Economie

Chinese Jan Modaal rookt graag Big Ben

ROERMOND - Het aantal pijprokers in Nederland neemt af. Toch groeit de omzet van ”Elbert Gubbels & Zonen B.V. Koninklijke Fabriek van Tabakspijpen”. Directeur Elbert Gubbels (40) kan dat uitleggen. „De gelegenheidsroker overvleugelt de tabaksconsument. Was pijproken vroeger voor mindergesitueerden, nu is een pijp vooral een lifestyleartikel.” De gemiddelde pijproker bezit vijf tot acht pijpen, weet hij.

Niek Sterk
11 December 2007 08:46Gewijzigd op 14 November 2020 05:21
Van de circa 100.000 pijpen die Roermond jaarlijks verlaten, blijft nog geen 15 procent in Nederland. Via een fijnmazig dealernetwerk gaan ze de hele wereld over. „China, Rusland, Oekraïne, het zijn markten die sterk in opkomst zijn. Daar groeit het perce
Van de circa 100.000 pijpen die Roermond jaarlijks verlaten, blijft nog geen 15 procent in Nederland. Via een fijnmazig dealernetwerk gaan ze de hele wereld over. „China, Rusland, Oekraïne, het zijn markten die sterk in opkomst zijn. Daar groeit het perce

De huidige kopieerfrees maakt acht pijpenkoppen van hetzelfde type in één bewerking. Toen het geavanceerde apparaat enkele jaren geleden in gebruik kwam, raakte een lange rij losse frezen werkloos. De erbij behorende werknemers idem. Het hoogtepunt van Gubbels & Zonen lag, qua personeelssterkte, eind jaren zestig en begin jaren zeventig. Toen stonden er 120 mensen op de loonlijst. Een enkel jaar geleden was dat aantal gehalveerd en begin 2007 had een voorlopig laatste herschikking plaats. De fabriek, die onder meer pijpen maakt van de merken Big Ben, Hilson en Porsche Design, telt op dit moment 45 werknemers. Het is de enige pijpenfabriek in de Benelux.De bevlogen Gubbels spreekt overigens liever van een atelier dan van een fabriek. Want elke pijp die in Roermond wordt gemaakt, is een individu: met een karakter, net als de klant die hem aan de mond zet. „Pijprokers zijn individualisten: mensen die doordacht hun eigen koers volgen en hun eigen voorkeuren hebben”, zegt de directeur. Hij nam, samen met Marc van Vlodrop (45) in 2001 de fabriek over van zijn vader Fons -de toenmalige technisch directeur- en van zijn inmiddels overleden oom Jos, toen commercieel directeur en schoonvader van Marc. Fons Gubbels werkt nog volop mee, hij kan het niet laten.

Elbert -zelf geen fervent pijproker, „ik mis er de rust voor”- is de vierde lichting. Zijn overgrootvader startte in 1870 een winkel met wandelstokken, paraplu’s, pijpen en rookwaren in het centrum van Roermond. De tweede generatie liep vooral warm voor de pijpen. „Naast de groothandel kwam de fabricage in beeld. Na een periode van stilstand tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog -de grondstof, bruyerehout, was niet te krijgen- haalde opa Franse pijpenmakers hierheen en hij liet ze in zijn kelder fabriceren.”

Omdat Hitlers minister van propaganda Goebbels heette, was Gubbels na de oorlog geen geschikte naam om onder verder te gaan. In Amsterdam kwam de pijpengroothandel ”Big Ben” te koop en grootvader sloeg z’n slag. „Big Ben was een prima naam, een sterk merk. Dat is zo tot op vandaag”, zegt Gubbels. Een vliegende start werd gemaakt toen vader Fons in 1957 het zogeheten Pipopijpje ontwierp: een grappig, klein model met een acryl mondstukje van slechts 1,5 centimeter lang. „Opa vond het niets. Tot er een delegatie uit de VS op bezoek kwam. Die mensen zagen dat pijpje en waren helemaal lyrisch. Een megaorder volgde.”

Na de lancering van de Pipo trokken de binnenlandse verkoop en export enorm aan. „Big Ben was een identiteit.” In 1972 verhuisde de fabriek naar de huidige locatie: aan de Keulsebaan in Roermond-Oost. In dat jaar verwierf de firma ook het predicaat ”koninklijk”. Toen in 1980 de Belgische fabrikant Hilson in problemen raakte, nam Royal Dutch Pipe Factory z’n collega over. „Hilson was sterk op enkele complementaire markten. In dat jaar introduceerden wij de pijp met filter, een echte trend. Wij heten de koning van de filterpijp: het lukte ons om ondanks de filter toch leuke, slanke modellen te maken.”

Ook in latere jaren timmerde de firma Gubbels aan de weg met opvallende series. Bijvoorbeeld in 1990, toen hij samen met tabaksfabrikant Douwe Egberts (DE) de Tattoo lanceerde: een kleurig, hip model om jongeren aan de pijp te krijgen. Een ’volwassen’ variatie op dat thema werd de Amphora, genoemd naar een tabaksmerk van DE.

Vijf jaar geleden realiseerden Elbert Gubbels en zijn mededirecteur zich dat het inslaan van nieuwe wegen nodig zou zijn om te overleven in een wereld waarin de tabaksconsumptie steeds verder wordt teruggedrongen. Aansluiting bij Porsche Design volgde. De aan de autofabrikant gelieerde groep die onder andere brillen, horloges en pennen ontwerpt en afzet, zag wel perspectief in een serie pijpen van hout en aluminium, naadloos passend bij de andere creaties. „Via Porsche Design liggen we nu ineens in de Duty Free. De pijproker staat niet meer bij de bushalte, maar bevindt zich op het vliegveld.”

Traditioneel of modern: het ambachtelijk pijpmaken gebeurt nog immer met bruyerehout, afkomstig van de wortelknol van de boomheide zoals die groeit in de landen rond de Middellandse Zee. Bang dat de grondstof opraakt, is Gubbels niet. „Wel maak ik me zorgen over de vraag of er over tien jaar nog mannen zijn die deze wortels -ze groeien op de meest onherbergzame plaatsen- kunnen rooien.”

De toekomst van het „atelier” zien de huidige eigenaars met vertrouwen tegemoet. Van de circa 100.000 pijpen die Roermond jaarlijks verlaten, blijft nog geen 15 procent in Nederland. Via een fijnmazig dealernetwerk gaan ze de hele wereld over. „China, Rusland, Oekraïne, het zijn markten die sterk in opkomst zijn. Daar groeit het percentage Jan Modaal en er heerst nog een pijprokerscultuur. Big Ben staat er erg goed aangeschreven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer