Een mand vol luistervruchten
Titel: ”Elisa. Dichter bij God”
Auteur: ds. W. J. Dekker
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2007
ISBN 978 90 239 2119 6
Pagina’s: 88
Prijs: € 8,50.
Van een boekje met Bijbelstudies verwacht je op z’n minst twee dingen: een uitleg van het Bijbelgedeelte en een aantal gespreksvragen. Voor het gebruik op een Bijbelkring zijn de vragen zelfs het belangrijkste: ze bepalen waar het gesprek over zal gaan. Onder de naam ”Luisteroefeningen” verscheen een nieuwe serie Bijbelstudies. Het eerste boekje in de serie ”Luisteroefeningen” is geschreven door ds. W. J. Dekker uit Delft. Hij behandelt de geschiedenissen van de profeet Elisa. Elk hoofdstuk begint met een vraag en sluit af met een kort gebed.
De uitleg van de Bijbeltekst is aansprekend en niet onnodig moeilijk. Verschillende gebeurtenissen in het leven van Elisa kunnen vreemd bij ons overkomen en veel vragen oproepen. Dan komt het erop aan goed te luisteren naar het Woord. De auteur zoekt steeds naar het centrale thema en wijst op verbanden. En zo begint van elke passage de boodschap te spreken. Bij 2 Koningen 2:19-25 lees ik bijvoorbeeld: „Het woord van de profeet kan leven wekken maar ook doden. Men zal het woord van God serieus moeten nemen!”
Met verwijzingen naar het totaal van de Bijbelse openbaring laat de schrijver nog meer licht vallen op de besproken hoofdstukken. Hij trekt vrijmoedig lijnen naar Christus. Een christen zal toch ook graag over Hem willen lezen en spreken. Alleen al de vele inzichten die in de uitleg worden aangereikt, maken dit boek bijzonder waardevol. Voor persoonlijke Bijbelstudie vind ik het boek zeker geschikt.
Soms zou je voor andere aandachtspunten kunnen kiezen. Zo bespreekt ds. Dekker de geschiedenis van Naäman onder de titel ”Getuigen van God”. Naast het getuigenis van het meisje uit Israël komt dat van de bevelhebber uit Syrië te staan. Deze insteek sluit goed aan bij de huidige belangstelling voor onze missionaire roeping. Mijns inziens vraagt de tekst van 2 Koningen 5 als geheel echter vooral aandacht voor het contrast tussen Naäman en Géhazi. Een groot man vernedert zich en wordt genezen. En een knecht wil groot zijn maar wordt vervloekt. Op dit contrast gaat het boekje niet door in de toepassing, de vragen en het gebed.
Na de uitleg volgen telkens enkele bladzijden met lijnen naar ons leven. Voor het gebruik op een kring vind ik dit te veel van het goede. De aanzetten voor deze lijnen zijn al gegeven in de uitleg. Daardoor krijgt het ook iets van herhaling. Laat een uitgewerkte toepassing liever op de kringavond tot stand komen. Een Bijbelstudieboekje moet niet te veel vóórzeggen. De auteur heeft heel goed geluisterd naar de Bijbeltekst. Maar zouden zulke boeken niet veel meer ook de gebruikers moeten oefenen in dat luisteren?
Een deel van de gespreksvragen laat kringleden terugkijken naar het Bijbelgedeelte. De bespreking moet immers bij het Woord blijven! De vragen in dit boekje sporen echter niet aan om nog iets meer te ontdekken in de behandelde tekst of om door te praten over de juiste uitleg. Ze laten de gebruikers vooral nadenken over de toepassing in het christelijk leven, zoals de achterflap meldt.
Er zijn vrij veel open vragen naar voorbeelden en ervaringen. Niet iedereen kan met dit soort vragen goed uit de voeten, maar de meeste Bijbelkringen zullen hier wel ervaring mee hebben. De beantwoording van de vragen zal de nodige inspanning vergen, maar daar zijn het ”oefeningen” voor.
De oogst van wat de auteur heeft beluisterd is een rijk gevulde mand met vruchten. Het heeft mij goed gesmaakt. Voor een gezamenlijk nuttigen zal men zich moeten afvragen of de gespreksvragen voldoende passen bij de groep.