„Hier zou ik even een afhechtje doen”
Een zonovergoten ruimte in een Rotterdamse straat. Een grote tafel vol modebladen voor het raam, rijen naaimachines langs de muren. Even een broek korter maken? Huur voor een uurtje een naaimachine, neem er een kopje koffie bij en profiteer van het gratis advies van Caroline Vogel (42). Met het eerste naaicafé van Nederland maakt Vogel naaien toegankelijk voor iedereen.
„Heb ik dit zo goed gespeld?” vraagt cursiste Linda de Winter (38) voorzichtig. Vogel -wilde krullenbol, klaterlach- buigt zich over de met spelden doorstoken broek in wording. „Ja, dat gaat goed. Kijk, hier heb je wat ruimte over en deze speld moet op de kruisnaad komen. Ja, da’s lastig als je zo’n verloopje hebt.”Vogel is in haar element in haar café annex naaiatelier. Sinds de opening drie maanden geleden heeft ze over gebrek aan belangstelling niet te klagen en stijgt het aantal bezoekers gestaag.
Haar naaicafé stap je binnen zoals je een doorsnee café binnenstapt. Om even op adem te komen met een kopje koffie of een drankje. Een extraatje is dat je er daarnaast voor een uur of langer een naaimachine kunt huren. Eigenlijk het principe van een internetcafé. Wie even snel een losse zoom wil vastzetten, gordijnen moet inkorten of een jasje wil innemen, kan aan de Rotterdamse Hoogstraat terecht. Vogel verzorgt in haar uitspanning daarnaast een groot aantal cursussen en richtte in de kelder van het pand een speciale viltruimte in, waar klanten kunnen wolvilten.
De cursisten die er op deze rustige ochtend aan het werk zijn, klampen Vogel van tijd tot tijd aan met een vraag. In de gemoedelijke sfeer die er heerst, kan dat makkelijk. Vogel houdt haar naaisters goed in het oog, stuurt hier en daar een beetje bij en doet tussen de bedrijven door uit de doeken hoe het idee een naaicafé te starten is ontstaan.
Laagdrempelig
Naailessen gaf de kostuumontwerpster allang, aan huis. Ruimtegebrek en opgroeiende kinderen voor wie ze niet meer elk moment thuis hoefde te zijn, deden haar besluiten haar grenzen te verleggen. „In februari las ik een artikel in NRC Handelsblad over een vrouw die haar naaiatelier in een busje stouwde, naar Berlijn reed en daar een naaicafé opzette. Dat is het, dacht ik meteen. Zo is het balletje gaan rollen.”
Een zoektocht naar het juiste pand volgde. Dat moest niet te duur zijn en op een aantrekkelijke locatie staan. „Er is hier geregeld markt en de kunstacademie zit vlakbij. Dat zit dus wel goed. Er zijn vrouwen die op de markt hun lapjes halen en vervolgens gezellig hier binnenwapperen.”
Dat gezellige binnenwapperen is precies wat de enthousiaste eigenaresse met haar café beoogt. Laagdrempeligheid is haar credo. „Ik wil het naaien uit de truttige hoek halen. Er wordt echt nog heel veel naailes gegeven, door het hele land. Maar de drempel om ernaartoe te gaan, is vooral voor jongeren hoog. Hier kunnen ze zomaar even binnenstappen, sfeer proeven. Ze moeten niets, kunnen rustig kijken of ze het wat vinden.”
Heen-en-weersteek
Vogels manier van lesgeven is eveneens laagdrempelig. Ze doceert niet, schudt adviezen haast terloops uit haar mouw. Haar taalgebruik is gespeend van jargon: „Hier zou ik even een afhechtje doen”, adviseert ze cursiste Mariska. En als de machine van Linda plotsklaps luid begint te ratelen: „Ja, da’s zo’n lastige heen-en-weersteek.” Klare taal voor iedereen. Bij Vogel komen dan ook mensen van alle leeftijden. „Ik heb nu een jongetje van 8 op cursus, die is echt heel leuk bezig.”
Domme vragen bestaan niet, aldus Vogel. „Er komen hier zo vaak mensen die schuldbewust bekennen dat ze nog nooit een naaimachine hebben aangeraakt. Maar wat geeft dat nou? Naaien hoeft niet ingewikkeld te zijn.” Bij Vogel hoeft de cursist niet door te slaan of te rijgen. „Veel te omslachtig. We zijn van de makkelijke manieren. Als je maar goed speldt. En coupnaadjes en zo tekenen we gewoon op de stof.”
De meeste mensen die het naaicafé bezoeken, willen ook op cursus - meer dan Vogel had verwacht. Gemiddeld heeft ze zo’n 60 à 70 cursisten per week en huren zo’n 20 mensen een ”losse” machine. Vogel heeft er een behoorlijke weektaak aan. „Het aantal uren tel ik maar niet op”, lacht ze.
Spierkracht
Het cafépubliek bestaat niet alleen uit vrouwen, ook mannen weten de weg naar Vogel te vinden. „Dat zijn heel gewone mannen, hoor. Ze zitten bij me op cursus, maar komen ook geregeld even een machine huren voor een uurtje. De losse bezoekers zijn vooral mannen eigenlijk, grappig hè?” Het idee dat kleding maken een vrouwending is, bestrijdt Vogel. „Dat is nou echt iets Nederlands, die gedachte. Kleermakers zijn bijna altijd mannen, in het buitenland zeker. En ga maar eens een uurtje vilten, daar heb je behoorlijk wat spierkracht voor nodig.”
Zo rustig en relaxed als het deze ochtend is, zo druk is het geregeld ’s avonds en op zaterdag. „Dan zit hier nog een groep cursisten en komt de volgende al, rechtstreeks uit het werk. Zitten ze hier allemaal aan de tafel te praten. De een komt met een doos van McDonald’s, de ander warmt wat op in de magnetron. Heel gezellig. Wie weet ga ik in de toekomst wel in een grote pan macaroni staan roeren.”
Plaats voor iedereen
Absolute beginners, gevorderden, studenten, mannen, vrouwen, pubers: in het naaicafé van Caroline Vogel is plaats voor iedereen. Voor 7 euro staat een naaimachine een uur ter beschikking. Studenten betalen 2 euro minder. Er zijn diverse cursussen en workshops te volgen, zoals bijvoorbeeld een viltcursus, een jonge-oudercursus of een jongerencursus. Het naaicafé is geopend dinsdag tot en met donderdag van 9.30 tot 17.30 en op vrijdag en zaterdag van 9.30 tot 17.00 uur. Op dinsdag- en woensdagavond geeft Caroline cursussen tot 22.00 uur.
Meer informatie: www.naaicafé.nl.
„Het zijn leuke vrouwtjes”
G. van Kesteren-Sprong (79), ”Bep” voor haar medecursisten: „Kijk, dit pak heb ik net afgemaakt. Die biesjes op de jas zijn leuk, hè? En dit is de rok, een heuprok is het. Ik ben er negen weken geleden mee begonnen - ja, en tussendoor heb ik ook nog een andere rok genaaid, hoor. De stof was wel lastig om mee te werken, hij rekt zo. Ik las over dit café in de krant en zo ben ik hier gekomen. Zelf naaide ik al wel, maar hier is het gezellig. Het zijn leuke vrouwtjes. Ik ben wel de oudste hier, maar ja. Nu ga ik aan een witte bloes beginnen, kijk deze, een overslagbloes. Daar heb ik wel veel stof voor nodig.”
„Ik frommel maar wat”
Linda de Winter (38): „Ik had nog nooit iets genaaid voor ik hier kwam. Ik kan dus echt niets! Ik frommel maar wat en gaandeweg leer ik van alles. Voor elk stapje moet ik wel advies vragen aan Caroline, maar toch maak ik alles zelf. Straks heb ik dus mooi wel een broek, verbazingwekkend hè? Ik begon met kussenhoesjes en dit is mijn eerste echte kledingstuk. Ik ben kritisch, dus ik doe alles rustig aan. Voor mij is naaien echt ontspannend, je bent 2,5 uur lekker bezig en het is ook nog eens heel gezellig. Ik vind dit café echt een superidee.”
„Thuis gaat het meestal fout”
Mariska Baan (30): „Eigenlijk loop ik hier al vanaf het begin. Dit is mijn vierde creatie. Het jurkje dat ik aanheb, heb ik ook zelf gemaakt. Ja, ik ben best een beetje trots. Sinds ik zelf naai, heb ik geen kleding meer gekocht. Dit wordt een rokje voor Kerst, de stof heb ik gekregen, volgens mij is het zijde. Ik ga er een mooi groen jasje van fluweel bij dragen. Thuis naai ik ook wel eens, maar meestal gaat dat fout. Dan wachten we weer een weekje. Het leuke is dat je hier dingen spelenderwijs leert door ze gewoon te doen.”