Harderwijk graaft leprozenhuis op
HARDERWIJK - In Harderwijk is een leprozenhuis uit omstreeks 1350 tot 1450 opgegraven. Het is de eerste inrichting voor lepralijders uit de middeleeuwen die in Nederland is ontdekt.
De opgraving is dinsdag weer dichtgegooid, heeft archeoloog K. van den Berghe gemeld.Lijders aan de ziekte lepra werden vroeger ver buiten de stad verpleegd. Op basis van oude kaarten uit 1560 was bekend dat buiten de stad Harderwijk een leprozerie heeft gelegen. Op het terrein wordt op dit moment gegraven omdat er nieuwbouw plaats gaat vinden. „Mogelijk zijn de overleden zieken onder de kapel begraven”, zegt Van den Berghe. Onder de oorspronkelijke toren van de kapel is een skelet gevonden. De rest van de leprozerie ligt vermoedelijk nog deels onder een weg.
Naast gebruiksvoorwerpen zijn ook skeletten van dieren gevonden. Vermoedelijk hield de melaatsenkolonie ook zelf dieren. Waarschijnlijk zijn ook mensen die aan de pest leden er verzorgd. Voor de meeste lepralijders was dit hun eindstation.
De reden dat er nooit eerder een leprozerie is opgegraven, komt volgens Van den Berghe door het feit dat veel van die instellingen zich buiten de stad bevonden. „In dat soort gebieden is er meestal weinig dreiging van nieuwbouw.”
De contouren van de leprozerie zijn nog tot ver in de vorige eeuw zichtbaar geweest. Rond de instelling lag een gracht, die inmiddels niet meer zichtbaar is. De laatste jaren stond op het terrein een belastingkantoor, later het CWI. Alle informatie uit de opgraving wordt later onderzocht. Elders in de binnenstad, in de Bruggestraat, hebben eerder al opgravingen plaatsgehad.
Uit onderzoek is nu gebleken dat er ook een bakstenen huis is gevonden uit omstreeks 1275. „Dat is redelijk uniek. Alleen van Deventer en Zutphen is bekend dat dergelijke oude stenen bebouwing is gevonden, alleen ging het daar om funderingen.”