Frijns: Topbeloning niet wettelijk aanpakken
DEN HAAG (ANP) - Wettelijk ingrijpen in exorbitante beloningen bij ondernemingen is niet effectief en bovendien schadelijk voor het vestigingsklimaat. Dat stelt de commissie-Frijns in een woensdag gepresenteerd rapport over naleving van de gedragscode voor goed ondernemingsbestuur, de zogenoemde code-Tabaksblat.
Commissievoorzitter Jean Frijns ziet meer in zelfregulering, alhoewel dat volgens hem veel discipline van de beursgenoteerde ondernemingen vraagt. Het rapport werd woensdag aangeboden aan de ministers Wouter Bos (Financiën) en Maria van der Hoeven (Economische Zaken).Uit onderzoek blijkt volgens de commissie dat de hoogte van beloningen voor bestuurders in Nederland niet afwijkt van andere Europese landen. Ook is er volgens Frijns een positieve relatie tussen de beloning en de geleverde prestaties.
Onder druk van de Tweede Kamer studeert het kabinet juist wel op wettelijke en fiscale maatregelen om iets te doen aan excessieve beloningen in het bedrijfsleven, waarover maatschappelijk ongenoegen bestaat. Bovendien noemde Bos het gebrek aan de relatie tussen beloning en prestatie in een eerder debat ’ernstig’.
Maatregelen waaraan in de Kamer wordt gedacht, zijn een heffing voor werkgevers op uitgekeerde bonussen en het tegengaan van fiscaal spekken van het pensioen kort voor het vertrek van een topbestuurder.
De commissie-Frijns wil juist de rol van de raad van commissarissen versterken bij het toekennen van beloningen. Ook zou de bonus die een bestuurder ontvangt, moeten worden gemaximeerd als vast percentage van het reguliere salaris.
In haar rapport wijst de commissie verder op de noodzaak dat meer vrouwen toetreden tot raden van commissarissen. Voor een quotum in de code-Tabaksblat is volgens Frijns geen reden. Hetzelfde geldt voor het vaststellen van quota om meer diversiteit op het gebied van maatschappelijke achtergrond, nationaliteit en leeftijd te bevorderen.
De commissie concludeert dat naleving van de gedragsregels voor goed ondernemingsbestuur iets is gedaald in vergelijking met vorig jaar (van 96 naar 95 procent). Frijns merkt daarbij wel op dat onder naleving van de code „ook wordt verstaan een uitleg waarom de code niet wordt toegepast”.
Accountantsbureau Ernst & Young meldde vorig jaar al in een kritisch rapport dat ondernemingen slechts verplicht zijn mee te delen waar en waarom ze afwijken van de code-Tabaksblat.