Opinie

Keer bewijslast rond bewoning vakantiehuis om

De brief die minister Cramer over het permanent bewonen van recreatiewoningen heeft geschreven, ondersteunt onvoldoende het beleid in de provincie Gelderland, stelt Pieter Plug. Hij pleit ervoor eigenaars van de woningen voortaan te laten aantonen dat ze hun recreatiewoning niet permanent bewonen.

17 January 2008 08:57Gewijzigd op 14 November 2020 05:27
„Gemeenten dienen nu aan te tonen dat een recreatiewoning permanent wordt bewoond. Dat zou moeten veranderen. Laat de bewoners maar aantonen dat zij er niet wonen.” Foto Paul Dijkstra.
„Gemeenten dienen nu aan te tonen dat een recreatiewoning permanent wordt bewoond. Dat zou moeten veranderen. Laat de bewoners maar aantonen dat zij er niet wonen.” Foto Paul Dijkstra.

In het Gelders streekplan is opgenomen dat permanente bewoning van recreatiewoningen niet is toegestaan en dat tegen ongewenste situaties door gemeenten zal (moeten) worden opgetreden. Het merendeel van gemeenten voert al een actief handhavingsbeleid. Permanente bewoning is in strijd met het doel en de functie van recreatiewoningen, namelijk recreatie.Het huidige Gelderse beleid is niet alleen een continuering van het vigerend beleid, maar ondersteunt ook het recreatieve product voornamelijk op de Veluwe en in de Achterhoek. Daarom kunnen we het ons niet veroorloven de druk op recreatiewoningen door permanente bewoning te blijven opvoeren. De ruimte voor recreëren in de provincie is al beperkt en dat geeft de overheid de verantwoordelijkheid om zorgvuldig om te gaan met de schaarste ruimte.

De brief die minister Cramer eind december naar de leden van de Tweede Kamer stuurde lijkt een poging te zijn om meer duidelijkheid te scheppen in de strijd rond permanente bewoning. Het lijkt er op! De brief gaat immers maar beperkt in op de toepassing van een mogelijke persoonsgebonden vrijstelling. Een echt nieuwe oplossing wordt door de minister niet geboden. Het gaat slechts om een gedoogbeschikking. Een dergelijke gedoogbeschikking is een laatste redmiddel en dient pas te worden toegepast als is gebleken dat de desbetreffende gemeente alle mogelijke planologische en juridische middelen heeft benut om de permanente bewoning van de recreatiewoning tegen te gaan.

Als de gedoogregeling wordt toegepast, gaat het om een tijdelijke regeling. Het betreft dus geen legalisering van permanente bewoning, maar een tijdelijke ontheffing.

Daarnaast is de door de minister genoemde gedoogbeschikking ook niet nieuw, de provincie heeft een dergelijke gedoogbeschikking ook opgenomen in haar streekplan. De brief geeft dus geen nieuwe inzichten en het versterkt ook de positie van de bewoners van recreatiewoningen niet. Tenminste niet in de provincie Gelderland, waar de problematiek zich het meest voordoet.

De brief van minister Cramer aan de leden van de Tweede Kamer kan gezien worden als een ondersteuning van het bestaande Gelderse beleid in de strijd om permanente bewoning aan te pakken. Op geen enkele wijze wordt het handhavingsbeleid door de minster afgewezen.

Wel zegt zij dat met de komst van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening -naar verwachting op 1 juli- er mogelijk een andere juridische situatie ontstaat. De provinciale overheid zal zich op de nieuwe situatie moeten voorbereiden om te voorkomen dat gemeenten verschillend omgaan met het handhavingsbeleid. Het mag niet zo zijn dat als gevolg van de nieuwe wet de strijd rond permanente bewoning voor gemeenten en provincies nog lastiger wordt. Het is en blijft een provinciaal en gemeentelijk belang om recreatiewoningen ook daadwerkelijk te behouden voor het recreatief product en dat moet volgens mij het uitgangspunt zijn en blijven.

Op verzoek van de Provinciale Staten werken Gedeputeerde Staten van Gelderland op dit moment aan een inventarisatie onder de Gelderse gemeenten over de stand van zaken. Dat geeft duidelijkheid.

Steun
Indien minister Cramer daadwerkelijk een positieve impuls wil geven aan de strijd om permanente bewoning van recreatiewoningen tegen te gaan, zou er eigenlijk een wijziging moeten komen in de aanvoering van bewijslast rond wel of niet permanente bewoning. Op dit moment is het zo dat gemeenten dienen aan te tonen dat een recreatiewoning permanent wordt bewoond. Dat zou moeten veranderen: laat de bewoner of eigenaar van een recreatiewoning maar aantonen dat hij of zij in de woning alleen recreëert en dus niet permanent woont.

Daarmee ondersteun je de gemeente en de provincie veel meer en neem je veel mogelijke discussiepunten uit handen. Tegelijk komt de verantwoordelijkheid veel meer bij de burger te liggen en de controlerende functie bij de overheid. Daarmee kan een goede start gemaakt worden in de oplosbaarheid van de problemen rond handhaving en de strijd om permanente bewoning.

De auteur is lid van de Provinciale Staten van Gelderland voor de ChristenUnie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer