Hoge Raad: Loyaliteitsdividend mag
DEN HAAG (ANP) - De Hoge Raad heeft de uitspraak van de ondernemingskamer over het loyaliteitsdividend van DSM vernietigd. Het speciale dividend, waarmee de onderneming trouwe aandeelhouders wilde belonen, mag volgens de Hoge Raad wel, mits het niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.
De Hoge Raad deed vrijdag uitspraak nadat de procureur-generaal in september in cassatie was gegaan tegen de uitspraak van de ondernemingskamer in het voorjaar. De uitspraak betekent niet dat DSM het loyaliteitsdividend alsnog kan invoeren, omdat er juridisch gezien nog altijd een verbod ligt van de ondernemingskamer.De Vereniging van Effectenbezitters (VEB), een van de eisers in de zaak voor de ondernemingskamer, reageerde teleurgesteld op de uitspraak van de Hoge Raad. „Het loyaliteitsdividend betekent in de praktijk een straf op handelen”, aldus de VEB. „Goede verhandelbaarheid van een aandeel is juist essentieel voor een goede werking van de kapitaalmarkt. Daarnaast kan het bestuur de bekendheid met aandeelhouders misbruiken om stemmen te verwerven voor voorstellen op aandeelhoudersvergaderingen.” De vereniging blijft zich tegen het speciale dividend verzetten.
Om aandeelhouders langer aan zich te binden, had DSM het plan opgevat om aandeelhouders die zich zouden registreren en drie jaar hun stukken vasthouden een eenmalige bonus te geven en een jaarlijks extra dividend. Beleggingsfondsen onder aanvoering van durfkapitalist Frank Templeton en de VEB protesteerden en vroegen de ondernemingskamer om opschorting van de introductie van het plan. Ook eisten zij een onderzoek (een enquêteprocedure) naar het beleid en de gang van zaken rondom het speciale dividend.
De ondernemingskamer oordeelde in maart dat het plan van DSM niet toelaatbaar was, omdat het in strijd was met het gelijkheidsbeginsel. De enquête is op 2 november beëindigd. „Bij partijen bestond niet langer de behoefte om voortzetting ervan”, aldus een woordvoerster van de ondernemingskamer gisteren.
De procureur-generaal ging in cassatie tegen de uitspraak van de ondernemingskamer omdat hij het er niet mee eens was. De zaak voor de Hoge Raad was puur „in het belang van de wet”, aldus persraadsheer Ernst Numann. Formeel is de uitspraak dan ook niet van invloed op de beslissing van de ondernemingskamer.
DSM zou de ondernemingskamer volgens Numann wel kunnen verzoeken het verbod op het dividend in te trekken op basis van de uitspraak van de Hoge Raad. Het chemieconcern, dat zijn plan na het oordeel van de ondernemingskamer teleurgesteld van tafel veegde, was gisteren niet bereikbaar voor commentaar.