Graham, de paus van de evangelicals
Lang niet elke Amerikaanse evangelical is het met de boodschap van de beroemde opwekkingsprediker Billy Graham eens. Zijn opvattingen over de vrije wil en de verzoening strijden met de calvinistische gedachten over de verkiezing en verwerping en over de noodzaak van wedergeboorte en bekering.
Iedereen in de evangelicale wereld is het er echter wel over eens dat het optreden van Graham in de jaren vijftig en zestig heeft bijgedragen aan het ontwikkelen van meer zelfbewustzijn van de Bijbelgetrouwe christenen. Als zodanig verdient hij de titel ”paus van de evangelicals”.William Franklin Graham werd in 1918 geboren in een eenvoudige boerenfamilie in Charlotte (North Carolina). Zijn ouders behoorden tot een presbyteriaanse kerk. Tijdens een opwekkingssamenkomst in zijn geboorteplaats koos Billy in 1934 naar eigen zeggen bewust voor het geloof in Jezus Christus. Hij studeerde aan enkele colleges en sloot in 1943 een studie antropologie af in Wheaton, de plaats die later een belangrijk centrum van zijn eigen organisatie zou worden. In hetzelfde jaar huwde hij met Ruth Bell, de dochter van een Amerikaans zendingsechtpaar dat in China werkte.
Nog in de tijd dat Graham in Wheaton studeerde, werd hij bevestigd als predikant van een kleine gemeente in de buurt van Chicago die behoorde tot de conventie van de zuidelijke baptisten. Graham ontwikkelde zich in de jaren veertig duidelijk als een vertegenwoordiger van de nieuwe generatie evangelicals. Zij wilden niet blijven hangen in oude vormen, maar wensten wel vast te houden aan de traditionele boodschap en aan het gezag van de Bijbel.
In 1949 startte Graham een serie opwekkingssamenkomsten in Los Angeles. Hij viel daarbij op omdat hij geen kerk afhuurde maar een aantal circustenten op een parkeerplaats neerzette. Daar konden belangstellenden hem horen preken. Vanwege zijn uitgesproken anticommunistische boodschap trok hij de aandacht van mediatycoon William Randolph Hearst, die een grote groep journalisten achter Graham aan stuurde. Hij weigerde op voorstellen van Hearst in te gaan, die hem graag wilde hebben als vaste medewerker van radioprogramma’s. De mediabelangstelling gaf Graham wel bekendheid in het land.
Vanaf 1948 maakte de opwekkingsprediker in totaal 41 evangelisatiekruistochten waarbij hij 186 landen bezocht en waardoor hij 215 miljoen mensen onder zijn gehoor had. Enkele miljoenen daarvan kozen voor Jezus. Ofschoon Graham een uitgesproken tegenstander was van het communisme en daarom de harde politiek van Amerika jegens de Sovjet-Unie steunde, was hij de eerste evangelist die achter het IJzeren Gordijn voor een menigte mensen mocht spreken. In 1988 bezocht hij Rood China, hetgeen voor zijn vrouw een thuiskomen was; zij was immers in dat land geboren. Zelf beschouwde Graham het als een overwinning voor het Evangelie dat hij in Rusland en China mocht preken; zijn critici noemden het een capitulatie voor het communisme.
Graham is wel de biechtvader van de Amerikaanse presidenten genoemd. De eerste die hij bezocht was Truman, in 1950. Elke opvolger die nadien is verkozen, heeft Graham uitgenodigd voor een of meerdere bezoek(en) aan het Witte Huis. Dat Graham zelf jarenlang lid was van de Democratische Partij maakte de Republikeinse presidenten kennelijk niet uit. De predikant hoedt er zich voor zich nadrukkelijk te mengen in politieke debatten. „Jezus deed ook niet aan politiek”, zei Graham meer dan eens. Maar wanneer de presidenten of politici behoefte aan raad of pastorale ondersteuning hebben, dan is Billy Graham er.
Ondanks zijn goede contacten met het Witte Huis nam Graham geen blad voor de mond als hij misstanden signaleerde. Zo was hij fel tegen de rassenscheiding. Hij weigerde te spreken in samenkomsten waar blank en zwart gescheiden zaten. Al in 1957 nodigde hij ds. Martin Luther King uit om samen met hem een evangelisatiecampagne te houden in New York. Graham zamelde begin jaren zestig ook geld in om ds. King op borgtocht uit de gevangenis te krijgen. Die duidelijke koers van Graham droeg er zeker toe bij dat de evangelicals gedurende de jaren zestig in rap tempo hun conservatieve, oubollige imago kwijtraakten.
Als een van de eerste Amerikaanse predikers begreep Graham ook dat evangelisatiecampagnes goed gemanaged moeten worden. Daartoe richtte hij in 1950 in Minneapolis de Billy Graham Evangelistic Association op, die later verhuisde naar Charlotte in North Carolina. Deze organisatie bereidt de talloze radio-uitzendingen en televisieprogramma’s voor. Daarnaast was Graham in 1956 met enkele andere evangelicals de oprichter van het magazine Christianity Today. „Graham zorgde ervoor dat de evangelicals uit de schaduw van achterlijkheid traden. Hij gaf de aanzet tot de emancipatie van deze beweging”, schreef de kerkhistoricus David E. Harrell.