De koning, de keizer en de tsaar
Titel: ”De koning, de keizer en de tsaar. Drie neven aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog”
Auteur: Catrine Clay
Uitgeverij: Het Spectrum, Utrecht, 2007
ISBN 978 90 7120 694 8
Pagina’s: 504
Prijs: € 29,95.
Op 21 mei 1913 zien Vlissingse havenarbeiders het Britse koninklijke jacht aanmeren. Aan boord zijn koning George V en zijn vrouw. In de Zeeuwse stad stappen ze over op de trein van de Duitse keizer. De Engelse vorst is op reis naar Berlijn voor het huwelijk van de enige dochter van de Duitse keizer, Victoria Louise. Op de bruiloft ontmoeten drie machtige vorsten elkaar. Voor het laatst, zo vertelt het prachtige boek ”De koning, de keizer en de tsaar” van Catrine Clay. Het is een historische ontmoeting. Ze kennen elkaar al jaren. Ze zijn neven van elkaar, maar de verhoudingen zijn niet meer zoals ze zijn geweest. Er zijn flinke spanningen tussen de Duitse keizer Wilhelm II (1859-1941), de Engelse koning George V (1865-1936) en de Russische tsaar Nicolaas II (1868-1918). Vooral Wilhelm vertrouwt zijn machtige neven niet. Een oorlog dreigt.
Er staat veel op het spel, want Willy, Georgie en Nicky regeren samen over meer dan de helft van het aardoppervlak. Dan nog wel.
Vijf jaar later -na de grote oorlog- zit alleen George V nog op troon. Tsaar Nicolaas wordt in 1918 -dit jaar negentig jaar geleden- met zijn gezin vermoord door revolutionairen en keizer Wilhelm moet zijn vaderland verlaten en woont tot 1941 eenzaam in ballingschap in Nederland.
Hoe het zover kon komen? Catrine Clay beschrijft het. Zij doet dat gedetailleerd, met oog voor de politieke verhoudingen tussen de drie, maar vooral ook met aandacht voor de mensen onder de kronen. Clay deed veel archiefonderzoek, pluisde dagboeken uit en gebruikte ook koninklijke brieven en dagboeken die pas recent door de Britse koningin Elizabeth zijn vrijgegeven.
Eén ding wordt -opnieuw- duidelijk in het boek: een vorst die het contact met zijn volk verliest, is ten dode opgeschreven. Dat is een van de belangrijkste lessen die uit de levensgeschiedenissen van de drie vorsten zijn op te tekenen. Keizer Wilhelm wordt door de kring van vrienden om hem heen geprezen voor alles wat hij doet. Niemand durft hem te corrigeren, hoe vreemd en eigenzinnig zijn besluiten soms ook zijn.
En tsaar Nicolaas leeft zo afgeschermd van het volk -vanwege de dreiging van een aanslag door revolutionairen- dat hij geen zicht meer heeft op de onrust onder de bevolking. Bovendien verblinden adviezen van de invloedrijke, maar ook vreemde ziener Raspoetin hem en zijn vrouw.
Vakbond
Opvallend in de levensgeschiedenis van de drie vorsten is dat degene die aanvankelijk de minste macht heeft, de constitutionele monarch George V, uiteindelijk het avontuur van de onrustige jaren rond de Eerste Wereldoorlog overleeft. De Britse koning wordt zelfs populairder dan ooit.
Een opmerkelijke ontwikkeling, omdat geen van de drie erg houdt van parlementen met veel vrijheid. Clay vat het zo samen: „De vorsten stonden schouder aan schouder, en samen trotseerden ze de gevaren van vrijpostige parlementen, het opkomende socialisme, een kritische pers en het dreigende republikeinse denken; in lange brieven leefden ze met elkaar mee en beloofden elkaar steun. Maar paradoxaal genoeg viel die ”Vakbond der Vorsten” uiteen zodra het om nationale belangen en de verdediging van de eigen kroon ging. In plaats van elkaar te helpen bij het handhaven van de vrede, droegen de koning, de keizer en de tsaar bij aan de ondergang ervan en aan de uitbraak van een oorlog die verschrikkelijker zou zijn dan iemand zich ooit had kunnen voorstellen.”
Paleizen
De drie vorsten leven hun dagelijks leven in vergelijkbare omgevingen: grote paleizen, luxe vervoermiddelen, veel reizen en uitgebreide diners. Een wereld die ver staat van het leven van een gemiddelde onderdaan in die dagen.
Clay weet het bijzondere leven aan de hoven mooi te schetsen en illustreert de grootsheid met interessante details. Zo schrijft zij dat op het menu van grote diners van de Duitse keizer nooit soufflé stond, omdat de afstand tussen de keuken en de eetzaal in het paleis met zijn honderden kamers zo groot was, dat het gerecht al zou zijn ingezakt voor het op tafel stond. Clay laat ook gasten aan het woord die de hoven bezoeken. Zij spreken van „een ongekende pracht en praal”, vooral aan het Russische hof.
Clay maakt ook duidelijk dat de geschiedenis wel eens heel anders had kunnen verlopen als de vader van keizer Wilhelm, Friedrich III, langer had geregeerd en niet vroeg was gestorven. Friedrich en zijn vrouw streefden ernaar Duitsland een democratischer vorm te geven en vroegen regelmatig aandacht voor de armste inwoners van het rijk. Weerstand van de conservatieve en militaristische Bismarck en de zijnen hielden dat echter tegen. Bovendien zorgde Bismarck ervoor al vroeg invloed te krijgen op de opvoeding van de latere keizer Wilhelm II en drukte hij er een Pruisisch stempel op. De autoritaire Wilhelm werd al snel een militair pur sang; dit tot verdriet van zijn ouders. De vriendschappen met mensen die hij in het leger ontmoette, bepaalden zijn verdere leven. Waar Bismarck niet op had gerekend gebeurde, Wilhelm trok toen hij eenmaal keizer was alle macht naar zich toe en in het bijzonder daardoor liep het helemaal mis in Europa.
Clay heeft een meesterwerk geschreven door de levens van de drie monarchen naast elkaar te zetten. Wellicht had het boek -maar het is al dik genoeg- nog aan kracht gewonnen als de verhoudingen met het Oostenrijkse hof hier en daar nog wat meer waren belicht. Fraai is ook het zwart-witfotokatern met onbekende foto’s van de vorsten en hun familie.