Voorkom verdere kerkelijke echtscheiding
Alleen de weg terug naar de Bijbel kan een verdere kerkelijke echtscheiding voorkomen, stelt H. van der Kooij in reactie op dr. H. van den Belt in de krant van donderdag.
Dr. H. van den Belt stelde: Gereformeerden kunnen „alleen in geweten lid zijn van deze vervallen kerk (hij schrijft over de Protestantse Kerk in Nederland) als zij haar durven zien als openbaring van het lichaam van Christus, als ware kerk.” Met genoemde predikant deel ik de mening dat de Protestantse Kerk geen valse kerk genoemd mag worden. Toch is er reden tot grote zorg.De kerk van met name het Nieuwe Testament wordt in de Bijbel ”de bruid van Christus” genoemd. Christus Zelf stelt zich voor als de Bruidegom. Johannes de Doper noemt zich ”vriend van de Bruidegom”. De namen Bruidegom en bruid zijn zinnebeeldig. Ze betekenen dat er een diepe wederzijdse liefde is, waarbij we wel moeten opmerken dat de liefde altijd van de Bruidegom uitgaat. De Bruidegom biedt Zijn liefde aan. Hij lokt de bruid op lieflijke Evangelieklanken tot Zijn gemeenschap. De bruid beantwoordt met wederliefde. Christus is van de bruid Man en Hoofd. Hij verwekt haar ook geestelijke kinderen door de bekering van mensen. In Efeze 5 wordt de relatie man-vrouw vergeleken met die van Christus en Zijn gemeente. De bruid is beeld van de Kerk, van de gemeente. Christus is het Hoofd van de Kerk. Hij is als het ware getrouwd met Zijn Kerk. We zouden kunnen spreken van een echtverbintenis.
Hoe staat het nu met de Protestantse Kerk in Nederland na de kerkorde van 1951 en na de fusie van 2004? Inderdaad mogen we genoemde kerk geen valse kerk noemen. Maar met het loslaten van de belijdenis in 1951 is ze wel op een hellend vlak terechtgekomen. Dat is duidelijk gebleken in de ontwikkelingen daarna binnen de Protestantse Kerk. De fusie heeft de neergaande lijn bevestigd. Eigenlijk is de fusie het logische gevolg geweest van het gaan op het hellende vlak. En daarom moeten we ons de vraag stellen of de Protestantse Kerk door het hellende vlak waarop ze zich bevindt niet bezig is met een echtscheiding. Ze is nog geen valse kerk, maar Bijbels bezien zijn de ontwikkelingen zorgelijk. De echtverbintenis wordt langzaam maar zeker losser. Er zijn en worden zaken geaccepteerd die radicaal tegen Gods Woord ingaan. Echter, echtscheiding is nog geen echtbreuk. Christus wordt nog steeds helder beleden in de huidige kerkorde. Onze kerk is geen valse kerk, geen hoer. Maar dat ze het eenmaal zal worden is helaas niet ondenkbaar.
Er voltrekt zich in het maatschappelijke leven een scheiding tussen staat en kerk. Zo het volk, zo de priester. Momenteel maken we in onze kerk, zo valt te vrezen, een overgangsfase mee. De fusie van 2004 hebben we niet begeerd. We kunnen de afgescheidenen wel oproepen zich bij de Protestantse kerk te voegen, maar is zo’n oproep realistisch? Wel is duidelijk dat de diverse afscheidingen in de loop der eeuwen het Bijbelse getuigenis in de vaderlandse kerk heeft verzwakt. Wie zou niet wenen?
Heimwee
Maar Christus is de Behouder van het lichaam, Hij onderhoudt Zijn Kerk. Daarom mogen we toch met verwachting ook staan in de Protestantse Kerk. Christus is het Hoofd. Dat mogen we en hebben we elkaar in onze kerk steeds voor te houden. We hebben als bruid onderdanig te zijn door totaal te bukken onder het heilzame gezag van Gods Woord. En profetisch te waarschuwen. In Openbaring 17 komen we de hoer tegen op het beest. En de vraag rijst of we in onze tijd met de Europese eenwording en de toenemende invloed van Rome niet op weg zijn naar dat stadium van de geschiedenis.
Laten we toch onderzoeken het profetische woord dat zeer vast is. Het is nú niet de tijd voor heimwee naar Rome, voor nadering tot de Heilige Stoel. Terug naar de Heilige Schrift. Alleen in die weg is een echtscheiding te voorkomen. Zo alleen kan de relatie tussen de Bruidegom en de bruid hersteld worden. Tot zegen voor volk en vaderland.
De auteur is ouderling-kerkrentmeester van de hervormde gemeente in Kesteren.