Dat de vakcentrale CNV bereid is om in CAO’s komend jaar af te zien van een vaste loonsverhoging in ruil voor een eenmalige vergoeding, is niet geheel nieuw. „Wij hebben bewust wegens pensioenproblemen al deze zomer ervoor gekozen niet te gaan voor een structurele loonsverhoging”, aldus CAO-onderhandelaar H. Dekker van de CNV Bedrijvenbond.

„Wij moesten heel verstandig zijn. De dekkingsgraad van het pensioenfonds schommelde rond de 110 procent”, stelt voorzitter A. Kraaijeveld van de werkgeversorganisatie FME-CWM voor de metalektrosector. „Het voordeel van een eenmalige uitkering is, dat die niet meetelt in de opbouwgrondslag van de pensioenen”, licht hij verder toe.

Werkgevers en werknemers zijn medeverantwoordelijk voor de gang van zaken bij pensioenfondsen. Door de klappen op de beurs verkeren driehonderd van de circa duizend pensioenfondsen in financiële problemen.

„Daardoor zal de dekkingsgraad van het fonds voor de metalektro nu vast onder die 110 procent liggen. Met onze loonafspraken voor dit jaar, halen we alvast wat druk van de ketel voor volgend jaar”, verklaart Dekker, die ook in het bestuur van het pensioenfonds voor de metalektro zit. Pensioenfondsen verwerken volgens de CNV-bestuurder altijd een jaar later de loonsverhogingen in de sector en inflatiecijfers.

In oktober en november buigt het bestuur van het fonds voor de metalektro, waarin ongeveer 135.000 van de huidige werknemers hun oudedagsvoorziening opbouwen, zich over de dekkingsgraad. De kans bestaat volgens Dekker dat de pensioenpremie voor de werkenden omhoog moet.

Daarbij benadrukt de CNV-bestuurder dat het pensioenbestuur is gevraagd voor gepensioneerden eenzelfde benadering te kiezen als voor de werkenden. „Dat kan betekenen dat zij voor volgend jaar ook een eenmalige vergoeding krijgen of dat de indexering van de uitkeringen omlaag gaat.”