder de dekmantel van godsdienst een terreurbeweging mag opzetten. En vrijheid van meningsuiting houdt niet in dat ik opzettelijk mag beledigen.

Voorrang

In deze tijd is een duidelijke tendens merkbaar om sommige grondrechten voorrang te geven boven andere. Het recht van de ene groep wordt daarbij afgewogen tegen het recht van de andere groep. Zo moest bijvoorbeeld het recht van een gewetensbezwaarde huwelijksambtenaar om geen homohuwelijken te voltrekken, het afleggen tegen het recht van homo’s om niet te worden gediscrimineerd. En het lijkt er in deze tijd op dat het recht op vrijheid van meningsuiting volledig prevaleert boven het recht op vrijheid van godsdienst.

Het indelen van grondrechten in belangrijke en minder belangrijke rechten zal onherroepelijk leiden tot discriminatie van groepen mensen. Voor de ene groep mensen zijn sommige rechten immers belangrijker dan andere. In deze tijd lijken het vooral christenen die het moeten ontgelden. Iedereen mag op grove en beledigende wijze over christenen of over de Bijbel spreken. Maar als christenen zelf eens hun mening uiten dan is Nederland te klein!

Een gevaarlijke tendens hierbij is dat de overheid meer en meer voorschrijft hóé christenen de Bijbel moeten interpreteren, bijvoorbeeld op het gebied van homofilie. Dit zal er op den duur toe leiden dat de godsdienst meer en meer wordt uitgehold van een doorleefde en bevindelijke religie naar een door de overheid nog net getolereerde levensstijl.

Ruimte

De wetgeving geeft christenen echter een ruime mate van godsdienstvrijheid. Dat is niet alleen vastgelegd in artikel 6 van de Nederlandse Grondwet. Maar veel belangrijker nog, ook in hogere gedragsregels. Zo is in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens het volgende vastgelegd: „Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften” (art. 18 UHR).

Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en het Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten voor de Mens en Fundamentele Vrijheden spreken zich in vrijwel dezelfde bewoording uit.

De godsdienstvrijheid die hier wordt genoemd is breed en omvat alle aspecten: het geloven en aanhangen van een godsdienst, het beleven, belijden en uitdragen van die godsdienst. De in deze artikelen gegarandeerde godsdienstvrijheid wordt ook buiten de privésfeer gewaarborgd. Immers belijden houdt meer in dan het erop nahouden van een mening.

Geloof is ook iets heel anders dan dat je toevallig lid bent van de één of andere club. Het geloof geeft een morele richtlijn en een basis voor het gehele leven. Dat kunnen we niet loskoppelen van het privéleven, ons leven op straat, op ons werk of in de publieke ruimte. Iemand die niet leeft naar wat hij of zij belijdt, gelooft niet wat hij belijdt of belijdt niet wat hij gelooft. De werkelijk gelovige zal dus nooit kúnnen accepteren dat de overheid voorschrijft wat hij wel of niet mag geloven!

Samen

Het wordt dus tijd dat christenen pal staan voor de godsdienstvrijheid. Dat zij opkomen voor de rechten die ze als christenen hebben gekregen in de diverse wets- en verdragsteksten.

Maar wat voor christenen geldt, geldt ook voor de ander. Als wij als christenen de vrijheid willen behouden zullen we deze ook moeten gunnen aan anderen, aan Joden en aan rooms-katholieken. Maar ook aan moslims. Hun vrijheid is ook de onze en laten wij samen ervoor strijden dat we onze religie mogen blijven belijden, onderwijzen en uitdragen. Niet als broeders en zusters. Niet omdat we vinden dat er meer moskeeën in ons land moeten komen. Niet omdat we vinden dat de islam moet worden verbreid. Maar wel als lotgenoten, strijdend om te voorkomen dat onze mond gesnoerd wordt. In de wetenschap dat als vandaag de Koran verboden wordt, de Bijbel het volgende Boek zal zijn. Beseffend dat, als de hoofddoek niet meer mag worden gedragen, ook de christelijke symbolen hun langste tijd gehad hebben.

En laten we eerlijk zijn. Hebben wij de vrijheid die nog rest misschien niet deels te danken aan moslims, die fel in het geweer komen tegen iedere aanval?

De auteur is afgestudeerd in het internationaal recht en wil gaan promoveren op de juridische reikwijdte van godsdienstvrijheid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer