Cultuur & boeken

Joke en Janne over de grens

Christelijke romans uit Nederland worden niet vaak vertaald - behalve dan in het Duits. Hoe dat komt? Niet alleen doordat Duitse lezers de nodige raakvlakken hebben met Nederlandse, of doordat Duitse uitgevers graag goede christelijke romans op de markt brengen. De belangrijkste oorzaak is vertaalster Martina Merckel-Braun.

Enny de Bruijn
10 December 2007 14:27Gewijzigd op 14 November 2020 05:21

Joke Verweerd, Marianne Witvliet, Ronald Westerbeek, Noor van Haaften, Erik de Gruijter, Gerrit Kraa, Janne IJmker - allemaal hebben ze de afgelopen jaren hun intrede gemaakt in de Duitse boekhandel. En allemaal zijn ze vertaald door Martina Merckel-Braun.Hoe dat zo gekomen is? „Ik heb Engels en Italiaans gestudeerd”, vertelt Merckel, „en ik vertaal al sinds jaren boeken uit het Engels voor diverse christelijke uitgeverijen. Zodoende kreeg ik op een gegeven moment de opdracht om het boek ”Things We Couldn’t Say” van de Nederlandse verzetsstrijdster Diet Eman te vertalen. Het verscheen tegelijkertijd in Nederland en in de Verenigde Staten, en daarom kreeg ik twee versies in handen. „Lees ze allebei maar”, zei mijn uitgever. „Dat kan ik toch niet”, zei ik, „ik spreek helemaal geen Nederlands.” Maar dat was voor haar geen excuus. „Jij bent een intelligente vrouw”, zei ze, „jij kunt dat best.”

Dat was mijn eerste kennismaking met het Nederlands, twaalf jaar geleden. Ik dacht meteen: Wat mooi, wat een leuke taal, wat spreken die woorden mijn hart aan. Als ik nog eens een vreemde taal wil leren, moet het maar Nederlands zijn. Dus ik ging een cursus volgen, luisterde naar bandjes, maakte plannen om samen met mijn oudste zoon naar Nederland te gaan. Op een grote vlooienmarkt in Maastricht kochten we Nederlandse boeken, films, cd’s, bandjes - alles wat maar kon helpen om beter Nederlands te leren.”

Droevig boek
Van het een kwam het ander. Juist in de tijd dat Merckel Nederlands leerde, kregen verschillende Duitse christelijke uitgevers geregeld Nederlandse romans aangeboden ter vertaling. „Maar die boeken konden ze zelf niet lezen. Dus vroegen ze aan mij of ik ze wilde lezen en beoordelen, en als ik een positief advies gaf, mocht ik ze ook vertalen.”

Het begon met ”De wintertuin” van Joke Verweerd: ”Mitten im Winter soll mein Garten blühen” (1998), daarna volgden nog meer romans van Verweerd, maar ook van andere christelijke schrijvers uit Nederland. Momenteel werkt Merckel aan de vertaling van ”Achtendertig nachten” van Janne IJmker, die komend voorjaar op de markt moet komen.

Toch merkt ze dat het langzamerhand moeilijker wordt om Nederlandse romans aan Duitse uitgevers te slijten. „De verkoopcijfers van de meeste romans vallen tegen. Alleen de verhalenbundel van Gerrit Kraa was snel uitverkocht. Verder doen de praktisch-pastorale boeken van Noor van Haaften het goed. Maar dat is ook een schrijfster die zelf naar Duitsland komt om lezingen te geven, dat helpt erg.”

Een andere verklaring voor de populariteit van Van Haaften ligt in het soort teksten dat ze schrijft: „Duitse christelijke lezers zijn meestal vrouwen, en die lezen liever toegankelijke boeken over hulpverlening, over het leven van iedere dag, over praktisch christen-zijn. Als ze al fictie lezen, nemen ze de Amerikaanse mainstreamromans. De Nederlandse romans die ik vertaald heb, gaan meestal een beetje dieper - daar houden veel lezeressen niet van. Maar de mensen die het wél lezen, zijn heel positief, ze voelen zich begrepen. Al zijn dat dan wel mensen die niet zo erg ’geëntertaind’ willen worden, maar liever in de diepte gaan en soms ook een beetje gebroken zijn door het leven en hun ervaringen in deze gebroken wereld.”

Volgens Merckel is er op dat punt verschil tussen Nederlandse en Duitse lezers. „Nederlanders zijn toch vaker bereid om een wat moeilijker boek te lezen, in dat opzicht zijn ze toleranter. Duitsers willen een boek dat makkelijk leest, en dat goed afloopt. ”Paradiso” van Joke Verweerd konden we om die reden echt niet op de Duitse markt brengen: dat is een veel te droevig boek.”

Kerkelijke verschillen
Over Nederland en de Nederlanders is Merckel erg positief. „Ik heb altijd vriendelijkheid en behulpzaamheid ontmoet in Nederland. Ik geniet ervan om te winkelen in een Nederlandse supermarkt, ik voel me daar zo op mijn gemak. Maar misschien komt het ook doordat ik de taal spreek. Mensen die Duits spreken, lopen soms toch nog wel tegen vooroordelen aan.

Mijn voormalige buurvrouw, getrouwd met een vrachtwagenchauffeur, vertelde hoe haar man ergens heel vriendelijk de weg vroeg aan een Nederlander. „Hitler heeft ook niet naar de weg gevraagd”, kreeg hij toen te horen. Ja, dat begrijp ik ook wel, het was een oude man die dat zei. Maar voor mijn generatie voelt het anders. Trouwens, niet alleen ik, ook mijn oudste zoon heeft Nederland in zijn hart gesloten. Hij heeft er een halfjaar stage gelopen, en hij schrijft nu zijn scriptie over sociale hulpverlening in Nederland.”

Duitsland en Nederland liggen weliswaar dicht bij elkaar, toch zijn er soms grote culturele verschillen. Bij het vertalen van christelijke romans ontdekte Merckel bijvoorbeeld allerlei zaken op kerkelijk gebied die uitleg behoefden. „De uitgevers voor wie ik werk publiceren veel evangelische boeken, dat is in Duitsland een belangrijke markt. De evangelische kerken groeien enorm. Daarnaast heb je dan nog de traditionele Lutherse staatskerk, maar daar lijkt het geloof vaak ondergeschikt aan de sociale ontmoeting. Bevindelijk gereformeerde kerkgenootschappen, zoals je die in Nederland hebt, kennen we in Duitsland zo niet. Ook de kerkelijke gebruiken zijn dikwijls verschillend: wij hebben bijvoorbeeld geen ”catechisatie” of ”belijdenis doen” in de vorm die Nederlandse kerken kennen. Maar als het over de inhoud van het geloof gaat, zijn er vaak verrassend veel overeenkomsten.”

Nieuwe werelden
Het overbruggen van verschillen is nu juist het werk van een vertaler, zegt Merckel. „Je bent altijd bezig je horizon te verbreden, nieuwe mensen en dingen te leren kennen. Dat vind ik ook het leuke van Nederlandse schrijvers: ze zijn zo welwillend, zo behulpzaam. Voor Amerikaanse schrijvers betekent het veel minder als er een boek van hen in het buitenland vertaald wordt, met hen krijg je als vertaler minder gauw contact. Maar met Joke Verweerd ben ik inmiddels goed bevriend geraakt. Elke keer als ik een boek van haar vertaal, praten we er samen over en vertelt ze me alle dingen die ik graag wil weten.”

Als vertaler moet Merckel steeds opnieuw investeren in een nieuwe denk- en leefwereld. „Ik wist niets van vogels en vissen, tot ik ”Gebroken wit” van Marianne Witvliet moest vertalen - daar heb ik echt heel veel van geleerd. Bij ”Op de huid” van Joke Verweerd moest ik ineens in de wereld van de horeca duiken. En voor het boek dat ik net afgerond heb, ”Het geheim van Erasmus” van Maurits Tompot en Ines van Bokhoven, heb ik me moeten verdiepen in de tijd van Erasmus, en in de geschiedenis van de Goudse glazen. Zo interessant allemaal, je leert er zo veel van!”

Martina Merckel-Braun (1957) is behalve vertaalster ook schrijfster van diverse kinderboeken en geschenkboeken, een verhalenbundel, een Bijbels dagboek en de succesvolle ”Elberfelder Kinderbibel”. Ze is getrouwd en heeft vier kinderen tussen de 17 en 25 jaar, woont in Germersheim (Rijnland-Palts) en publiceert bij diverse christelijke uitgeverijen in Duitsland (R. Brockhaus, Brunnen, Gerth, Hänssler).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer