Niet realistisch
Drie Israëli’s maakten twee weken geleden een tocht door de heuvels van Hebron. Een van hen, een vrouw, overleefde daar een Palestijnse schietpartij. De twee anderen, mannen, vonden de dood. De kwestie is geen incident. Het ging niet om een vergissing van zenuwachtig naar de trekker grijpende Palestijnse politieagenten. De Islamitische Jihad en Fatahleden eisten de verantwoordelijkheid voor de aanval op. Die claim vormt een van de vele signalen dat de Palestijnse Autoriteit er onvoldoende in slaagt terrorisme te stoppen.
Toch liet president Bush zich -tijdens z’n verblijf van de afgelopen dagen in Israël en de Palestijnse gebieden- positief uit over de kans op vrede. De in de pers geciteerde formuleringen verschillen enigszins. Maar de woorden van Bush zijn niet onduidelijk: „Ik geloof dat het gaat gebeuren. Er is een getekend vredesverdrag op het moment dat ik volgend jaar het Witte Huis verlaat.”Het lijkt erop dat Bush bezig is er in het laatste jaar van zijn regering een potje van te maken. Zijn woorden weerspiegelen een ongeloofwaardig optimisme. De president zei expliciet z’n verwachting te baseren op z’n gesprekken met de Palestijnse leider Abbas en de Israëlische premier Olmert. Juist daarom is er sprake van een faliekante misrekening. Een pas gehouden enquête vroeg Joden wie er vrede zou kunnen sluiten: Barak (Arbeiderspartij), Netanyahu (Likud) of Olmert. Slechts 8 procent verwacht dat van Olmert; 89 procent koestert nauwelijks enige verwachting.
Noch Olmert noch Abbas blijkt in staat de gevoelens te vertolken van hun mensen. Beiden zeggen vrede te propageren. Ze houden te weinig rekening met de bikkelharde praktijk. De grote, onafhankelijke Israëlische krant Yediot Ahronot publiceerde gisteren de uitslag van een peiling. Driekwart van de Israëli’s bleek weinig voordeel te verwachten van het bezoek van Bush. Na de gezamenlijke persconferentie van Bush en Olmert zei een Israëlische tv-commentator: We hebben zojuist een uur gekeken naar een president zonder agenda.
Met Abbas staat het er al niet veel beter voor. President Bush had al voor zijn bezoek gezegd van de Palestijnse president te zullen eisen dat de raketaanvallen op Israël zouden worden gestaakt. Hij hield daarbij echter geen rekening met het feit dat de machtige Hamas president Abbas volstrekt negeert. Die organisatie jaagde Abbas eerder eenvoudig weg uit Gaza. In die stad vertoonden nu groepen demonstranten posters die Bush als terrorist typeerden. En via de televisie riep Hamas alle moslims op „zich te hoeden voor de snode plannen van deze misdadiger.”
Het optimisme van Bush dat doorklinkt in zijn geloof dat er binnen een jaar een getekend vredesverdrag op tafel ligt, is niet realistisch. En dat is niet de eerste keer. De president onderschatte eveneens de ernst van de gewelddadige situatie in Afghanistan en in Irak. Terroristen vallen in Afghanistan geen kerken of christenen aan. Dat komt niet omdat ze zo vredelievend zijn. Maar uitsluitend omdat Afghanistan geen ’bovengrondse’ kerken heeft. In Irak hanteerden moslims echter autobommen om alleen dit jaar al zeker acht kerken en kloosters ernstig te beschadigen.
Kort na de oorlog in Irak zei een Arabier in Bagdad die voorheen nauw met Arafat samenwerkte maar die was overgegaan van de islam tot het christendom: „Als het Evangelie hier niet komt, blijft democratie onmogelijk. Want een door de islam gedomineerde democratie bestaat niet.” Zolang er -zoals in de Palestijnse gebieden- geen democratie valt te vestigen, is er op vrede helemaal weinig kans.
Hillary Clinton gelooft in het bestaansrecht van Israël met een ondeelbaar Jeruzalem. Maar het is te hopen dat een opvolger van Bush rekening houdt met de realiteit.