De man wordt ervan verdacht dat hij als boekhouder van Bouwbedrijf Moes in de vestiging Almere 300.000 euro heeft verduisterd. Dat zou tussen 2000 en 2005 zijn gebeurd.De Kampenaar, die na een dienstverband van ongeveer veertig jaar een groot vertrouwen had opgebouwd bij het bouwbedrijf en toegang had tot het betalingssysteem, nam soms contant geld op, maar het meeste geld verdween giraal naar zijn privérekening. Tegenover de politie beweerde hij dat hij dat in opdracht van de directie deed, om zo een zwartgeldcircuit te creëren waaruit bijvoorbeeld lonen zwart uitbetaald konden worden.

Na verhoren van vijftien medewerkers van Moes, onder wie een groot aantal (voormalige) directieleden, bleef er voor wat het openbaar ministerie betreft niet veel van het verhaal van het zwartgeldcircuit over. De voorzitter van de rechtbank verwonderde er zich in dat geval over dat Moes zelf aangifte heeft gedaan tegen de administrateur, die op staande voet is ontslagen.

Het is onduidelijk waar het geld is gebleven. De Kampenaar heeft wel een luxe vakantie gevierd, maar stelt dat dit voor een groot deel door zijn kinderen betaald is. Tienduizend euro stortte hij op de rekening van zijn favoriete voetbalvereniging, waar hij overigens nog steeds een gewaardeerd klusjesman en penningmeester is. Voor de rest zou hij het geld in kleine bedragen hebben gepind en via de interne post aan de directie van het bouwbedrijf hebben toen toekomen, was zijn verhaal.

In de rechtszaal wilde de man daar niets meer over kwijt. Hij heeft met Moes een terugbetalingsregeling getroffen, op voorwaarde dat hij zijn voormalige werkgever niet meer in diskrediet zou brengen. Tien procent, zo’n 30.000 euro, is terugbetaald, onder meer uit de verkoop van de woning van de Kampenaar. Daarmee is de zaak wat Moes betreft afgerond.

Het openbaar ministerie vindt echter dat een deel van de misdaadwinst terug moet komen, en overweegt een bedrag van de man terug te vorderen. De aanklager sloot niet uit dat er ergens nog geld verborgen is.

Uitspraak op 4 maart.