De officier van justitie achtte bewezen dat de man tijdens twee afzonderlijke dienstreizen naar Turkije twee hoofdagentes heeft misbruikt. De twee vrouwen waren werkzaam als tolk bij IRT-Noord-Oost, waar de verdachte als tactisch coördinator hun leidinggevende was. De B. ontkent dat er tijdens de dienstreizen iets is gebeurd. De officier van justitie noemde de verklaringen van de vrouwen, 34 en 44 jaar, consistent en authentiek.De vrouwen deden vier jaar geleden aangifte. Het misbruik zou in de jaren daarvoor hebben plaatsgevonden. De officier van justitie vond het voor de slachtoffers en verdachte heel vervelend dat de zaak nu pas op zitting komt. De officier noemde het gedrag van de inspecteur een smet op het blazoen van de politie.

De verdachte zelf zegt dat hij het slachtoffer is van een geregisseerde wraakactie van twee tolken en zijn leidinggevende. Volgens De B. klopt er helemaal niets van het politieonderzoek. Hij voelt zich het slachtoffer van de tunnelvisie van niet-integere leden van het openbaar ministerie. Volgens zijn advocaat is er sprake van een-op-een verklaringen en alleen daarom al moet De B. worden vrijgesproken.

De rechtbank doet op 2 februari uitspraak.