Netelenbos als de gebeten hond
DEN HAAG (ANP) - Dramatisch gezien klopt de opbouw perfect. Oud-staatssecretaris Netelenbos is vrijdagmiddag de laatste die door de parlementaire commissie onderwijsvernieuwingen wordt ondervraagd. Ze werd al in de eerste week van de hoorzittingen als de grootste boosdoener van mislukkingen in de vernieuwingen genoemd.
De commissie zal harder oordelen over Netelenbos (PvdA) -sinds juni waarnemend burgemeester in Ede- dan over haar partijgenoten Ritzen en Wallage, die eerder op de dag aan de tand zullen worden gevoeld. Toch was Ritzen van 1989 tot 1998 politiek de baas op het departement en daarom chef van de staatssecretaris. In tien dagen hoorzittingen werd de naam van de huidige collegevoorzitter van de Universiteit Maastricht echter betrekkelijk weinig gehoord.Die van Netelenbos des te vaker, en vrijwel zonder uitzondering in negatieve zin. Typerend voor de beoordeling van de rol van Netelenbos bij de onderwijsvernieuwingen die de commissie onderzoekt, is het bijtende zinnetje van haar vroegere topambtenaar Verlaan: „Netelenbos had weinig affiniteit met het speciaal onderwijs.”
De gedachte dat kinderen met leer- en opvoedingsproblemen zo veel mogelijk het gewone onderwijs moesten volgen, kwam uit de sociaaldemocratische koker. Daarbij was niet onbelangrijk dat leerlingen in het reguliere onderwijs (ook met een zogeheten rugzakje van zorg) veel goedkoper zijn dan die in het speciaal onderwijs.
Dat een groot aantal leerlingen gewoon niet in staat was mee te doen met de basisvorming en het vmbo, weigerden Netelenbos en haar ambtenaren te geloven. En dat ondanks het feit dat ze de cijfers van de Leidse onderzoeker Van Putten onder ogen hadden gehad. Van Putten liet weten dat mogelijk 120.000 leerlingen niet de capaciteiten hadden om op een gewone school mee te draaien. Het ministerie ging uit van de helft daarvan. Van Putten kreeg, vertelde hij de commissie, tot zijn verbazing te horen dat om die cijfers niet was gevraagd.
Andere verwijten die Netelenbos naar haar hoofd gekregen heeft, luiden dat ze geen tegenspraak kon verdragen, dat ze de samenvoeging van vbo en mavo doordrukte en dat ze minder geld voor de bijscholing van leraren beschikbaar stelde dan ze beloofd zou hebben.