Milieudefensie had voorgesteld een einde te maken aan de intensieve veehouderij door de veestapel te halveren en door uitsluitend grondgebonden landbouw toe te staan. Ook zou er een heffing van 85 cent op elke kilo niet-duurzaam geproduceerd vlees moeten komen. Met de opbrengst daarvan kunnen dierenwelzijnsmaatregelen worden betaald.Een ruime Kamermeerderheid is tegen de plannen. Een vleesheffing achten de meeste partijen onhaalbaar. Een halvering van de veestapel vinden ze onwenselijk. „Het gaat om de kwaliteit van het leven van de dieren, niet om het aantal beesten”, aldus PvdA’er Waalkens. De voorstellen van Milieudefensie leveren amper milieuvoordeel op, betoogde CDA’er Koopmans.

Het dierenwelzijn is er ook niet bij gebaat, aldus de tegenstanders. De vleesproductie zal namelijk alleen maar verhuizen naar andere landen, waar minder strenge regels gelden voor dierenwelzijn dan in Nederland. Daarnaast wil de Kamer boeren niet afhankelijk maken van overheidssubsidies.

PVV, ChristenUnie en SGP wezen er nog op dat consumenten en supermarkten eerstverantwoordelijk zijn voor ongewenste ontwikkelingen op het gebied van dierenwelzijn. Boeren willen best kleinschaliger of anders werken, maar de vraag uit de markt dwingt hen tot grootschaligheid.

De Kamer heeft wel oren naar het voorstel van Milieudefensie om alleen duurzaam geproduceerde soja te verwerken in veevoer.

Campagneleider Wouter van Eck van Milieudefensie erkende na afloop dat zijn plan „net iets te ruig” bleek voor de Kamer. Desondanks was hij niet ontevreden. „De zorg van veel mensen is gehoord. Er is veel aandacht voor het onderwerp gekomen.”