Tul(i)p
De aandelenmarkt heeft recent flinke klappen opgelopen. Toch blijft beleggen populair. In elke laag van de bevolking wordt meegedaan. Ook het reformatorisch volksdeel laat zich niet onbetuigd, al wijzen onderzoeken uit dat SGP-stemmers het minst succesvol zijn. Soms wordt gesteld, dat deze brede deelname aan het beleggen iets van de laatste decennia zou zijn. Dit is onjuist. Ook is niet nieuw dat veel particuliere beleggers zich kenmerken als pure gokkers: gericht op snelle winst, zonder betrokkenheid bij het bedrijf waarin men participeert. Een uitstapje naar de gouden eeuw leert dat ook op dit terrein de geschiedenis zich niet herhaalt, maar wel rijmt.
Ook in de 17e eeuw waren er de gedegen beleggers en de gokkers. Tot de eerste categorie behoorden degenen die hun geld stopten in de haringrederij of de handelsvaart naar de Oostzee. De handelsvaart kende een lange traditie en al verdween er soms een schip in de golven, doorgaans leidden dergelijke beleggingen tot een stabiele opbrengst.Gokkers waren er ook. Vooral rond ons nationale symbool, de tulp, die aan het einde van de 16e eeuw ingang vond in ons land. Prof. Van Deursen heeft hierover veel boeiends geschreven. De tulp vormde in die dagen een luxeartikel van grote waarde en deed op grote schaal dienst als beleggingsobject. Juist de voortdurende oorlogstoestand waarin Nederland in die dagen verkeerde, gaf de opkomst van de tulp een enorme impuls. Als men door de vijand op de vlucht werd gedreven, kon men de tulpenbollen eenvoudig in de grond laten zitten. Al werd het gebied geteisterd door plunderaars, dan nog zouden de tulpen een veilige ondergrondse schuilplaats kennen. Zelfs gedreven plunderaars ploegen geen akkers om.
De tulp vormde een geliefd beleggingsobject. Tulpenbollen die maar net in de grond waren gestopt, werden al verkocht, op belofte van levering na de volgende oogst. In de tijd dat het bolletje nog lustig groeide, werd het al vele malen tegen flinke winsten doorverkocht. Ideaal voor speculanten die over weinig kapitaal beschikten. Juist de kleine speculant die in enkele weken een flinke slag wilde maken, richtte zich op de koop van een kleine partij tulpen en verkocht deze voor het vijfvoudige verder. Alle lagen van de bevol-
king deden mee: mannen en vrouwen, dienstmeisjes, boeren, predikanten, postbodes en schoorsteenvegers.
Deze vorm van speculatie kon gedijen zolang het geloof bestond, dat tulpen steeds meer waard zouden worden. Op de helft van de 17e eeuw klapte de tulpenhandel echter ineen en was de speculatie ten einde. Ze had enkelen rijk en velen arm gemaakt.
Een dreigende vergelijking met de huidige beleggingen in sectoren van digitalisering en interactieve communicatie dringt zich op. Ook deze speculatie floreert slechts bij de gratie van het geloof dat de gouden toekomst aan de verdere digitalisering van de samenleving is.
Er is dus weinig nieuws onder de zon. De zucht naar snel materieel gewin is diep ingesleten in de mensenziel. Dat is in de postmoderne 21e eeuw niet anders dan in de befaamde 17e eeuw met zijn theocratische momenten.
Wat een getuigenis zou er in onze genotscultuur kunnen uitgaan van orthodoxe christenen als zij hun levenshouding waarbij een diep geestelijk leven samengaat met werelds materialisme, loslieten!
Verantwoord beleggen valt voor christenen niet mee. Wie beseft dat een aandeelhouder mede-eigenaar van een bedrijf is en daarmee medeverantwoordelijk voor
het reilen en zeilen van dat bedrijf, loopt tegen vele beperkingen op. Denk aan zondagswerk, ethische aspecten van producten en productie et cetera.
Vervolgens wijzen de slotverzen van Mattheüs 6 op de enige juiste koers als het gaat om het vergaren van materieel gewin. En tot slot: „Rijkdom is het minste op aarde en de allerkleinste gave die God een mens kan geven. Daarom geeft onze Heere God gewoonlijk rijkdom aan grote domoren, aan wie Hij verder niets gunt” (Luther).
De auteur is beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer.
Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.