Mourik verwierf grote bekendheid met de juridische strijd die hij tot het laatst toe voerde tegen de vader van prinses Máxima, Jorge Zorreguieta. Hij meende dat Zorreguieta zich schuldig had gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid.

Mourik diende begin 2000 een aanklacht in tegen Zorreguieta en andere leden van de vroegere Argentijnse regering-Videla wegens foltering en andere misdrijven in de periode 1976-1983.

Het openbaar ministerie besloot Zorreguieta, die minister was in die periode, niet te vervolgen. In april 2001 ging Mourik bij het gerechtshof in Amsterdam in beroep. Het hof verwierp het beroep. Mourik overwoog hierna de voormalige minister in het buitenland aan te klagen. Volgens hem behoorden België en Spanje tot de mogelijkheden. Mourik wordt zaterdag in Schagen gecremeerd.