„Want echt”, zo stelt hij, „de schepping juicht nog niet, maar verkeert in barensnood (Rom. 8:19-23), om maar één voorbeeld te geven (lied 586).”Bol, lid van een baptistengemeente in Alphen aan den Rijn, constateert dat je in evangelische gemeenten „steeds vaker” ziet dat mensen bepaalde liederen tijdens een samenkomst niet meer meezingen. „Niet omdat ze even niet in de stemming zijn, maar omdat ze vinden dat de tekst van zo’n lied, geheel of gedeeltelijk, niet Bijbels verantwoord is.”

Het gaat hierbij „bijna altijd” om de nieuwere liederen uit de opwekkingsbundel, aldus Bol. Vooral „pakweg de laatste honderd liederen” kenmerken zich in zijn ogen door een grote eenzijdigheid. „Het is triest te moeten constateren dat men bijna exclusief blijft voortborduren op voortdurend hetzelfde lofprijzingsthema. De kwaliteit van de teksten is vaak van een zeer mager niveau. Daarnaast zijn veel van de oorspronkelijk Engelstalige liederen ook nog eens slecht vertaald.”

De GWS-voorzitter stelt vast dat vasthouden aan het stramien om elk jaar vijftien nieuwe liederen aan de Opwekkingsbundel toe te voegen -zoals gehanteerd door de stichting Opwekking- vragen is om problemen en feitelijk onverantwoord. „Want hoe je het ook wendt of keert, op deze manier is het risico levensgroot dat de bundel steeds verder wordt uitgebreid met liederen die onder de maat zijn, of erger nog, on-Bijbels. Dit is te meer onverantwoord omdat de Opwekkingsbundel intussen in zeer veel gemeenten wordt gebruikt.”

Het zou, schrijft Bol, van „moed en wijsheid” getuigen als stichting Opwekking voorlopig eens even pas op de plaats zou durven maken. „Dat zou tijd en rust verschaffen om de huidige 667 liederen nog eens heel nauwkeurig te screenen op tekstuele kwaliteit en Bijbelse evenwichtigheid. Het mooie eindresultaat daarvan zou een veel betere herziene uitgave van de bundel Opwekking kunnen zijn. En dan kan hopelijk iedere evangelische christen weer onbekommerd meezingen op zondagmorgen.”