Cultuur & boeken

Op bijzondere wijze geleid en ondersteund

Op basis van twaalf lange gesprekken schreef W. B. Kranendonk een biografie over ds. J. Mijnders, de momenteel 86-jarige emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten. Het boek geeft een intieme blik in het hart en leven van een zakelijke, maar ook zeer gevoelige en bewogen man.

Ds. J. Schipper
9 January 2008 07:27Gewijzigd op 14 November 2020 05:26

„Ik ben er wel van overtuigd, wanneer we de prediking vol moeten maken met hetgeen van de mens is, en wat van Gods knechten is, wel, dan houd ik het geen jaar in uw midden uit. Maar wanneer het Gode behaagt die deur van dat binnenste heiligdom eens een ogenblik te openen, wanneer het Gode behaagt het geloofsoog een ogenblik te doen blikken in dat eeuwige welbehagen Gods, waar die gezegende Borg en Middelaar Gods Zich een ogenblik gaat openbaren als die enige Weg ter behoudenis, daar komen we nooit over uitgepreekt.”Eenieder die hem een weinig kent, zal aan de hand van het bovenstaande citaat wel weten dat ds. Mijnders aan het woord is. Hij sprak deze woorden uit op 13 december 1979 bij zijn intredepreek in de gereformeerde gemeente te Veenendaal. De preek is te vinden in een bundel herinneringen waarin de predikant terugblikt op een aantal persoonlijke en ambtelijke ervaringen in zijn veelbewogen leven.

Dit zeer lezenswaardige boek is samengesteld door W. B. Kranendonk, oud-catechisant van ds. Mijnders en voor de schrijvers en lezers van het Reformatorisch Dagblad geen onbekende. De basis voor deze biografie vormen twaalf lange gesprekken, die uitgewerkt zijn in 25 hoofdstukken. Ze geven een intieme blik in het hart en leven van een zakelijke, maar anderzijds ook zeer gevoelige en bewogen man, die aanvankelijk als een briesend paard rondging; die echter ook onvoorwaardelijk heeft moeten leren capituleren; die in de oorlogsjaren in het dal van de schaduwen des doods verkeerde, maar die ook door alles heen steeds ervaren mocht: „Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.”

Dit waren de tekstwoorden op de avond van 11 februari 1943, de avond voor zijn vertrek naar Duitsland, toen hij samen met zijn verloofde Sjaan Kijkuit in de kerk zat onder het gehoor van ds. W. C. Lamain. Hij mocht vast geloven weer veilig thuis te komen. Maar Mijnders heeft vervolgens wel moeten leren dat het ontvangen van een belofte iets heel anders is dan de vervulling ervan. Wat zijn die woorden beproefd, op een ingrijpende wijze. Het zou te ver voeren dat hier allemaal uit te werken. Boven alle ervaringen uit is er steeds de trouw des Heeren, Die niet laat varen de werken Zijner handen.

Innerlijk verzet
Op 11 juni 1921 zag Jan Mijnders te Dordrecht het levenslicht. Hoewel er al in zijn vroege kinderjaren diepe indrukken waren van dood en eeuwigheid, was er toch sprake van innerlijk verzet. Jan leefde over al de roepstemmen heen: „Aan de ene kant ging ik Gods volk steeds meer zien als mensen met een somber leven die niets mochten, en aan de andere zijde wilde ik niet dat iemand iets negatiefs over Gods kinderen zei.”

In september 1942 werd hem echter een krachtig halt toegeroepen toen zijn vader aan tafel Psalm 91 las: „Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen.” In de dadelijkheid ging het zwaard van Gods gerechtigheid door zijn ziel. Hij stond onbekeerd buiten die schuilplaats en moest sterven. Wat later liet de Heere hem zien dat hij, een grote albederver, nog zalig kon worden. Dat was toen de eerste verzen van Jesaja 60 in de dadelijkheid indaalden in zijn hart. Daarna trok de Heere genadig met hem door.

Na thuiskomst uit Duitsland trouwde Mijnders en voerde het pad naar Den Haag, waar hij bij de Staatsdrukkerij aan de Fluwelenburgwal ging werken. Kerkelijk vond hij onderdak bij de gereformeerde gemeente aan de Oude Boomgaardstraat. In 1948 werd hij daar verkozen tot diaken. In het najaar van 1951 werd hij ouderling.

Later, in 1963, werd de weg nog geleid naar Utrecht, voordat Mijnders als student van de Theologische School te Rotterdam zou worden aangenomen. Daar gingen echter heel wat wederwaardigheden aan vooraf en er zijn er vele op gevolgd. Predikant werd hij in Rijssen in 1970; later in Ridderkerk (1973) en in Veenendaal (1979). In 1991 volgde het emeritaat, maar nog steeds mag ds. Mijnders het Woord van zondag tot zondag uitdragen op zijn eigen, karakteristieke wijze.

Jaloers
Gaarne zou ik meer willen vertellen over de inhoud van dit boek. Zelf heb ik dit boek van 256 pagina’s in één adem uitgelezen. Het is een bundel over een ambtsdrager die ik in Den Haag al die jaren mocht meemaken als ouderling en onder wiens bediening als predikant ik twaalf onvergetelijke jaren mocht vertoeven in Veenendaal. De beschreven levensfeiten in dit boek waren voor mij dan ook niet vreemd, maar ze werden bij het lezen wel weer zeer levendig voor ogen gesteld. Een compliment voor de samensteller van deze memoires.

Het belangrijkste zou zijn als door dit schrijven er nog zondaren jaloers gemaakt mochten worden op die God van Wie ds. Mijnders tot op de dag van vandaag zo veel hulp mocht verkrijgen. Van harte hoop ik dat ook vele jongeren dit boek ter hand zullen nemen en dat ze zelf mogen ervaren dat die God nog leeft.

Titel: ”Hulp van God verkregen hebbende. Uit het leven van ds. J. Mijnders”
Auteur: W. B. Kranendonk
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2007
ISBN 978 90 331 2099 2
Pagina’s: 256
Prijs: € 17,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer