Dagboek Rouvoet (2)
„Een tentdak, voedsel en sanitaire voorzieningen zijn natuurlijk belangrijk, maar een schooltje is het allerbelangrijkste.” Dat zei de 13-jarige Dhawabi Golicha uit Ethiopië, die woont in een Keniaans vluchtelingenkamp, tijdens de indrukwekkendste speech die ik gisteren bij de Verenigde Naties hoorde. Het meisje sprak over de noden van haar leeftijdsgenootjes in het kamp, waar ze over een aantal dagen zal terugkeren. Maar ook over haar ambitie; advocaat worden om de rechten van kinderen te verdedigen.
Haar persoon en verhaal symboliseren voor mij de kindertop van de Verenigde Naties; alle kinderen uit alle delen van de wereld hebben dromen en moeten de kans krijgen hun dromen waar te maken. Maar de realiteit is anders. Veel kinderen kunnen niet naar school, moeten werken, zijn niet veilig, hebben onvoldoende te eten, geen schoon drinkwater en geen sanitaire voorzieningen. Vertegenwoordigers van ruim 140 lidstaten en tal van internationale organisaties zijn deze dagen bijeen om de situatie van kinderen te verbeteren.Sabine van Beest en Wouter Thiebou, de twee jongerenvertegenwoordigers van Nederland, spreek ik dinsdagochtend tijdens het ontbijt. Zij hebben de afgelopen dagen deelgenomen aan het kinderforum, waar 93 kinderen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar uit tal van landen over hun wensen hebben gediscussieerd.
Sabine vertelt hoe een reis naar India, waar ze sprak met meisjes van 10 jaar die al enkele jaren op een katoenplantage werkten en nooit naar school waren geweest, haar inspireerde om zich in te zetten voor de gelijke behandeling van meisjes en jongens.
Ik vertel haar dat ik een uur later tijdens de algemene vergadering zal aankondigen dat Nederland in 2009 samen met de VN een internationale conferentie zal organiseren om geweld tegen kinderen, met name meisjes, te bestrijden. Haar ogen stralen. Ze zegt: „Dit is het mooiste resultaat van mijn inspanningen het afgelopen jaar.”
Na het ontbijt snellen we naar het VN-gebouw. Het vriest licht. Damp stijgt op uit de putten op straat. Samen met de permanente vertegenwoordiger bij de VN, Frank Majoor, neem ik plaats in de vrijwel volle plenaire zaal van de Verenigde Naties. Vanwege mijn vicepremierschap ben ik snel aan de beurt. Een bode neemt me mee naar een ruimte achter het spreekgestoelte en dan is het zover. Na mijn speech klinkt luid applaus: ons initiatief voor een internationale conferentie wordt zeer gewaardeerd.
Daarna spreek ik plaatsvervangend directeur Purnima Mane van het United Nations Population Fund. Het is een openhartig gesprek over het opvoeden van kinderen, de rol van vaders en gezinsplanning. Purnima Mane is van mening dat abortus niet bedoeld is voor gezinsplanning.
Na een bliksembezoek aan Ground Zero nemen we een kijkje bij een variant van een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en spreken we de counselor jeugdzaken van New York. We eindigen de dag met een bezoek aan een crisisopvangcentrum voor kinderen in New York die na mishandeling onmiddellijk uit huis worden gehaald. Dat zijn er maar liefst 700 per maand.
André Rouvoet