Deze aanbevelingen doet de unit bijzondere wetten van het district-Oost van de politie Rotterdam-Rijnmond. In het rapport De Daltons staan de resultaten van een onderzoek naar overtredingen van de Wet wapens en munitie door jachtaktehouders en zogenoemde verlofhouders. Dat zijn mensen die een vergunning (verlof) hebben om een vuurwapen te hebben, vooral leden van een schietvereniging, maar ook verzamelaars.

De afdeling Bijzondere wetten van de politie moet jaarlijks tijdens een huisbezoek controleren of de vergunning overeenkomt met wat de houder daadwerkelijk in huis heeft, en of die persoon dat wel deugdelijk heeft opgeborgen.

Maar die controles gebeuren op grond van bestuurlijke regels en geen strafrechtelijke, waardoor de politie niet het recht heeft een woning binnen te treden. Een jager of sportschutter kan dat weigeren, en dat gebeurt in de praktijk ook wel eens.

„Dat punt in de wet zouden we dus graag zien aangepast. Per slot van rekening hebben we het hier over vuurwapens en niet over tennisrackets of werphengels”, aldus unit-chef D. van Buuren in de Korpskrant van de Rotterdamse politie.

In het rapport pleit de politie verder voor een screening van leden van schietverenigingen. „Waarom wil iemand met een vuurwapen leren schieten. En waarom met dat wapen? Wat is zijn achtergrond? Waar komt hij vandaan? Wat doet hij voor werk? In welke kringen verkeert hij?”, zo zegt Van Buuren. Je hoeft dan wat hem betreft niet aan Al-Qaida-achtige toestanden te denken. „De man die enkele jaren geleden in Schotland in een kleuterschool het vuur opende en de middelbare scholier in Duitsland. Ze hadden geen fundamentalistische motieven, maar ze waren allebei wel lid van een schietvereniging.”

Bij de recente huiscontroles ontdekte de politie overigens bij zestien van de 108 huiscontroles overtredingen van de vergunning. Die varieerden van het niet op tijd verlengen, tot het illegaal in huis hebben van „een klein arsenaal.” Grove overtreders raakten hun vergunning kwijt.