Recessie is nog geen conjunctuuromslag
Economen verschillen van mening over de kans dat de Amerikaanse economie in een recessie komt. Voor beleggers is dit niet de meest relevante vraag. Belangrijker is of sprake is van een werkelijke omslag in de conjunctuur of slechts van een ”mid-cycle dip”. In het laatste geval zijn de perspectieven voor de aandelenmarkten zo slecht nog niet.
Een meerderheid van de Amerikanen is van mening dat hun land te maken heeft met een recessie. De berichtgeving hierover heeft daar ongetwijfeld mee te maken. Kort na elkaar meldden de zakenbanken Merrill Lynch, Goldman Sachs en Morgan Stanley dat zij denken dat de Amerikaanse economie afstevent op een recessie dan wel daar al in verkeert.Tegenover de economen bij genoemde grootbanken staat overigens, zo blijkt uit een enquête van persbureau Bloomberg, een meerderheid van andersdenkenden. Ook de Fed, het stelsel van centrale banken, en het Internationaal Monetair Fonds stellen dat de Amerikaanse economie waarschijnlijk net aan een recessie ontsnapt.
In het derde kwartaal groeide de economie nog stevig, maar toen waren de gevolgen van de veelbesproken kredietcrisis nog niet merkbaar. In de afgelopen maanden werd echter duidelijk dat de verslechterde financieringsmogelijkheden de bedrijfsinvesteringen onder druk zetten, wat ook is terug te zien in een afnemende banengroei.
Dit laatste leidt tot een zwakkere consumptiegroei, temeer daar de problemen op de woningmarkt het consumentenvertrouwen aantasten. Als de consument de hand op de knip houdt, zijn twee kwartalen met een krimp van de economie zeker mogelijk. Dan zou van een recessie gesproken kunnen worden, want een veelgebruikte definitie hiervoor is twee achtereenvolgende kwartalen met een negatieve economische groei.
Financiële markten hebben de terechte neiging ver vooruit te kijken. Voor beleggers in aandelen is de meest relevante vraag daarom niet of er een recessie komt, maar of sprake is van een werkelijke conjunctuuromslag of van een tijdelijke mid-cycle dip.
Anders gesteld: blijft de economie langdurig kampen met problemen, wat zijn weerslag zal hebben op de winstontwikkeling van het beursgenoteerde bedrijfsleven, of trekt de groei al weer snel aan. Of de dip bestaat uit geen, één of twee kwartalen met een lichte krimp van de economie maakt dan niet zo heel veel uit.
Net als de meerderheid van economen ben ik er niet van overtuigd dat er een recessie komt. De kredietcrisis begon te spelen op een moment dat de Amerikaanse economie er goed voor stond. De werkloosheid is laag, veel Amerikanen hebben hun vermogen door inkomensgroei en hogere aandelenkoersen zien toenemen en de balansen van veel ondernemingen zijn gezond. Met dit spek op de botten kan de economie wel een stootje hebben.
Voor een belangrijk deel loopt de negatieve invloed van financiële crises op de economie via daling van aandelenkoersen of huizenprijzen en een stijging van de rente. Daarnaast kunnen banken terughoudend worden met het verstrekken van krediet. Dit laatste is nu het geval, vooral doordat banken elkaar niet vertrouwen vanwege onduidelijkheid over de schade bij de andere partijen.
De komende maanden zal hierover meer bekend worden en te verwachten valt dat -ook als de cijfers tegenvallen- de kredietmarkt weer vlot getrokken wordt doordat de onduidelijkheid afneemt. Dit zal een neerwaarts, dus gunstig, effect hebben op de rente. Voor een sterke negatieve invloed van gedaalde aandelenkoersen hoeft niet echt gevreesd te worden. De daling in de afgelopen maanden volgt op veel grotere koersstijgingen gedurende meerdere jaren.
Blijft over het negatieve effect van dalende huizenprijzen. Dit zal zeker doorwerken in de consumptie, maar waarschijnlijk zeer geleidelijk. De zwakke woningmarkt en de kredietcrisis zullen hierdoor lange tijd een rem zetten op de economische groei, maar van een sterk schokeffect op de korte termijn is dan geen sprake.
In het verleden leidden financiële crises zelden tot een werkelijke conjunctuuromslag. De beurscrash in 1987, de Aziëcrisis eind jaren negentig en zelfs het leeglopen van de zeepbel op de aandelenmarkten eerder deze eeuw leidden niet tot een recessie. Van maart tot november 2001 was sprake van een recessie in de VS, maar de grootste koersdalingen op de aandelenmarkten vonden daarna plaats.
De economie kan gezien worden als een mammoettanker die door stormen en sterke zeestromingen afgeremd kan worden, maar zelden zijn koers verlegt. De conjunctuurcyclus die zes jaar geleden begon, is nog niet ten einde. Wel zetten de problemen op de woningmarkt en de kredietmarkt gedurende langere tijd een flinke rem op de groei.
Na een zeer lage groei -en wie weet een korte technische recessie- in de eerste helft van het jaar zal de Amerikaanse economie, gestimuleerd door de monetaire stimulansen van de Fed en een sterke export, de weg omhoog weer inslaan. De aandelenmarkten hebben veel ellende ingeprijsd. Als het meevalt, zijn de perspectieven zo slecht nog niet.