„Evangelicals zijn religieuze zappers”
„Evangelicals zijn religieuze zappers. Ze pikken uit elke denominatie iets van hun gading en stellen zo een eigen godsdienstige cocktail samen, die doordrenkt is van het emotionalisme.” Michael S. Horton staat bekend als een theoloog die zegt waar het op staat. Apologetiek, het vak dat hij doceert aan Westminster Seminary in Californië, is hem op het lijf geschreven. De reformatorische belijdenis verdedigt hij met overtuiging en daarbij trekt hij scherpe lijnen.
Dat de evangelicale beweging in Amerika het niet zo nauw neemt met de confessie en met het kerkelijk besef ergert hem bijzonder. „De belijdenis is een bescherming tegen de straffe wind van allerlei dwaling en de kerk is de bodem waarop het zaad van het Woord kan ontkiemen. Dat zien de meeste evangelicals niet in.”In een debat georganiseerd door het interreligieuze tijdschrift Touchstone oefende Horton begin deze maand forse kritiek uit op de evangelicals. Hij erkent dat de beweging in de eerste jaren na de oorlog van betekenis is geweest voor het ontwaken van het Bijbels georiënteerd denken. „Al snel ontstond echter een beweging die verder in de richting van het pelagianisme ging dan ooit werd gedaan door het Concilie van Trente dat de rooms-katholieke leer vastlegde.”
Het accent dat de evangelicals leggen op wedergeboorte en persoonlijke bekering, deelt Horton. „Maar het is vooral een bekering die mensen zelf moeten doen. Luther heeft geleerd dat je daarmee niet ver komt.”
Juist omdat evangelicals nauwelijks confessionele kaders hebben, dreigen ze volgens Horton ten onder te gaan in de moderne cultuur. „Ze zijn gedreven om de verlorenen te bereiken, maar als ze niet oppassen verliezen ze de bereikten. In hun drang om de moderne mens te interesseren voor het Evangelie, wordt de grens tussen kerk en wereld flinterdun. Dat geldt hun gedrag, hun muziek, hun evangelisatiemethoden en zelfs hun boodschap.”
Om dat laatste duidelijk te maken verwijst Horton naar een typering van de socioloog Christian Smith, die recent de Amerikaanse spiritualiteit omschreef als „moralistisch, therapeutisch deïsme.” „Zonde is bij de meeste evangelicals gereduceerd tot disfunctioneren. In deze context is Jezus niet Degene Die verlost van de vloek der wet, maar de Coach die je leert succesvoller te leven, een beter huwelijk te hebben en prettiger met je kinderen om te gaan.”
Veel bezwaar heeft Horton tegen de marketingtechnieken die evangelicals gebruiken. „Het is vaak net reclame voor een nieuwe tandpasta. Zo van: Je bent gek als je niet in Jezus gelooft. Maar God deint niet mee op de golven van het marketingspel van vraag en aanbod. Hij werkt door middel van het verbond van het ene geslacht op het andere.”
Horton laakt het feit dat de meeste evangelicals weinig kerkelijk besef hebben. „Velen shoppen. Ze hebben nauwelijks binding aan een kerk. Wanneer de theologische smaak in een naburige gemeente hen beter bevalt, stappen ze met het grootste gemak over. Wat blijft er dan over van trouw aan je gemeente en aan je medebroeders en zusters? Zijn die ineens afgeschreven?”
Over de toekomst van de evangelicale beweging is de Amerikaanse theoloog somber. Anders dan in de jaren vijftig toen velen vanuit de traditionele kerken dankzij de evangelicale predikers bij het orthodox protestantisme uitkwamen, ziet hij nu een beweging van het protestantisme richting rooms-katholieke of oosters-orthodoxe kerken.
„Moderne evangelicals zijn niet, zoals hun geestelijke voorvaderen, uit op het vinden van de waarheid, maar op het genieten van religieuze ervaringen. Maar als je de beleving van het hart losmaakt van de kennis in het hoofd, dan kun je in allerlei dwalingen terechtkomen. Laten we eerlijk zijn: de sobere prediking van de Bijbelse boodschap roept in het algemeen minder warme gevoelens op dan de mystieke, zogenaamd sacrale handelingen in rooms-katholieke en oosterse kerken.”