RMU stelt loonwens tot 3,25 procent
DEN HAAG - De RMU vindt een loonstijging tussen 2,75 en 3,25 procent „alleszins verantwoord.” Maatwerk blijft belangrijk: hogere lonen én behoud en groei van de werkgelegenheid moeten in evenwicht zijn.
Dat staat in de Arbeidsvoorwaardennota die de RMU dinsdag overhandigde aan minister Van der Hoeven van Economische Zaken.De RMU zit met haar looneis iets onder die van de vakcentrales FNV en CNV, die hun maximale loonvraag vaststelden op 3,5 procent.
De loonruimte voor 2008 is 4 procent. Wat overblijft na de loonstijging -1,25 tot 0,75 procent- kan worden besteed aan ontwikkeling van nieuwe productietechnieken voor een hogere arbeidsproductiviteit, scholing van medewerkers en flexibele beloningsvormen, vindt de RMU.
In de nota ”Geïnspireerd aan de slag” legt de vakorganisatie verder de nadruk op arbeidsparticipatie, flexibele arbeidsrelaties -„flexibilisering is een hot item”- en opvolging in het familiebedrijf.
Hoewel het aantal openstaande vacatures „historisch hoog” is, staan er nog grote groepen mensen -jonggehandicapten, arbeidsgehandicapten en bijstandsgerechtigden- langs de kant, aldus de RMU. De organisatie pleit daarom voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, fiscale maatregelen die het in dienst nemen van ouderen aantrekkelijker maken en fiscale prikkels die mensen vanuit de uitkeringsinstantie een „reële inkomensvooruitgang” kunnen garanderen.
Bij het punt flexibele arbeidsrelaties denkt de reformatorische vakorganisatie onder andere aan de groeiende groep zelfstandigen zonder personeel, zzp’ers, die een beperkte sociale zekerheid hebben. Zo zijn zij niet verzekerd voor de WW en de WIA en bouwen ze niet automatisch pensioen op. Een beter vangnet is nodig, aldus de RMU.
Ten slotte adviseert de RMU ondernemers binnen familiebedrijven tijdig over opvolging na te denken. Behalve de familie zelf zijn immers ook de werknemers belanghebbenden.