Geen geld voor hulp tienermoeders
DEN HAAG - De Nieuwegeinse stichting Verlichting, die zich verzet tegen zwangerschappen onder Surinaamse en Antilliaanse meisjes, krijgt geen subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
De Raad van State heeft zonder enige inhoudelijke toelichting het hoger beroep afgewezen tegen de weigering van de minister van VWS om subsidie te verlenen. VWS weigerde de stichting van Joshua With geld te geven voor een gerichte voorlichtingscampagne onder lager opgeleide Surinaamse en Antilliaanse jongeren. With maakt zich bezorgd over het stijgende aantal gewenste en ongewenste zwangerschappen en abortussen onder Surinaamse en Antilliaanse tienermeisjes. VWS wil de stichting van With onder meer geen geld geven omdat ze alleen aan algemene voorlichting doet.Subsidies voor specifieke voorlichting voor doelgroepen heeft VWS aan zogenoemde zelforganisaties als ZonMw uitbesteed. VWS vindt dat With daar maar moet aankloppen voor subsidies. De Raad van State stelt dat With in hoger beroep geen nieuwe argumenten heeft aangevoerd vergeleken met wat hij in beroep bij de rechtbank al had aangevoerd. Om die reden wijst de Raad het hoger beroep af.
De uitspraak is een tegenvaller voor With, die grote moeite heeft steun te vinden voor zijn streven. „Ik ben geen bekende Nederlandse deskundige en dus zien ze me niet staan. Bovendien geeft ZonMw alleen maar geld voor campagnes om bijvoorbeeld geslachtsziekten te voorkomen. Het voorkomen van tienerzwangerschappen en abortussen heeft geen prioriteit”, zei With vorige maand tijdens de rechtszitting. Volgens With zijn de tienerzwangerschappen en daarmee samenhangende eenoudergezinnen funest voor de kinderen. De kinderen uit dergelijke gezinnen raken volgens hem veel vaker dan gemiddeld op het criminele pad dan kinderen uit gezinnen met een vader en een moeder.
With vindt het onacceptabel dat 44 op de 1000 Antilliaanse meisjes tussen 14 en 19 jaar een abortus laten plegen, evenals 37 op de 1000 Surinaamse meisjes. Onder autochtone meisjes is dat 4 op de 1000. Volgens With tonen de overheid en de Nederlandse politiek geen enkele belangstelling om iets te doen tegen de hoge aantallen tienerzwangerschappen en abortussen onder Surinaamse en Antilliaanse meisjes.