Zorg over drempelvrees
Laten kerken zich voldoende horen in de lokale samenleving? Doen ze mee aan het publieke debat? Klinkt er protest tegen verwerpelijke zaken? Christenpolitici in grotere gemeenten zijn kritisch. „Reformatorische kerken zijn té introvert, té veel met zichzelf bezig.”
Dreigende openstelling van winkels op zondag. Pornografisch getinte reclames in het straatbeeld. Prostitutie binnen de gemeentegrenzen.Zeker voor christenpolitici in grotere gemeenten zijn het aangelegen thema’s. Juist bij dit soort onderwerpen laten vertegenwoordigers van ChristenUnie en SGP in de raadszaal hun stem horen.
Wat doen de reformatorische kerken in grotere gemeenten? Mengen ze zich in het politieke debat? Trekken ze bij de plaatselijke autoriteiten aan de bel als zich zaken voordoen die tegen Gods Woord ingaan? Zijn ze begaan met minderbedeelden?
Een telefonische rondgang langs dertien orthodox-christelijke raadsleden (negen SGP’ers, vier CU’ers) in grotere gemeenten levert wisselende reacties op. Opvallend is dat met name SGP-raadsleden kritisch zijn over de rol van reformatorische kerken in de seculiere stad. Van de negen geraadpleegde staatkundig gereformeerde raadsleden is alleen de SGP-politicus in Gouda ronduit positief over de handelwijze van de reformatorische kerken ter plaatse.
Fractievoorzitter W. Pijl van de ChristenUnie-SGP in Den Haag (2 van de 45 zetels): „De reformatorische kerken laten weinig van zich horen richting de overheid. Reformatorische kerken zijn té introvert, te veel naar binnen gericht. Het is een wel erg gesloten wereldje. Kerken moeten niet aan de rand van de samenleving staan, maar er juist middenin. Wees een zoutend zout. Laat de overheid maar horen: „Zo luidt het Woord des Heeren.” Onlangs was op zondag op het Scheveninger strand een motorrace van Red Bull. Ik heb geen protestbrief van de reformatorische kerken gezien. Het argument dat kerken hun betrokkenheid bij christelijke politiek tonen in de voorbede op zondag, vind ik al te gemakkelijk. Wij als christenpolitici moeten gevoed worden door de kerken. Het zou fijn zijn als het college van B en W van de kerken meer signalen krijgt over zaken die hun zorgen baren.”
SGP-fractievoorzitter Chr. Dekker in Middelburg (3 van de 29 zetels): „Het onderwerp houdt me bezig. De afstand tussen reformatorische kerken en de lokale overheid is te groot. Zeker in de rechterflank binnen de reformatorische kerken houdt men zich nogal afzijdig van de samenleving. In zeker opzicht is die distantie goed, maar anderzijds zouden kerken in contact moeten treden met de overheid. We dragen te weinig uit wat we voorstaan. Er is een soort drempelvrees om met andersdenkenden in gesprek te gaan. Als ambtsdrager van de gereformeerde gemeente in Middelburg heb ik ooit vergeefs geprobeerd om een platform vanuit de rechterflank van de kerken op te richten. Ik pleit voor meer preventief optreden vanuit de kerken. Via een overlegorgaan waarin kerken in gesprek gaan met de overheid. Bijvoorbeeld over omstreden evenementen. Nu is er het ene jaar wel en het andere jaar geen kerkelijk protest. Vaak reageren kerken pas als het kwaad al is geschied.”
ChristenUnieraadslid J. Jansen in Eindhoven (1 van de 45 zetels): „Diverse diaconieën in Eindhoven doen mee aan het project Present, waarbij onder meer vanuit de kerken hulp aan bijvoorbeeld eenzamen gestalte krijgt. Kerken mogen zich best meer laten horen. Wel moeten we oppassen dat dat doorslaat. Dat kerken overal onmiddellijk actie willen. Ze moeten hun hand niet overspelen. Ik pleit ervoor om als christelijke partij op een rustige manier je invloed te doen gelden. Dat kan bijvoorbeeld door als raadslid aandacht te vragen voor de Stichting Voorkom, die vanuit een duidelijk christelijk mensbeeld onder verslaafden werkt.”
ChristenUniefractievoorzitter M. Bikker in Utrecht (2 van de 45 zetels): „Kerken moeten zich afvragen wat ze kunnen betekenen op het gebied van bijvoorbeeld het diaconaat. Denk aan het omzien naar ouderen die verpieteren in een flatje. In Utrecht bestaat het project Present, waarin onder andere vanuit de kerken aan zwakkeren hulp wordt geboden. Ik ben er niet uit in hoeverre kerken moeten protesteren tegen bijvoorbeeld reclames die vrouwen afbeelden als lustobject. Als ChristenUnie hebben we enkele maanden geleden bezwaar gemaakt tegen een grote gevelposter van een vrouw in bikini. Platte reclame. Er kwamen allergische reacties op ons standpunt. Dat wil niet zeggen dat je als politicus of kerk altijd maar moet zwijgen. Je zult telkens je eigen afweging moeten maken. Zeker als Gods Naam rechtstreeks in het geding is, kan ik me goed voorstellen dat een kerk protesteert. Waarbij de woorden van een predikant in bijvoorbeeld Nunspeet waarschijnlijk meer impact hebben op het plaatselijke bestuur dan de opmerkingen van een predikant in Utrecht, met zijn 288.000 inwoners. Van groot belang is in ieder geval dat er in kerkelijke gemeenten wordt gebeden voor bestuurders van de stad.”
SGP-fractievoorzitter L. Kisteman in Ede (6 van de 39 zetels): „Kerken in Ede mogen wel wat actiever zijn. In het debat over normen en waarden roeren de wat linksere predikanten zich meer dan predikanten uit de reformatorische hoek. In het zogeheten predikantencafé is er een enkele keer per jaar overleg met predikanten. Helaas doen vertegenwoordigers van kerken met een wat rechtsere signatuur daar niet aan mee. Misschien wel vanwege de naam predikantencafé. Als fractie zouden we toch wel wat meer voeding uit de kerken willen hebben. Als ik protesteer tegen bijvoorbeeld een bepaalde aanstootgevende poster, hoor ik in het gemeentehuis: „Je bent eigenlijk de enige met dat standpunt.” Dat geluid hoor ik te vaak. Anderzijds maken kerken gelukkig soms gebruik van hun inspreekrecht. Zoals bij het debat rond het crematorium in Ede, eind jaren negentig.”
ChristenUniefractievoorzitter D. de Jong in Groningen (2 van de 39 zetels): „Een aantal kerken in Groningen doet mee met diaconale projecten als Hulp in Praktijk. Daarin kunnen kerken wat voor anderen betekenen. Bijvoorbeeld de tuin van ouderen opknappen of bij hen op visite gaan. Wel merk ik dat christenen niet zo snel in de pen klimmen om bij het gemeentebestuur te protesteren. Ik denk aan de verplaatsing van een tippelzone in Groningen naar een bedrijventerrein. Eigenlijk vind ik het een schande dat er zo’n tippelzone in de stad is. Dat mogen de kerken zich best meer aantrekken.”
SGP-fractievoorzitter H. van den Berge in Apeldoorn (2 van de 39 zetels): „Het politieke gebeuren blijkt voor buitenstaanders moeilijk te volgen. Kerken protesteren mede hierdoor nogal eens als het debat over een omstreden kwestie al achter de rug is. Dat is jammer. Daarom is het belangrijk dat kerken, maar ook scholen en organisaties zoals de Nederlandse Patiënten Vereniging, goede contacten hebben met lokale christelijke partijen, zodat er tijdig op ontwikkelingen kan worden gereageerd. Een van de predikanten uit Apeldoorn belde in 2004 over een naaktfietstocht om zich aan te sluiten bij ons protest hiertegen. De kerken hebben toen een brief naar de raad gestuurd. Dat was een goed initiatief. Christenen zullen op een bewogen manier moeten inspelen op ontwikkelingen in de samenleving. Zeker in een tijd van sociale verschraling kan de kerk als ankerpunt een belangrijke positie vervullen. Al blijft haar voornaamste taak de verkondiging van Gods Woord.”
ChristenUniefractievoorzitter J. C. van Boven in Zwolle (5 van de 39 zetels): „Eens per jaar hebben we contact met predikanten en voorgangers in de stad. In Zwolle komen kerken als het nodig is in actie. Bijvoorbeeld bij het referendum in 2005 over een drastische uitbreiding van het aantal gokkasten. Die forse uitbreiding is niet doorgegaan, ook dankzij protest van de kerken. Niet altijd vormen de kerken één front. Zo was er geen gezamenlijke activiteit in verband met de Roze Zaterdag, vorig jaar zomer. Ik vind het niet zo merkwaardig dat kerken zich afzijdig houden van het politieke debat. Ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheden. De kerk heeft vooral een missionaire en diaconale taak.”
SGP-raadslid C. Verloop in Veenendaal (4 van de 33 zetels): „Kerken in Veenendaal zouden zich meer moeten mengen in het publieke debat. Nu gebeurt dat sporadisch, op individuele basis. Een vrouwenvereniging van de gereformeerde gemeenten komt bijvoorbeeld in actie. De kerken hebben niet alleen een taak wat betreft de prediking. Ik pleit voor bewustwording over het staan van de kerk in de maatschappij. De kerken zouden zich ook meer moeten uitspreken over bijvoorbeeld horecabeleid of over de vraag hoe we om moeten gaan met onze islamitische medeburger.”
SGP-CU-fractievoorzitter R. F. Wassink in de Noordoostpolder (5 van de 29 zetels): „De betrokkenheid van de kerken zou groter kunnen zijn. Toen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) aan de orde kwam, was de reactie vanuit de kerken vrij lauw. Een informatieavond die we hadden georganiseerd voor de kerken, ging wegens gebrek aan belangstelling niet door. Tegelijk besef ik dat kerken het al heel druk hebben met andere zaken. Dat betekent dat wij als politici zelf ook actief kerken moeten benaderen. Bijvoorbeeld over een wielerronde die op zondag langs een kerk voert. Zodat een kerk daar actie op kan ondernemen.”
ChristenUnie-SGP-raadslid H. Mostert in Dordrecht (3 van de 39 zetels): „Eerlijk gezegd is de inbreng vanuit de kerken in het publieke debat zeer mager, zo is mijn 27-jarige raadservaring. Ik word zelden benaderd door mensen van de kerk om ergens aandacht voor te vragen. De gedachte is: Jullie in de politiek zijn daar toch voor aangesteld. Zo’n houding vind ik toch wel jammer. Ook als je bedenkt dat iemand als burgemeester R. Bandell van Dordrecht onze richting zeer wel is toegedaan. Hij heeft wel eens gesproken op een jeugdvereniging van de gereformeerde gemeente. Er is in de SGP-achterban wel sympathie voor ons politieke werk, ook onder predikanten. In de trant van: Het is prima wat jullie politici doen. En gelukkig wordt er in diverse kerken voor ons gebeden. Dat is het allerbelangrijkste.”
SGP-raadslid H. van Amstel uit Huizen (1 van de 27 zetels): „De kerken doen absoluut niet voldoende mee met het publieke debat. Nu moet ik wel zeggen dat er in Huizen redelijk verstandig wordt bestuurd. Op zondag zijn geen winkels open, dus is er wat dat betreft geen reden tot protest. We hebben hier gelukkig een traditie dat niet-confessionele bestuurders rekening houden met het christelijke volksdeel. Ook als kerken en christenpolitici moeten we voorzichtig opereren. We hoeven geen slapende honden wakker te maken. Als een D66-raadslid oppert om de bibliotheek op zondag te openen, ga ik daar niet al te fel in op in. Ik weet dat zo’n D66-raadslid in de raad toch weinig weerklank krijgt. Kerken zouden meer betrokkenheid moeten tonen bij de christelijke politiek. Vanuit de christelijke partijen hebben we wel eens gevraagd aan een eindredacteur van een lokaal kerkblad om een predikant de mensen te laten aansporen op een confessionele partij te stemmen. Dan luidt de reactie: „Wij kunnen in het kerkblad geen politieke adviezen geven.” Dat hoeft van ons niet, maar we zouden wel aandacht willen voor aan het belang van christelijke politiek. Vervolgens verschijnt er een naar mijn smaak veel te klein berichtje.”
De christenpolitici willen zich niet laten afschrikken door tegenwerpingen van seculiere collega’s dat ze de scheiding tussen kerk en staat aantasten. SGP-raadslid A. de Wit in Gouda (1 van de 35 zetels): „Het belang van Bijbelse notities stopt niet bij het tuinhekje.”
CU-fractievoorzitter Van Boven uit Zwolle: „Het gemeentebestuur moet rekening houden met alle burgers. Dus niet alleen met aanhangers van FC Zwolle, maar ook met kerkmensen.”
Maandag een vervolgartikel over twee initiatieven waarbij kerken contact hebben met de lokale overheid.